menu

The Picture of Dorian Gray - Oscar Wilde (1891)

Alternatieve titel: Het Portret van Dorian Gray

mijn stem
4,12 (272)
272 stemmen

Engels
Psychologisch

288 pagina's
Eerste druk: Ward, Lock and Company, Londen (Verenigd Koninkrijk)

Dorian Gray is een knappe, naïeve jongeman die in Engeland woont. Een vriend van hem, Basil Hallward, is schilder en maakt een perfect portret van hem. Het is zo perfect dat hij het niet wil tentoonstellen (het zou teveel van hemzelf weggeven), en hij geeft het aan Dorian. Dorian wenst dat hij altijd zo knap zou blijven, en dat het schilderij in zijn plaats ouder zou worden.

zoeken in:
avatar van eRCee
3,5
De kunststroming van impressionisme, romantiek (of wat is het eigenlijk?) waaronder ook The Picture of Dorian Gray valt is nooit mijn favoriet geweest. De theatrale levenswijze en de aanbidding van het schone zijn voor een moralist als ik echt vloeken in de kerk. Toch kan ik wel genieten van de goede literatuur die dit boek tegelijkertijd is. Het verhaal zit sterk in elkaar. Vanaf het begin proef je de botsingen van twee levenswijzen, verpersoonlijkt in Basil en Lord Henry. De noodlottige verwikkelingen die gaan volgen hangen al direct in de lucht. De rol die het schilderij hierin vervolgens gaat spelen is fascinerend.
Mijn wrevel tegen deze literatuurstroming als zodanig richt zich in dit geval specifiek op de persoon van Lord Henry. Met zijn paradoxale uitspraken (elke keer hetzelfde trucje) was ik het vrijwel nooit eens. Onherroepelijk stempelt deze aversie ook mijn beoordeling, net zoals inhoud waarin je je herkent een waardering enorm kan opstuwen. Samen met een aantal oninteressante passages vol opsommingen over verzamelingen en historische figuren zorgt dit ervoor dat ik naar beneden afrond. Wel met recht een klassieker inderdaad. 3,5*

avatar van J.Ch.
4,5
Niemand spuit zo met briljante citaten als Oscar Wilde. Dit boek kun je op bijna elke bladzijde openslaan en een fantastische uitspraak tegenkomen. Vooral uit de mond van Lord Henry komen continu pareltjes. Alleen al als verzamenling van citaten is The Picture of Dorian Gray een geweldig boek.

Een andere reden die dit boek de moeite waard maakt, is dat Oscar Wilde op een bijzonder treffende manier genot, kunst, zonde, geweten en ondergang beschrijft. Hij spaart geen van zijn personages, de samenleving evenmin en zichzelf ook niet, vermoed ik zo. De ontwikkeling van Dorian van onschuldige jongeman naar levensgenieter naar gewetenloze hedonist is zeer treffend beschreven en het einde vind ik één van de beste in de literatuur. Frustrerend (want wel héél erg abrupt), maar zo passend. Niets meer aan doen.

Een klein minpuntje is het taalgebruik dat naar mijn smaak wel eens wat te bloemrijk of theatraal is. Verder heb ik weinig aan te merken op dit boek. 4,5 sterren.

avatar van Theunis
4,5
Er zijn van die boeken die als een onmisbare mijlpaal langs de oneindige weg van de literaire geschiedenis staan. Het Portret van Dorian Gray is er zo eentje. Het gaat over het tijdloze verlangen van de eeuwige jeugd, op een geweldige manier beschreven voor Oscar Wilde. Hij laat een schilder een portret van de jonge, knappe Dorian Gray schilderen. Gray spreekt de wens uit dat het portret verouderd en dat hij zijn smetteloze gezicht niet door de tijd zal worden aangetast.

