menu

Antigone - Sophokles (-441)

Alternatieve titel: Ἀντιγόνη

mijn stem
3,77 (35)
35 stemmen

Oudgrieks
Toneelstuk
Politiek / Historisch

56 pagina's
Eerste druk: Onbekend, Athene (Griekenland)

Antigone, Oedipus' dochter, overtreedt de wet van haar oom Creon, koning van Thebe. Hij verbiedt de begrafenis van haar broer Polyneices, een landverrader. Nadat Antigone toch haar broer begraaft, moet ze op bevel van Creon levend worden begraven. De ziener Tiresias voorspelt hem alles kwijt te raken als hij hiermee doorgaat, maar Creon blijft stug bij zijn besluit om Antigone ter dood te brengen, ondanks dat ze zijn nicht is en de verloofde van zijn zoon Haemon.

zoeken in:
avatar van thomzi50
Heb grote delen hiervan op school gelezen, maar ik weet niet zeker of ik werkelijk alles heb gelezen, dus ik stem maar niet. Vond het overigens zeker een interessant boek, minstens 3,5*

avatar van -JB-
3,5
Antigone gaat over de vraag naar wie je moet luisteren, naar jezelf, je machthebber, de goden of mensen om je heen. Dit resulteert in de voor Sophocles zo kenmerkende doorzettingskracht die de held tentoonsprijdt. Natuurlijk ook weer een dramatisch einde, zoals een Grieke tragedie betaamd.
Toch is dit stuk minder dan Oidipus.

Sayant detail: Sophocles schijnt zich dodelijk verslikt te hebben tijdens een declamatie van dit stuk tijdens een banket. Zelfs zijn leven was een tragedie.

avatar van mjk87
4,0
Ik heb het genoegen niet Oud Grieks te kunnen lezen, en dat zal zeker een dimensie extra geven, maar ook in een goede vertaling is er genoeg moois te lezen.
Het verhaal leent zich voor de tragiek, en geeft ook nog enkele lessen en bepaalde levensvragen mee. Waar dient men voor te kiezen, waar dient men naar te luisteren zijn er twee van.
Maar daarnaast is het verhaal zelf heel mager. Nu begrijp ik dat Sophocles enkel het gesproken woord kan gebruiken (en dat doet hij verdienstelijk, want je komt alles te weten via het gesprokene zonder dat het gemaakt lijkt), maar je krijgt als lezer 5 korte gedeelten uit een toch tragische geschiedenis. Meeleven lijkt er in dat geval soms niet helemaal in te zitten, omdat er nogal kort door de bocht wordt gegaan.
Maar goed, in andere gedeelten was dat medeleven er weer wel: het is dus enkel geen heel groot meesterwerk, maar wel een uistekend toneelstuk.

avatar van Donkerwoud
3,5
Had ook bij Antigone dat het net iets minder leek dan Koning Oedipus. Wel mooi hoe de gebeurtenissen uit dit verhaal ook weer impliciet resoneren in dat later verschenen verhaal.

4,0
Ik vond het juist een mooier stuk dan Oedipus. Centraal daarbij staat voor mij die prachtige discussie tussen Kreon en zijn zoon Haimon, die eerst zijn vader naar de mond lijkt te praten maar hem langzaam probeert te overtuigen van het vergeven van zijn toekomstige bruid Antigone, met als climax:

Want als er ook aan mijn kant enig inzicht is,
jong als ik ben, zeg ík: het allermooist zou zijn
wanneer een mens door zijn natuur alwetend was
maar nu dat meestal anders ligt is het ook mooi
te leren van wie goede argumenten heeft


Een prachtig staaltje retorica vind ik dat hele stuk. Voeg toe de onverzettelijkheid van Antigone en het supertragische einde (het zal ook eens niet) en ik heb hier echt heel erg van genoten.

avatar van LimeLou
3,5
Het lezen van toneelstukken is geen gemak voor mij, maar voor de oude Grieken, die voor ons de weg hebben gebaand naar de moderne letterkunde, doe ik graag wat extra moeite. Dat ik een druk van Antigone heb geleend van de bibliotheek, die best oud was en gebruik maakte van héél verouderd Nederlandsch (ja, ja, met 'ch' erachter!) drukte de pret niet. Dit omdat Antigone een beknopt toneelstuk is.

