menu

Zapiski iz Podpolja - Fjodor Dostojevski (1864)

Alternatieve titels: Aantekeningen uit het Ondergrondse | Mémoires uit het Souterrain | Herinneringen uit het Ondergrondse | Ondergrondse Notities | Записки из Подполья

mijn stem
4,20 (176)
176 stemmen

Russisch
Ideeënliteratuur / Psychologisch

155 pagina's
Eerste druk: Epoch (periodiek), Sint Petersburg (Rusland)

De anonieme verteller van dit boek is een verbitterde, misantrope man die afgesloten leeft in zijn kleine flatje in de stad Sint Petersburg rond 1860. In het eerste deel richt hij zich tot de lezer met een emotioneel betoog over de natuur van de mens. In het tweede deel verklaart hij zijn eigen vervreemding van de samenleving aan de hand van enkele herinneringen.

zoeken in:
avatar van manonvandebron
5,0
In deze psychologische roman gaat het niet zozeer om de gebeurtenissen, maar wel om wat zich in het hoofd van de naamloze verteller afspeelt. Het verhaal komt pas in het tweede deel op gang, en zelfs dan gaat het vooral om zijn subjectieve ervaring van de werkelijkheid. Het eerste deel is één grote filosofische mijmering.

De verteller is iemand die zich afzondert van de samenleving, zoals een muis in een hol. Hij is intelligent, maar slecht in sociale contacten. Hij leeft volledig in z’n hoofd, en maakt het zichzelf moeilijk door te veel na te denken. Als binnenvetter kan hij een klein incident tot enorme proporties uitvergroten zonder dat de aanstichter zich daarvan bewust is.

Interessant is z’n weerzin tegen een maatschappij die volledig op rede en logica gebaseerd is. Hij ziet de mens als een irrationeel wezen dat niet in een perfect geordend systeem mee wil draaien. Daarmee zet Dostojevski zich af van het utilitarisme en het utopisch socialisme van z’n tijdgenoot Nikolaj Tsjernysjevski. Z’n voormalige school vergelijkt hij met een katorga of Siberisch strafkamp.

De natte sneeuw stel ik me voor als zo’n grijze pap bij een temperatuur net boven het vriespunt, wat past bij het kille maatschappijbeeld van onze antiheld. Dit weerbeeld in het heden associeert hij met een herinnering aan zestien jaar geleden, die de inhoud van het tweede deel vormt. Paradoxaal genoeg voelde de misantroop toen in een opwelling de behoefte om uit z’n hol te kruipen en de gehele mensheid te omarmen, maar in de praktijk viel dat tegen.

Z’n leeftijd, veertig jaar, kan symbolisch verwijzen naar de bijbelse afzondering in de woestijn. Dostojevski zelf was tweeënveertig toen het verscheen. De subjectieve vertelstijl is eigenzinnig, al zijn er gelijkenissen met Gogol. Het is filosofisch, maar bevat ook humor. De vervreemding tussen individu en maatschappij is zelden zo treffend onder woorden gebracht.

avatar van Raskolnikov
5,0
Wat magisch is dat toch, zo’n boek dat je lang geleden overrompelde, sindsdien wegzakte in je herinnering en je dan bij herlees na een paar zinnen weer volledig in zijn ban heeft. Aantekeningen leest nog net zo fris als die eerste keer. Net zo overrompelend is dat radicale wereldbeeld, dat me tegelijkertijd aantrekkelijk én afstotelijk voorkomt.

De polemiek van de ondergrondse man is een lofzang op onredelijkheid. In het onredelijke schuilt voor hem vrijheid. Zeker in een samenleving waarin logica, ratio en (eigen) gewin de geaccepteerde stramienen zijn waar we ons naar gedragen. Die drijfveren degraderen de mens tot een onvrij(er) wezen, één die zich bovendien teveel door zijn bewustzijn laat leiden. De ondergrondse man vreest de tijd dat al het menselijk gedrag verklaard kan worden, de mens daarmee ontslaand van verantwoordelijkheid voor diens daden. Het bewustzijn is voor hem een ziekte, beter is het door het gevoel meegesleept te worden zonder stil te staan bij de oorzaken die gedrag in gang zetten.