Als er iets niet zal verouderen is het de menselijke drang naar de eeuwige jeugd. In die zin is het boek nog steeds springlevend. Maar het boek, geschreven in 1891, kijkt ook met een helderziende blik richting de toekomst, richting de 20e eeuw en zelfs nu is het boek nog relevant. Zo schrijft Wilde over het ideaal van deze tijd: “de man die van alles op hoogte is” en is het voor mensen een raadsel hoe het komt dat Dorian Gray “lieftallig en bekoorlijk als hij was, ongerept had weten te blijven in een tijdperk dat even vuns was als sensueel”. En, kijkend naar wat er in de 20e eeuw zou gebeuren, is deze wel erg treffend: “jij hebt vaak gezegd dat persoonlijkheden, en niet principes, de stuwende kracht zijn in elke tijd”.

Maar als er iets is dat dit boek zo goed maakt dan is het de onweerstaanbare stijl waarin het geschreven is. Als Wilde een onheilspellende sfeer in een haventje schetst bijvoorbeeld. “Zwarte scheepsmasten staken boven de lage daken en gekartelde schoorsteensilhouetten uit. Witte missluiers zweefden als spookzeilen over de havens.” Of als een vrouw iets zegt waarvoor ze zich onmiddellijk schaamt: “Een roos trilde in haar bloed en wierp zijn schaduw op haar wangen”.

Het zal niemand verbazen dat in het boek die mooie, ongerepte jeugd uiteindelijk niet stand kan houden. Maar de herinnering aan die jonge God, die onweerstaanbare Dorian Gray zullen altijd blijven bestaan, omdat het een heerlijkheid zal blijven om dit boek te lezen.

avatar van metalfist
4,0
The Picture of Dorian Gray is zo'n boek dat alweer een aantal jaar op mij ligt te wachten. In tegenstelling tot onze goede vriend Dorian wordt Metalfist wel ouder (al hoopt hij wel met zijn 27, bijna 28, lentes nog een tijd te kunnen meegaan) en had ik me een tijd geleden al voorgenomen om eens wat vaker een moeilijker boek aan te pakken. Ik heb best nog veel van Oscar Wilde klaarliggen - veel van zijn oeuvre is in verzamelboeken te vinden - en dan de afgelopen dagen maar eens goed voor gaan zitten.

Al moet ik toegeven dat ik pas echt met het zonnige weer er een ferme start aan heb kunnen geven, want dit hersenspinsel van Wilde leent zich niet echt voor een halfuurtje lezen voor het slapengaan. Zijn schrijfstijl is namelijk een mes dat aan 2 kanten snijdt: de ene moment heerlijk gevat en op elke pagina kun je wel een aantal zinnen inkaderen maar soms is het ook amper vooruit te branden. Als mijn geheugen het nog goed doet, dan is bijvoorbeeld het hoofdstuk na de dood van Sybil (waar we een tijdssprong maken en Dorian gewoon één grote monoloog voert waarin hij een aantal dingen beschrijft) bijna niet te doen qua saaiheid. Toch blijft dit wel over de gehele lijn intrigeren en neemt Wilde je zonder al te veel moeite mee op een fascinerende reis. Het einde is misschien iets te voorspelbaar (ik meen ooit ook eens een verfilming gezien te hebben, maar vind op MovieMeter niets terug waar ik op gestemd heb) maar daar staan een aantal erg leuke personages tegenover en eerlijk gezegd: ik vond het abrupte einde hoe Dorian aan zijn einde komt, in tegenstelling tot de manier waarop de verhaallijn met de broer van Sybil wordt afgerond, nog wel mooi passen.

Het smaakt in ieder geval wel naar meer, zoveel is zeker. Geen idee waar ik nu aan zou starten, want ik heb het gevoel dat Dorian Gray de enige echte roman is die Wilde heeft gemaakt maar misschien zijn de toneelstukken me ook nog wel iets. Het zal niet voor direct zijn (nog zoveel anders te lezen!) maar er zal in de toekomst nog wel iets passeren van de hand van Wilde.

