Een mooi fragment vond ik het volgende. Mircea vertelt hoe hij, vrij normaal door de straten van Boekarest loopt, maar toch steeds opnieuw door zijn eigen hallucinante fantasiebeelden wordt ingehaald. Hier gaat het over de wreedheid van het leven onder de socialistische dictatuur, maar zelf in het huidige, alledaagse leven blijft Roemenië een land waar je de onwaarschijnlijke verhalen nog steeds dagelijks op straat tegenkomt. De moderniteit haalt de geschiedenis langzaam in, maar je moet gewoon maar een mis bijwonen in een plattelandskerk of na middernacht de wachtzaal van een station binnenlopen, of de personages uit dit boek komen je gewoon tegemoet.
Terwijl ik in het donker over het Universiteitsplein liep, met mijn handen in mijn zakken, probeerde ik de waanzin onder mijn schedeldak te vergeten, me te ontdoen van Victor en van Maarten en van Monsieur Monsù, van spinnen en wilde dieren en van de onbeschrijflijke wreedheden in de putten waarin ik afdaalde, maar ik vond ze allemaal terug in de echte wereld, versterkt, hard en kil als het graniet in het wegdek, bros als het gips van de standbeelden, zacht als de borsten van de beklagenswaardige huisvrouwen, met de eeuwige boodschappentassen die hun armen tot aan hun knieën uitrekten. Want niet uit mijn hersenpan en ook niet uit mijn manuscript kwam de arbeider die, in een rij die geen rij meer was maar een wirwar van mensenlijven, een wanhopige stormloop op een paar kleffe, paarse kippenkarkassen, een meute die brulde en etalageruiten brak en honderden handen met gespreide klauwen uitstak, een schroevendraaier tevoorschijn had gehaald en zich een weg had gebaand door die brij van verknoopte organen heen, waarbij hij kinderen onder de voet liep, vrouwen opzij duwde en mannen de rug openreet, door hun besneeuwde jassen heen, met de punt van het gereedschap, dat hij thuis op de slijpschijf scherp had geslepen. En ze waren niet aan mijn ziekelijke geest ontsproten, die rijen naakte meisjes, mooie of slonzige, van de conservenfabriek, over wie mijn moeder me steeds vertelde, die gedwongen waren om zich daar uit te kleden, bij hen op de afdeling, tussen de stapels tomaten en potten, om in de kou te gaan staan wachten, met hun armen over hun borsten geklemd, totdat ze zonder plichtplegingen op de lopende band werden gelegd, waar hun benen uit elkaar werden getrokken en hardhandige mannenvingers in hun vulva en hun rectum werden gestoken (daar, onder de dakramen in het golfijzeren plafond), zodat degenen die drachtig bleken geregistreerd konden worden om hen te belemmeren naderhand abortus te plegen en de anderen verhoord konden worden over de redenen waarom ze hun patriottische plicht verzaakten door niet te jongen.