Dit is een geweldig boek. Ik heb echter geen idee hoe ik dat over kan brengen hier.
De achterflap biedt enige uitkomst: het is "eerder [een] experimenterende dan experimentele roman", wordt ons haarfijn geexpliceerd. De verteller meet zich verschillende rollen aan en vertelt ondertussen allerlei geschiedenissen die wel of niet gebeurd zijn, of in ieder geval hadden kunnen gebeuren.
Met dit alles wordt geprobeerd inzicht te verkrijgen in menselijke relaties, met name die tussen de hoofdpersoon en zijn vrouw. De belangrijkste rol is die van Gantenbein, een man die zich voordoet als blinde om zo voorbij het masker van mensen te kunnen zien.
De opzet, de vorm van de roman is ingenieus. Wat waar is en wat niet, ja zelfs wie nu wie is, blijft uiteindelijk onduidelijk. Tegelijk ontrafelt het boek zijn personages in inhoudelijke zin steeds verder. Wat een rake dingen weet Frisch te schrijven. Gantenbein staat vol prachtige passages, soms adembenemend, dan weer intriest of juist enorm lachwekkend. Eén citaatje dan, hoewel dat hier onherroepelijk afbreuk doet aan diepte die het heeft in het boek:
De vrouw is een mens voordat je van haar houdt, soms ook daarna: zodra je van haar houdt, is ze een wonder, dus niet duurzaam -
Iedereen kent van de naoorlogse generatie duitstalige schrijvers Hesse en Grass maar voor mij steekt Frisch met kop en schouders boven hun uit. Het enige wat hij niet doet is meeslepende boeken schrijven. Frisch lezen is altijd een soort worsteling, maar wel een worsteling als die van Jakob bij de Jabbok, waarbij je een beetje van jezelf leert kennen.
Goed, misschien overdrijf ik wat. Toch weet ik bijna zeker dat ik deze roman nog wel een keer ga lezen in mijn leven. 'Slechts' 4 sterren maar dit is wel een van mijn persoonlijke favorieten.