4*

avatar van manonvandebron
5,0
De publicatie van deze roman was destijds een schandaal, maar dat zegt vooral veel over de victoriaanse critici. Dorian Gray wordt niet voorgesteld als een vulgair lustobject, maar als een veruitwendiging van de abstracte idee Schoonheid. De schildersstudio vormt een arcadisch decor met rozen, seringen en een winde die bevrucht wordt door een hommel.

Dorian is een jongeman met vrouwelijke eigenschappen: blonde lokken, rode lippen en blozende wangen. De verhouding tussen schilder en model is platonisch. Oscar Wilde verfoeide het Victoriaanse Tijdperk, waarin homoseksualiteit taboe was. Hij dweepte met de Griekse Oudheid. De voornaam Dorian is slechts één van de vele verwijzingen daarnaar. Lord Henry pleit voor een tijdperk van het nieuwe hedonisme.

Het verlangen naar de eeuwige jeugd is een oud motief in de literatuur. Door z’n wens behoudt Dorian z’n jeugdige schoonheid, maar verliest hij z’n ziel. Zo komt een magisch element het verhaal binnen. Het schilderij wordt levend; Dorians leven wordt een kunstwerk. De verhouding tussen kunst en werkelijkheid is een thema. Volgens Lord Henry zit er meer realiteit in een het theater dan in het leven. Sibyl komt aanvankelijk slechts tot leven wanneer ze op het podium staat. Haar beste rol is Rosalind in As You Like It, een vrouw die zich als man vermomt.

Het speelt zich grotendeels af in Mayfair, een deftige wijk in Londen. Na de moord verplaatst het zich even naar een smerige opiumtent - een weerspiegeling van Dorians persoonlijke evolutie. De moord zelf vindt symbolisch in het dertiende hoofdstuk plaats. Voor het verwijderen van het lijk vindt Dorian een oplossing - in twee betekenissen van het woord.

Oscar Wilde was een taalvirtuoos. Z’n one-liners zijn vaak gebaseerd op een tegenstelling of paradox. In het eerste hoofdstuk lanceert hij meteen een van z’n bekendste: There is only one thing in the world worse than being talked about, and that is not being talked about. En zo gaat dat nog twintig hoofdstukken door.

5,0
Oscar Wilde

Net als de personen in het boek kwam Wilde uit de ‘good society’ (maar moest echter toch werk zoeken omdat de erfenis tegenviel), met daarbij nogal wat schandalen in het gezin, hetgeen hem waarschijnlijk de fascinatie voor het ontstaan en verlies van goede reputatie gaf. Hij was een geschoold classicus (net als Nietzsche met wie hij veel opvattingen gemeen heeft), die ook voor The Picture of Dorian Gray werd geïnspireerd door het Hellenistische ideaal, met name door de opvattingen van schoonheid en (homoseksuele) liefde in Plato’s dialoog Symposium. Bijgevolg hield hij ook van de (vroege) Renaissance die eveneens in hoge mate was geïnspireerd door Plato (bv. door het concept van ‘platoonse liefde’ die uit de Symposium stamt) en sympathiseerde hij met onder meer het schilderscollectief Pre-Raphaelite Brotherhood, uit zijn eigen Victoriaanse tijdperk, dat net als hijzelf daarnaar teruggreep. In Parijs ontmoette hij Decadentistische en Impressionistische kunstenaars die kunst verbonden met perverse verlangens, hetgeen hem fascineerde (Decadentie was een kunststroming die uiting gaf aan zieke gevoelens jegens de wereld (Weltschmerz), zichzelf en het leven (ennui) en die schoonheid (kunst), het kunstmatige (tegennatuurlijke) en de overdaad superieur achtte aan de natuur, het natuurlijke en de burgerlijke moraal). Wilde had reeds als student de houding van een dandy en poseur aangenomen en was vanwege z’n onconventionele kleding en meningen al een beroemdheid voordat z’n eerste werk verscheen; z’n werken werden door de pers echter afgewezen als immoreel.