Tijdens mijn geschiedenislessen kreeg ik te leren over de verschillen tussen Aeschylus, Sophocles en Euripides en waarom deze toneelschrijvers van zo'n groot belang waren. Nu, na enkele jaren, ben ik wel benieuwd om zelf enkele toneelstukken door te spitten van deze 3 klassieke toneelschrijvers.

Antigone is het eerste Griekse toneelstuk dat ik heb gelezen. Vanwege het archaïsche taalgebruik heb ik lang niet alles goed kunnen volgen, en daarnaast is de nadruk die in Antigone gelegd wordt op het stichtelijke aspect ('gij moet de wetten der goden respecteren!', 'den mensch is niet de maatstaaf der dingen!') voor moderne lezers vervelend opzichtig. Daarentegen is de kern van elk interessant drama terug te vinden en is het slot heftig en meeslepend. Het is Sophocles geslaagd om mij te doen reflecteren hoe ikzelf zou handelen in een dergelijke situatie, en dat is een mooi iets: dat een schrijver die meer dan twee millennia dood is, mij tegenwoordig doet nadenken over het belang om zelf een eigen keuze te kunnen en te durven maken.

geplaatst:
Antigone bevat de voor Sophocles kenmerkende scherpe dialogen – emotioneel en intelligent – alsmede de wat duistere koorteksten die het onderwerp naar een hoger, vaak ook religieuzer niveau tillen. Het is een van de oudste tragedies van Sophocles maar qua plot het laatste deel van Sophocles’ Thebaanse trilogie, bestaan uit Oedipus Tyrannus, Oedipus te Kolonos en Antigone. Na de zelfverbanning van Oedipus rouleren de twee zonen van Oedipus als heerser over Thebe totdat de ene zoon Eteokles de alleenmacht wil waarna de verdreven andere zoon Polyneikos Thebe aanvalt waarbij zij elkaar doden. Creon wordt dan de koning van Thebe. Creon is een harde, meedogenloze heerser die evenwel rechtvaardig meent te zijn: als Antigone, de dochter van Oedipus en de verloofde van Creons zoon Haimon, Creons decreet dat Polyneikos als vijand van Thebe niet mag worden begraven nota bene openlijk in de wind slaat omdat de goddelijke wet haar opdraagt haar broer te begraven zodat hij naar het dodenrijk kan, veroordeelt hij haar ter dood omdat hij als heerser eigen familie niet anders moet behandelen (en hoe kan hij de orde in Thebe handhaven als hij rebellie in zijn eigen huis al niet aanpakt?). Antigone daarentegen is niet onder de indruk van haar straf: zij vreest de goden meer dan de koning en wil de doden meer behagen dan de levenden want de dood is eeuwig. Zij vindt het een eer om te mogen sterven voor haar “heilige misdaad”. Als Creon na een onderhoud met Tiresias tot inkeer komt is het te laat: Antigone heeft zich in haar cel opgehangen waarop respectievelijk Haimon en zijn moeder (de vrouw van Creon) uit verdriet zelfmoord plegen waarop Creon de schuld op zich neemt en de goden vraagt ook hem te doden.

Me dunkt dat Sophocles Creon een laag karakter acht: hij is niet actief uit op macht maar opportunistisch en waar Oedipus hem (met Tiresias) er ten onrechte van verdacht tegen hem samen te spannen om de macht te krijgen verdenkt Creon op zijn beurt ten onrechte de mensen die zijn positie ondermijnen ervan zich te hebben laten omkopen zodat hij sterk op geldelijk gewin lijkt gericht. In Oedipus verweerde hij zich nota bene tegen de beschuldiging dat hij de macht wil met de retorische vraag waarom hij de macht zou willen terwijl hij nu al in welvaart leeft maar zonder de verantwoordelijkheid en gevaren die met de macht komt. Dat Creon zich (nog) niet doodt in het stuk geeft ruimte te denken dat hij – in tegenstelling tot de moedige Antigone – wellicht te laf is om zelfmoord te plegen. “Magiërs zijn uit op geld” zegt Creon waarop Tiresias repliceert “Tirannen op geweld.” Creon is tiranniek in de moderne, ongunstige zin van het woord hetgeen blijkt uit het feit dat alleen Antigone durft te zeggen wat niemand anders durft te zeggen: dat Creon tegen het gebod van de goden handelt (en daarmee een rampzalige fout maakt). De bevolking is aldus de mond gesnoerd, hetgeen hem niet populair zal hebben gemaakt bij het Atheense publiek.

