Lukk0
Nadat The Luminaries de Booker Prize gewonnen had zag ik het boek in de boekhandel liggen. Precies de reden dat ik hem oppakte, want de omslag spreekt mij niet direct aan, en het is met 832 pagina's ook erg lijvig. Na het lezen van de eerste drie bladzijden was ik direct overstag. Het deed mij in eerste instantie denken aan Oscar Wilde en Charles Dickens, de victoriaanse stijl en setting. Daar houdt de overeenkomst wel op, want in essentie is dit een liefdesverhaal, omfloerst met gestolen goud, opium, wraak en familieverbanden.
Het verhaal speelt in Nieuw-Zeeland, tijdens de goudkoorts. Hokitika is de plaats van handeling, en in een storm arriveert Walter Moody in de rookruimte van een hotel. Daar zijn twaalf mannen verzameld, ieder met een connectie tot een bepaald misdrijf, en in het eerste hoofdstuk van een kleine 360 bladzijden wordt ieders rol uit de doeken gedaan. Een rijke, fortuinlijke goudzoeker is verdwenen, een verslaafde hoer heeft een zelfmoordpoging gedaan, in het huis van een overleden dronkaard blijft een fortuin achter. De feiten zijn ambigu, maar dat doet er uiteraard weinig toe, het is slechts omlijsting voor het verhaal van de verdwenen jongeman en de prostituee, de hemellichamen in dit verhaal. Maar binnen die omlijsting vat je sympathie op voor de vertellers, en krijg je steeds meer vat op hun gedachten en beweegredenen.
In de laatste hoofdstukken, die korter en korter worden en waar de korte beschrijvingen van de gebeurtenissen in dat hoofdstuk (in which) stilaan langer worden dan de hoofdstukken zelf, gaan we terug in de tijd, en wordt verteld wat werkelijk gebeurd is. Althans, als deze verteller te vertrouwen is, want het omlijstende verhaal gaat over niets dan geld, en geld corrumpeert. Eleanor Catton heeft een page-turner geschreven, een victoriaanse roman, een visie op geld en een liefdesroman, en heeft dat alles zeer kundig in elkaar gevlochten. Alle personages zijn diffuus, iedereen is schuldig, en niemand te vertrouwen.