Wat een weergaloos boek. Nedra en Viri leven een luxueus leven, zijn succesvol, hebben twee mooie kinderen, ze hebben niets te vrezen. Ze hebben het leventje waar zoveel mensen naar streven. Maar wat heb je dan uiteindelijk? Wat betekent het? Kun je dan simpelweg gelukkig zijn? Salter beschrijft hun leven vanaf het punt waarop ze aan de top staan, het punt waarop er carrière is gemaakt, het punt waarop ze in een prachtig huis wonen, samen met de kinderen. De melancholie schittert vanaf het begin van de bladzijden.
Kinderen zijn onze oogst, onze akkers, onze aarde. Het zijn vogels die in het donker worden losgelaten. (...) , ze zullen de top zien. Wij geloven daarin, de glans die afstraalt van de toekomst, van dagen die wij niet zullen zien.
Salter heeft weinig woorden nodig om een decor te schetsen. Door een paar zinnen, een paar woorden soms, ben je als lezer steeds heel dichtbij.
De middag was mild, weids. Een lichte bries voerde de stemmen mee, zodat ze op een afstand van zeven meter mysterieus werden; je zag de gesprekken, de woorden gingen verloren.
De schrijfstijl van Salter is werkelijk prachtig. Het leest erg gemakkelijk, ondanks de soms zware melancholie. Ik las het boek in een (drukke) week uit. Zo nu en dan, als een verfrissende windvlaag, komen er een paar filosofische zinnen voorbij, die je als lezer bijna achteloos aan je voorbij kan laten gaan. Maar zoals een frisse wind je kan doen huiveren, zo kunnen ook deze wijsheden je raken.
Het leven deelt zich in door middel van littekens als de jaarringen bomen. Hoe dicht opeen lijken de oudste littekens, door de tijd samengedrongen, zodat twintig jaren niet meer van elkaar te onderscheiden zijn.
Hoe kunnen we ons verbeelden hoe ons leven moet zijn als het niet verhelderd wordt door het leven van anderen?
Alles begrijpen is niets liefhebben.
Ook de karakters worden mooi beschreven, ook de bijrollen. Ze zijn treffend, buitengewoon subtiel en beeldend beschreven.
Hij is jong, gracieus, vervuld van abrupte ideeën. Al wat in wording is overweldigt hem, brengt hem tot lange autoritten, doet hem overal op zoek gaan. Hem in rust te zien is hem even kunnen wegen en onderzoeken; anders is hij onbenaderbaar, hij draaft, lacht, verdwijnt achter het gezicht van de jeugd.
Een prachtboek, een geweldig schrijver. Ik hoop binnenkort weer iets van hem te gaan lezen.