L’art pour l’art

Ook de eerste, korte versie van The Picture of Dorian Gray, die in 1890 in een tijdschrift werd gepubliceerd, werd door de pers veracht als moreel corrupt en verderfelijk, niet in de laatste plaats door z’n nogal openlijke homo-erotiek (dat Wilde ‘Uranian love’ noemde naar Plato’s Symposium): in die tijd was homoseksualiteit strafbaar en later zou Wilde ook worden vervolgd en veroordeeld voor homoseksualiteit. Wilde was een aanhanger van het l’art-pour-l’art-principe maar juist het idee voor The Picture of Dorian Gray bevat een moraal – wellicht een waarschuwing voor z’n jonge bewonderaars – die hijzelf in een brief verwoordde als “All excess, as well as all renunciation, brings its own punishment”. Maar toen de critici vernietigend oordeelde over de eerste versie, schreef hij een heus l’art pour l’art-manifest als voorwoord en verdediging tegen de aanvallen bij de tweede versie. Dit voorwoord bevat hiertoe uitspraken als:
“There is no such thing as a moral or an immoral book. Books are well written, or
badly written. That is all.”
“Vice and virtue are to the artist materials for an art.”
“Those who find ugly meanings in beautiful things are corrupt without being charming.”.
In lijn hiermee benadrukte de nieuwe en langere versie van het werk tot het formaat van een boek in 1891 Wilde’s estheticisme om de moraal te onderdrukken waarbij ook de meest expliciete verwijzingen naar homoseksualiteit werden verwijderd. Het estheticisme was de Engelse versie van de Franse Decadentie en een laat 19de eeuwse stroming met wortelen in de Romantiek en de prerafaëlieten met Wilde als haar vlaggenschip. Eenvoudig gezegd behelst het estheticisme dat kunst maar ook het leven in het teken van schoonheid in plaats van nut of moraal moet staan (en is net als Decadenticisme een uiting van teleurstelling in de wereld en het leven terwijl God dood is zodat alleen een esthetische houding troost kan bieden; men vergelijke Nietzsche’s ethiek of estheticisme ‘voorbij goed en kwaad’). Niettegenstaande het anti-nutsdenken is de stroming verwant met art nouveau (Jugendstil), gekenmerkt door het decoratieve, sierlijke en levendige, die zich uitdrukkelijk ook op gebruiksvoorwerpen en het commerciële richt omdat schoonheid niet alleen in het museum maar juist ook aldoor in het dagelijkse leven zelf aanwezig moet zijn.

De roman

De roman of novelle gaat over de knappe jongeman Dorian Gray (uit goede huize) van wie z’n vriend en kunstschilder Basil, die verliefd op hem is, een portret maakt. Basils adoratie – Dorian is zijn muze – inspireert hem tot zijn beste kunst, maar hij is ook bang het schilderij te tonen: hij is bang dat het schilderij zijn (homoseksuele) adoratie verraadt (zie ook de uitspraak in het voorwoord: “To reveal art and conceal the artist is art's aim.”; ook Wilde zelf beoogde uit zelfbescherming zich te verbergen achter zijn werk). Als Dorian het volmaakte portret toch te zien krijgt, groeit zijn zelfvertrouwen – hij ontdekt zijn jeugdige schoonheid – en aangemoedigd door Lord Henry (‘Harry’), een estheticus die Dorians leermeester in zijn decadente, hedonistische levenskunst zal worden, spreekt hij de wens uit dat hijzelf eeuwig jong en knap blijft terwijl het schilderij veroudert in plaats van andersom. Op magische wijze wordt zijn wens vervuld, want hij blijft jong terwijl zijn portret veroudert door middel van de tekenen van zijn zonden die hij onder invloed van Lord Henry in groten getale pleegt. Het portret blijkt de zichtbare uitdrukking van zijn ziel: “This portrait would be to him the most magical of mirrors. As it had revealed to him his own body , so it would reveal to him his own soul.” en “What the worm was to the corpse, his sins would be to the painted image on the canvas”. Zo wordt het portret zijn schaamte, dus die van de geportretteerde in plaats van de portretmaker. Het portret – zijn verdorven ziel – drukt op Dorians geweten, niet omdat hij iets om zijn slachtoffers geeft (hij is niet in staat tot goedheid) maar “It was the living death of his own soul that troubled him.”. Mede omdat alleen het portret hem aan zijn misdaad linkt – hij heeft overigens de volmaakte moord gepleegd – besluit hij het portret te vernietigen, maar in een magische ruil die de verhouding opnieuw omkeert doorboort het mes zijn eigen hart en stort hij neer als een plotseling oud geworden man terwijl het portret intact en weer een onverouderde Dorian afbeeldend aan de muur hangt.

