menu

Orbitor. Corpul - Mircea Cărtărescu (2002)

Alternatieve titel: De Trofee

mijn stem
4,83 (3)
3 stemmen

Roemeens
Sociaal / Autobiografische Roman

440 pagina's
Eerste druk: Humanitas, Boekarest (Roemenië)

Als de werkkamer van Mircea genadeloos wordt weggesaneerd vanwege de grootheidswaanzin van de dictator, keert hij noodgedwongen terug naar zijn ouderlijk huis, waar hij afdaalt in de `krochten van de tijd' en het verleden weer tot leven komt. Het oude Boekarest licht op, de stad wordt een boek. Hij ziet zijn overgrootvader in een zweetbad liggen, hallucinerend dat de hemel de hel wordt. Hij aanschouwt hoe zijn grootmoeder in een vlinder verandert. Hij ziet leden van een ascetische sekte zichzelf castreren om een hogere staat van vervoering te bereiken en hij laat de zonderlinge Herman luidkeels voorlezen uit de Bijbel, een strikt verboden boek...

zoeken in:
avatar van Freud
5,0
Het vervolg op Orbitor. Aripa Stângă - Mircea Cărtărescu (1996) en helemaal in dezelfde stijl geschreven. Met dat verschil dat je als lezer in dit tweede boek meer weet wat er te verwachten valt, en je je dus bij het begin al mentaal voorbereidt op de waanzinnige tocht die je af gaat leggen. Toch vond ik dit boek rechtlijniger dan het vorige. De uitstapjes in het verleden zijn langer, de context is duidelijker en de schrijfstijl regelmatig ook minder hermetisch.
Waar in het eerste boek de directe context minder duidelijk was, is dit boek in vergelijking bijna rechttoe rechtaan: Mircea zit in zijn appartement in het laatste nog rechtstaande gebouw van de wijk die afgebroken wordt voor de bouw van het Huis van de Volk in Boekarest, en hij schrijft aan zijn 'onleesbare boek' (een mooi teken van sympathie voor de lezer, dat hij dat tenminste zelf doorheeft). Als ook zijn gebouw eraan gaat, verhuist hij noodgedwongen terug naar zijn ouderlijk huis. Punt. Meer niet. Maar tussendoor dwaalt zijn 'onleesbare boek' ellenlang heen en weer door geschiedenis, herinneringen en hallucinaties van de schrijver. Deze uitstapjes zijn, meer nog dan in het eerste boek, geniaal. Misschien omdat ze minder vergezocht zijn - al zijn ze dat natuurlijk nog steeds wel. We zien een verre voorvader van Mircea die ergens in de vroege 19e eeuw brandweerkapitein is en deelneemt aan hallucinante optocht door de stad (terwijl hij zich herinnert hoe als kind hij getuige geweest is van seksuele orgieën), waarna hij met een raadselachtige circusdirecteur onder de aarde verdwijnt (zoals talloze andere personages van Cartarescu door onderaardse gewelven zijn opgeslokt - een beetje het thema van deze boeken lijkt het). Het absolute hoogtepunt van dit boek zijn echter de vele verhalen over de jeugd van Mircea zelf, hoe zijn moeder tapijten weefde thuis (tapijten waarin het verleden, heden en toekomst van de gehele mensheid in vervat zat), maar vooral hoe hij met zijn vrienden rond de woonblokken waar ze woonden ging spelen. Of naar het circus gingen kijken. Zoals steeds zijn het verhalen die klein beginnen, charmeren, meeslepen in hun herkenbaarheid - om vervolgens meedogenloos te onsporen in de losgeslagen fantasie van een klein kind (of die van de volwassen schrijver die het zich zo wil herinneren).
Als lezer laat je je meeslepen door de nukken van de schrijver, bent blij als hij een spannend verhaal vertelt en bijt op de tanden als je weer eens bladzijden lang met hermetische woordenbrij wordt geconfronteerd. Het boek blijft weergaloos en bevat genoeg stof om het tien keer te herlezen en toch telkens nieuwe dingen te ontdekken - als je het aandurft. Ik heb in ieder geval veel zin gekregen om het eerste boek nog eens terug te lezen! Wat goed uitkomt, want het derde is dus nog niet vertaald.