Voor mij geeft de gedachtegang van de ondergrondse man perfect weer welke worstelingen we zo vaak doormaken bij het bepalen van ons gedrag. De intuïtieve drang die het onvoordelige A voorhoudt, maar de ratio die het voordeliger B oppert. Wat is het dan toch dat A zo vaak zoveel aantrekkelijker voorkomt, en we desnoods bereid zijn de rationele onderbouwing daar op aan te passen? Er zit zeker een aantrekkelijkheid in de onredelijkheid, misschien is het inderdaad een gevoel (illusie?) van vrijheid, van onafhankelijkheid.

De ondergrondse man peurt nog een paar niveaus dieper in dit vraagstuk en komt daarbij o.a. uit bij (ook weer heel herkenbaar) de onredelijke wraakfantasieën die de kop op steken na een belediging:

“Ze zal zichzelf voor die fantasieën schamen, maar ze zal niettemin toch alles in haar herinnering oproepen, ze zal alles opnieuw omspitten, ze zal er uit zichzelf nooit voorgevallen gebeurtenissen bij verzinnen onder het voorwendsel, dat die wel hadden kunnen gebeuren en ze zal niets, nee niets vergeven.”

Natuurlijk leidt al dit gepieker enkel tot een lijden, maar daar schuilt een ‘ragfijn genot’ in. Die obsessie met lijden, te prefereren boven een najagen van geluk, is typisch Dostojevskiaans en volgens mij tot op zekere hoogte tekenend voor de Russische geest. In het tweede deel wordt duidelijk dat de beschreven levenshouding hooguit in isolement houdbaar is, of beter gezegd, in het sociale verkeer tot isolement leidt.

Aantekeningen mag dan heel conceptueel zijn, de typische schrijfstijl maakt het een zeer levendig werk. Polemisch, als een columnist op volle toeren die de lezer bijna fysiek bij de kladden grijpt en zeker niet zonder humor.

4,0
Deze vind ik heel moeilijk te beoordelen. Raskolnikov legt precies uit wat er goed aan is. Het kan ook niet beter, in de zin dat het concept van dit boek niet beter uitgewerkt had kunnen worden. Mijn 'probleem' (veel te groot woord) is dat ik het concept niet zo geweldig vind. Of tenminste wat karig. In vergelijking met ander Dostojewski-materiaal wel te verstaan, de Gebroeders voorop. Ik merk dat ik vooral een held mis à la Aljosja en/of de idioot. Er breekt nauwelijks licht door gedurende het hele boek. Allemaal geen grote problemen, maar ze dragen niet bij aan mijn leesplezier. Ook het eerste deel vond ik hier en daar wat moeilijk te volgen. Deel 1 en 2 omdraaien had misschien wel beter geweest, of misschien is het sowieso een iteratief boek waarbij deel 1 niet geheel te begrijpen is zonder deel 2 en vice versa (of misschien ontbreekt mij het intellect; een zeer onwaarschijnlijk maar niettemin niet onmogelijke optie ;P). Al met al dus opnieuw onder de indruk van Dostojewski, maar minder dan ik had gehoopt. Ik moet eindelijk maar eens de gouden/dikke drie gaan herlezen .

avatar van AGE-411
4,5
"Wat is beter - goedkoop geluk of een verheven lijden?" 

De hoofdpersoon verkiest alleszins het tweede. Of misschien verkiest hij het niet, maar is het gewoon z'n aard om genot te scheppen in het lijden. Hij haat zichzelf en de mensen rondom zich. Het hoofdstuk over de kiespijn illustreert dit. Ik pijn? Iedereen pijn! Een mooi excuus.
Al het goede en al het slechte aan de mensheid komt voor uit het irrationele van de mens. De mens mag dan wel een redelijk wezen zijn, hij gaat ook graag tegen die rede in. Gewoon omdat het kan. En omdat het kan wil de mens het.

"Aangenomen dat het een wet van de logica is, dan hoeft het toch nog geen wet van het mensdom te zijn?"