Literaire thema’s en invloeden

Het boek heeft daarmee bekende thema’s en gelijkenissen met veel andere verhalen waarvan die over magiër Faust, die zijn ziel verkocht aan de duivel voor goddelijke kennis, welvaart, heerschappij, liefde etc. maar die uiteindelijk ontdekt dat geluk niet wordt gevonden in uiterlijke zaken maar in jezelf, het opvallendst is. Wilde versterkt deze associatie nog door Dorian bij zijn wens uit te laten roepen: “I would give my soul for that!”. Net als bij Faust is er aldus een typisch christelijke moraal: het redden van je ziel is belangrijker dan alle wereldse zaken bij elkaar. Wilde’s verhaal grijpt ook terug naar de oude, alchemistische zoektocht naar het levenselixer dat eeuwige jeugd en schoonheid zou geven. Deze zoektocht naar het geheim des levens is ook het thema van bv. Frankenstein (1818/31) en in Haggards She (1887) geeft een onsterfelijke Egyptische prinses het elixer aan haar geliefde waarna zij verandert in een duizenden jaren oud lijk. Het gotische verhaal Melmoth the Wanderer (1820) van Maturin, een oudoom van Wilde, lijkt de mythen van Faust en de Wandelende Jood te combineren: iemand die zijn ziel aan de duivel heeft verkocht voor 150 jaar extra leven gaat de hele wereld over op zoek naar iemand die z’n duivelspact wil overnemen. Het dubbelgangersmotief is ook al oud en in 1886 werd Stevenson’s klassieker Strange Case of Dr Jekyll and Mr Hyde gepubliceerd. Tot slot noem ik de verwantschap met enkele gotische verhalen van Edgar Allan Poe, zoals The Facts in the Case of M. Valdemar (1845), waarin de dood wordt uitgesteld door mesmerisme (hypnose) waarna de gemesmeriseerde bij het ontwaken ineenstort als een massa rottend lijk, maar bovenal The Oval Portrait (1842), waarin een kunstenaar zijn vrouw met wie hij net is getrouwd wil vereeuwigen door haar te portretteren en zo opgaat in zijn kunst dat hij niet door heeft dat zijn vrouw is gestorven als het portret klaar is. Kunst heeft aldus het leven of de werkelijkheid vernietigd. Dorian verkiest zelfs uitdrukkelijk de kunst – de wereld van schoonheid en buitengewone sensatie – boven het echte, vulgaire leven waarbij hij ook zijn liefde voor ‘Gothic art’ uitspreekt omdat die ons naar een andere wereld en nieuwe sensaties voert: “It was the creation of such worlds as these that seemed to Dorian Gray the true object, or amongst the true objects, of life”. Poe was overigens beïnvloed door Hawthorne die de paradox onderzocht dat kunst levensecht wil zijn dus met het leven wil concurreren: Hawthorne meende dat de kunstenaar tot de ziel moet doordringen – het is een gangbaar idee dat kunst niet de buitenkant maar het wezen der dingen toont – zodat in die zin juist kunst de echte, diepere werkelijkheid toont en het niet vreemd is dat bij Wilde het portret de duivelse ziel van Dorian toont; bovendien deelt de portretmaker Basil het Victoriaans geloof in de ‘wetenschap’ der fysiognomie, welke wetenschap ervan uitgaat dat het karakter zich fysiek manifesteert. De roman lijkt tot slot een zinspeling op Disraeli’s roman Vivian Grey (1826) waarin de ogen van het portret van een "beautiful being" bewegen als de afgebeelde persoon sterft.