Dit boek eindigt met een uitstap naar Amsterdam en het Hollandse platteland. Cartarescu was in Amsterdam als hij een groot deel van zijn boek schreef, en heeft zich blijkbaar door zijn omgeving laten inspireren. Net als de uitstap naar de Verenigde Staten in boek één is de zin van de uitstap totaal onduidelijk, maar boeit het verhaal ook zo. Zoals steeds begint het met een kleine annekdote (hier over een kleine schaatser), dat langzaam uitgroeit tot een universum-omgrijpende fantasie over de zin van het leven en de staat van de mensheid. Waarna de kleine schaatser terug naar huis gaat en zijn leven verderzet.

De verrassing is er bij dit boek natuurlijk een beetje af, in de plaats daarvan vond ik het gewoon nog weergallozer dan het vorige. Uniek, overweldigend, meeslepend en vervelend tegelijk, eindeloos arrogant en bewonderenswaardig, overlopend van perverse en hoogst intellectuele gedachten tegelijk. Had ik al eens gezegd dat deze man een nobelprijs verdient?

avatar van Freud
5,0
Een mooi fragment vond ik het volgende. Mircea vertelt hoe hij, vrij normaal door de straten van Boekarest loopt, maar toch steeds opnieuw door zijn eigen hallucinante fantasiebeelden wordt ingehaald. Hier gaat het over de wreedheid van het leven onder de socialistische dictatuur, maar zelf in het huidige, alledaagse leven blijft Roemenië een land waar je de onwaarschijnlijke verhalen nog steeds dagelijks op straat tegenkomt. De moderniteit haalt de geschiedenis langzaam in, maar je moet gewoon maar een mis bijwonen in een plattelandskerk of na middernacht de wachtzaal van een station binnenlopen, of de personages uit dit boek komen je gewoon tegemoet.

Terwijl ik in het donker over het Universiteitsplein liep, met mijn handen in mijn zakken, probeerde ik de waanzin onder mijn schedeldak te vergeten, me te ontdoen van Victor en van Maarten en van Monsieur Monsù, van spinnen en wilde dieren en van de onbeschrijflijke wreedheden in de putten waarin ik afdaalde, maar ik vond ze allemaal terug in de echte wereld, versterkt, hard en kil als het graniet in het wegdek, bros als het gips van de standbeelden, zacht als de borsten van de beklagenswaardige huisvrouwen, met de eeuwige boodschappentassen die hun armen tot aan hun knieën uitrekten. Want niet uit mijn hersenpan en ook niet uit mijn manuscript kwam de arbeider die, in een rij die geen rij meer was maar een wirwar van mensenlijven, een wanhopige stormloop op een paar kleffe, paarse kippenkarkassen, een meute die brulde en etalageruiten brak en honderden handen met gespreide klauwen uitstak, een schroevendraaier tevoorschijn had gehaald en zich een weg had gebaand door die brij van verknoopte organen heen, waarbij hij kinderen onder de voet liep, vrouwen opzij duwde en mannen de rug openreet, door hun besneeuwde jassen heen, met de punt van het gereedschap, dat hij thuis op de slijpschijf scherp had geslepen. En ze waren niet aan mijn ziekelijke geest ontsproten, die rijen naakte meisjes, mooie of slonzige, van de conservenfabriek, over wie mijn moeder me steeds vertelde, die gedwongen waren om zich daar uit te kleden, bij hen op de afdeling, tussen de stapels tomaten en potten, om in de kou te gaan staan wachten, met hun armen over hun borsten geklemd, totdat ze zonder plichtplegingen op de lopende band werden gelegd, waar hun benen uit elkaar werden getrokken en hardhandige mannenvingers in hun vulva en hun rectum werden gestoken (daar, onder de dakramen in het golfijzeren plafond), zodat degenen die drachtig bleken geregistreerd konden worden om hen te belemmeren naderhand abortus te plegen en de anderen verhoord konden worden over de redenen waarom ze hun patriottische plicht verzaakten door niet te jongen.