Toch lijkt zijn taakopvatting als heerser – het gezag en de orde handhaven en iedereen gelijk behandelen – niet onjuist: zijn fout is echter dat zijn decreet niet conform de natuurwet (goddelijke wet) is hetgeen voor ons wellicht vergelijkbaar is met de rechtsstaat, zoals de mensenrechten, die boven elke democratische wet staat. Reeds Aristoteles maakte het – door de Romeinen met name in het privaatrecht (“redelijkheid en billijkheid”) en in het christendom met name door Aquino uitgewerkt – onderscheid tussen het natuurrecht, die voor alle mensen geldt, en het wettenrecht (positieve recht) die willekeurig door heersers kunnen worden gegeven. Een ander aspect is de opvatting van burgerschap: voor Creon is burgerschap een contract die Polyneikos heeft verbroken door Thebe aan te vallen waarmee hij geen burger van Thebe meer is en als ‘vreemdeling’ geen recht op een begrafenis heeft, terwijl vanuit het standpunt van Antigone een burger zijn burgerschap niet kan verliezen vanwege zijn bloedband (hetgeen in de moderne tijd de vorm heeft van burgerlijk nationalisme vs. etnisch nationalisme die ook de discussie met betrekking tot immigratie bepaalt: hebben ‘nieuwkomers’ (allochtonen) dezelfde rechten als autochtonen?).

Volgens Hegel belichaamde de tragedie altijd het conflict tussen twee goede zaken en in zijn dialectische interpretatie van Antigone, waarin volgens Antigone het zowel haar plicht is als zuster om haar broer te begraven als het verbod (de menselijke wet) in strijd is met de goddelijke wet die eist dat elk mens begraven wordt, zien we in het stuk zowel de ineenstorting van het heidendom (de polis) als de verzoening van twee ethische beginselen. De heidense Staat (dat is hier Kreon) belichaamt het universele dat daarvoor het particuliere (de familie) onderdrukt – ik merk op dat Plato het gezinsleven zelfs helemaal wilde afschaffen – maar daardoor ook eeuwig wordt ondermijnd door dat particuliere, dat is de familie, dat Hegel met de vrouw (hier: Antigone) identificeert. De vrouw is aldus ‘de eeuwige ironie van de gemeenschap’. Tegelijkertijd brengt de verinnerlijking en daarmee universalisering van dat particuliere de goddelijke wet voort die Hegel dan ook de vrouwelijke wet noemt (tegenover de mannelijke, wereldse wet die zich dominant stelt en het vrouwelijke onderdrukt). De uitsluiting van de vrouw, dus van het particuliere, was de fatale fout van de klassieke samenleving (en in Antigone stort Kreons huis dan ook in). In christelijke termen: we zijn allen kinderen van God en daarom gelijk waarbij dus juist ook broers en zussen – dus man en vrouw – moreel gelijk zijn. De Franse Revolutie beoogde die universele gelijkheid die dan ook de vrouw had moeten insluiten, maar greep onder invloed van Rousseau ook sterk terug naar het klassieke republikeins ideaal waarbij elk particulier belang wordt onderdrukt door het algemene belang (de burger moet ‘gedwongen worden vrij te zijn’, welke positieve vrijheid het algemene belang dient) zodat ook de vrouw bleef onderdrukt.

Gast
geplaatst: vandaag om 14:11 uur

geplaatst: vandaag om 14:11 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.