Een nieuwe vorm voor de oude thematiek

Ook Wilde zelf hanteert een esthetische benadering waarmee hij erin slaagt de oude thematiek een nieuwe vorm te geven: hij geeft geen metafysica (we weten niet of een goede of kwade macht de magie bewerkstelligt) maar verbindt het christelijke concept van zonde met het klassieke ideaal van levenskunst en bedekt deze inhoud zorgvuldig met stijl en sfeer dus estheticisme waardoor ook de moraal decoratie wordt. Dorians voorbeeld qua levenshouding, Lord Henry, verwoordt de superioriteit van kunst boven leven en daarmee de esthetische houding eloquent: de tragedies van het leven vervullen ons vaak met weerzin omdat ze net als vulgariteiten vaak een gebrek aan coherentie, betekenis en stijl hebben terwijl ze soms elementen van schoonheid bezitten waardoor we genietende toeschouwers worden. Alleen kunst heeft volgens Lord Henry een ziel (“that Art had a soul, but that man had not”) en als Dorians minnares Sibyl stopt met goed acteren omdat ze echte liefde (voor Dorian) en daarmee de nepheid van haar rollen (als slechts schaduw en imitatie van wat echt is) heeft ontdekt, verbreekt Dorian juist de romance omdat ze niet meer een groot artiest is: “Without your art you are nothing”.

Een platoonse dialoog

De roman is in wezen een platoonse dialoog waarin drie personen met verschillende ethische opvattingen over levenskunst (de verzoening tussen ziel en zintuigen) en wat de beste levenswijze is met elkaar in discussie gaan. Basil is de christen, die met zijn portret de zonden van Dorian zichtbaar maakt en hem tot berouw maant, Lord Henry is de estheet, die door middel van paradoxen de burgerlijke moraal ondermijnt, en Dorian is de nog onbeschreven jongeling (de naam Dorian verwijst naar de Dorische bouwstijl van de 7de eeuw v.C. – de oudste Griekse bouwstijl – die eenvoudig en elegant was). In feite discussiëren ze niet maar werpen ze elkaar spitsvondigheden of ideeën toe waarmee de dialectiek in beweging wordt gebracht. Zoals Lord Henry zegt: “I won’t argue with you. It is only the intellectually lost who ever argue.”. Het gaat meer om macht c.q. invloed: Basil onderwerpt zich in adoratie aan Dorian terwijl Lord Henry juist Dorian aan zich wil onderwerpen. Dat laatste lukt: “I am putting it into practice, as I do everything that you say”, zegt Dorian tegen Lord Henry, waarbij opvalt dat juist Lord Henry zijn eigen lessen niet in de praktijk brengt maar “the great aristocratic art of doing absolutely nothing” uitoefent. Zoals Plato zich verbergt achter het personage Socrates in veel van zijn dialogen, verbergt Wilde zich achter deze drie personages in The Picture of Dorian Gray. Het is verleidelijk te denken dat de estheet Lord Henry het masker (persona) is door wie Wilde zelf spreekt – en veel aforismen die Wilde had verzameld worden ook in de mond van Lord Henry gelegd en omgekeerd herbruikt Wilde zelf wat hij Lord Henry laat zeggen – maar in een brief schreef Wilde: “Basil Hallward is what I think I am: Lord Henry what the world thinks me: Dorian what I would like to be – in other ages, perhaps.”. Maar bovenal is Lord Henry filosofisch een anti-Socrates in de anti-essentialistische zin dat zijn leerling Dorian heeft geleerd dat het Ik (ego) geen wezen dus eenheid of vastigheid kent maar gevormd wordt door toevallige, oppervlakkige en veranderlijke gewoontes en stijlen: het ego is niet “a thing simple, permanent, reliable, and of one essence. To him, man was a being with myriad lives and myriad sensations, a complex multiform creature (…)”. Zoals Dorian meent dat hij het product is van zijn voorouders en van de literatuur die hij heeft gelezen – hij heeft hun levens geleid en is vergiftigd door hun kwade invloed – en zo die mensen zowel is als niet is, zo is Wilde de verschillende personen in zijn roman en tegelijk ook weer niet: het zijn alle maskers waardoor hij zich manifesteert en tegelijk verbergt. In feite schuilt in alle drie personages een moraal of waarschuwing: Basil houdt zoveel van fysieke schoonheid dat hij wordt gedood door een door hem geschapen ijdele man, Lord Henry wil slechts toeschouwer van het leven zijn maar ontdekt dat dat ernstiger verwondt dan deelnemen aan de strijd des levens en Dorian probeert z’n geweten te doden na een leven van genot en sensatie maar doodt slechts zichzelf.