Over de mensheid: "Hij houdt van het streven, maar hij vindt het niet erg prettig om iets daadwerkelijk te bereiken"
Het eerste gedeelte van het boek kan voor sommige mensen als moeilijk worden ervaren. Er worden een aantal stellingen geopperd die in het tweede deel geïllustreerd worden.

Het tweede gedeelte gaat eerst over de ziekelijk obsessie met een fysiek sterkere man. Een intermezzo dat eigenlijk weinig te maken heeft met het eigenlijke 'verhaal' van dit boek. Maar ik snap het wel. Jaloers op schijnbaar perfecte medemens.

Eigenlijk begint het echte verhaal pas over halfweg.
Het hoofdpersonage gaat op zoek naar oude klasgenoten waarmee hij een liefde-haatverhouding heeft. Oké, meer een haatverhouding, maar hij kan niet zonder hen te misprijzen.
Na wat gelal komt het tot een heerlijke tirade tegen iemand die z'n leven vergooid, in casu aan hoererij.
Vooral het deel waar hij haar al begraaft na een onbenullig bestaan. "Ze gooien het graf zo snel mogelijk dicht met natte, blauwzwarte klei en gaan dan naar de kroeg ... Niemand zal zich hierna jouw bestaan op aarde nog herinneren, je naam zal verdwijnen van het aanschijn der aarde, alsof je nooit had bestaan en nooit was geboren"

Ah, wat denk ik hier zelf vaak aan als deel van een kinderloos koppel. In ons geval moet men gewoon zorgen dat er 2 mensen in de put kunnen. Een steen is niet nodig, er komt ons in levende lijve al niemand opzoeken, laat staan wanneer we dood zijn.
Het boek was bijzonder confronterend. Ik werd op momenten geconfronteerd met mijn eigen sociale tekortkomingen. Maakt mij dit een even vreselijk en meelijwekkend figuur als het hoofdpersonage? Waarom vertel ik dit nota bene?

Vlak voor het einde volgt de quote waarmee ik dit bericht opende. Wat benijd ikzelf toch het simpele geluk van de mensen. Voor mij is dat meer waard dan het verheven lijden. Kijk hoe gelukkig de mensen zijn, maar waarom? Ze zijn zoals baby's die lachen, of zoals demente bejaarden zich lijken te vermaken met iets simpel. Waarom zijn mensen zo gelukkig?
Dit boek blijft nog wel even nazinderen.

avatar van HankMoody
4,5
AGE-411 schreef:

Het boek was bijzonder confronterend. Ik werd op momenten geconfronteerd met mijn eigen sociale tekortkomingen. Maakt mij dit een even vreselijk en meelijwekkend figuur als het hoofdpersonage? Waarom vertel ik dit nota bene?


Dat is de magie die je hier aanraakt. Dit is waarom we lezen uiteindelijk. Dit is wat een niet-lezer nooit zal meemaken. Ik denk dat dit boek bedoeld is dat je het leest en na kan denken over je eigen kleinzerigheid en dat kan weghalen. American Psycho is ook op dit boek gebaseerd. Uiteindelijk ook een zielige, kleinzerige man die de hele tijd in zijn hoofd zit en obsessief bezig is met status.

Deze man had wat Marcus Aurealius moeten lezen of andere stoïcijnen. Dit boek doet me denken aan een quote van Seneca. We lijden meer in onze verbeelding dan in de realiteit. Dat is dit hele boek eigenlijk. Er zijn zoveel mensen op deze aarde die super veel lijden in hun hoofd en hun gedachten maar dat hoeft eigenlijk niet.

Dit boek vond ik ook heel immersief. Ik kan me die scene nog herinneren dat hij in de stad loopt en een ambtenaar volgens mij komt op hem afgelopen en hij zit in zijn hoofd dat hij niet gaat uitwijken. Daar denk ik elke keer als in de stad loop en dan loop ik zelfverzekerd door met de gedachte dat ik niet ga uitwijken. Dat is gewoon een leuk spelletje om te doen als je je verveelt. Recht op mensen aflopen en niet uitwijken.

Gast
geplaatst: vandaag om 15:30 uur

geplaatst: vandaag om 15:30 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.