avatar van Freud
5,0
Om af te sluiten, een fragment dat de visie van het personage Herman weergeeft op wat literatuur is - en natuurlijk onwillekeurig doet denken aan dit boek zelf. Het is natuurlijk ironisch bedoeld, maar laat je als lezer van zijn 'onleesbare boek' ook niet onberoerd...

Het ging niet aan dat een boek alleen diende om iemand fijne dromen te bezorgen, de enige rechtvaardiging ervan was als pijl die in de richting van de verlossing wees. En de verlossing was niet aan iedereen voorbehouden, zelfs niet aan velen. Een boek was per slot van rekening een zeef, een selectiemechanisme, een opeenvolging van steeds moeilijker tests en beproevingen, zodat de grote massa van lezers die was doorgedrongen tot de eerste zaal onderweg het spoor bijster zou raken, zou worden gehalveerd, zo mogelijk, na de eerste tien pagina's, zodat er na de eerste honderd pagina's slechts een tiende van hen zou overblijven. Vanaf dat punt zouden de tunnels zich nog verder vernauwen, de valstrikken en hinderlagen zouden in aantal toenemen, monsterlijke wezens zouden spraakvermogen krijgen en dingen zeggen die weinigen tot zich konden nemen, en in geen geval de melkmuilen en papkindjes. En tegen het einde zouden de beproevingen onmenselijk worden, de vereisten absurd, en zou men volledig gestript en gevild worden, ontdaan van taal, van waarden, zelfs van het beeld van de kosmos dat we allemaal bij onze geboorte op onze borst, rug en schouders gestempeld hebben gekregen. Het boek zou zich in beweging zetten als een reusachtige rotatiepers, als een werveling van zuivere heroïne die zijn lezers, één voor één, de nacht in zou slingeren, daar waar geween en tandengeknars is. Verzengd en verminkt door het licht zouden ze zo licht als sneeuwvlokken neerdwarrelen tussen de bladzijden van een redelijk boek, waar ze ook zouden blijven om braaf hun dagelijkse portie literatuur, melk en pap tot zich te nemen.

avatar van Geerard
5,0
Ook ik heb van deze minstens zo genoten als het eerste deel. Als deel 3 van deze reeks net zo grandioos wordt als de eerste 2 delen, doop ik deze trilogie om tot eerste bijbel waar ik bij zweer. Het 'onleesbare boek' laat je voor even leven in de eerste, tweede, derde, en vierde dimensie. Werkelijkheid en fantasie lopen naadloos in elkaar over. En als je wilt voelen hoe het was om een baby, een kind, een puber te zijn in een wereld van volwassenen, zit je gebakken.

Wat speciaal leuk was aan dit deel, en al geïntroduceerd door Freud: het volledige laatste deel van dit boek speelt af in Nederland. Ik vond dit deel meteen het allerbeste deel uit het boek, waarin de Wetenden weer een rol gaan spelen, met de verrassende wending over de tweelingbroer van Mircea (of het nu werkelijkheid of fantasie was), en het verhaal van Maarten dat qua grootsheid voor mij te vergelijken was met het verhaal over Tantava in deel 1. Ik kijk nooit meer hetzelfde naar elke afzonderlijke boom die ik zie, elke bevroren sloot, en elk levend standbeeld in Amsterdam

Dit jaar staat in het teken van deze trilogie. Het derde en laatste boek zal ik in oktober gaan lezen.

4,5
Blz. 485 - 509

Gast
geplaatst: vandaag om 00:10 uur

geplaatst: vandaag om 00:10 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.