De macht van het beeld

Bij Plato staat het idee centraal dat de zintuiglijke wereld als het ware slechts een (veelvormig en veranderlijk) schaduwbeeld is van de echte permanente ideële werkelijkheid. In het postmodernisme wordt opgemerkt dat de beelden van de media ons leven zo overspoelen en domineren dat juist het beeld echter dan echt is geworden (bv. in de mode is het mooie mooier dan mooi, op TV is het echte echter dan echt en in de porno is het seksuele seksueler dan seks): voor zover we nog kunnen spreken van een origineel is dat het schaduwbeeld geworden. Deze omkering staat ook in The Picture of Dorian Gray (en Poe’s The Oval Portrait) centraal en is in feite al een oud idee: bv. de Griekse mythe over Narcissus verhaalt hoe deze jonge man verliefd wordt op zijn eigen spiegelbeeld in het water maar telkens als hij het beeld aanraakt verdwijnt het beeld waarna Narcissus zelf verdwijnt/wegkwijnt van verdriet (en transformeert tot een bloem). In de mythe van beeldhouwer Pygmalion, die net als de mythe van Echo en Narcissus in z’n klassieke vorm werd doorgegeven door Ovidius, maakt deze uit onvrede jegens de echte, zondige vrouwen een beeld van de volmaakte vrouw waarna hij verliefd op z’n kunstwerk wordt dat na z’n wens daartoe tot leven komt (in feite vertellen veel mythen en zelfs de Bijbel dat de mens uit klei of aarde is gemaakt waarbij God hem tot leven bracht door de klei levensadem in te blazen). The Picture of Dorian Gray berust op de jaloezie die Dorian voelt jegens zijn beeltenis omdat die laatste eeuwig jong zal blijven: het beeld is aldus superieur aan het origineel (hetgeen Basil ontkent). Zoals gezegd is Lord Henry de anti-Socrates of anti-Plato omdat hij juist elk wezen ontkent en gruwelt van eeuwigheid zoals bij het ideaal van ‘eeuwige liefde’ (“the terror of eternity” en “Those who are faithful know only the trivial side of love”). Het zintuiglijke en dus wat bij Plato slechts ‘schijn’ is, is voor hem – heel postmodern – de echte werkelijkheid: “It is only shallow people who do not judge by appearances. The true mystery of the world is the visible, not the invisible…”. Kunst en de expressie van dingen is aldus ontologisch superieur aan de dingen op zich (men vergelijke Hegels opvatting dat het wezen zich pas verwerkelijkt in z’n verschijning) waarbij Wilde literatuur op eveneens enigszins Hegeliaanse wijze superieur achtte aan beeldende kunst, omdat die laatste geen ontwikkeling of psychologie kan uitdrukken. In feite transformeert Wilde het portret van Dorian tot literatuur: het verandert in de tijd en drukt de ziel van Dorian uit (in Dorians woorden is zijn portret een “diary of my life” geworden).

De macht van tekst

Het postmodernisme leert ook dat de werkelijkheid wordt bemiddeld of zelfs geschapen door middel van taal en tekst, hetgeen Lord Henry ook al uitdrukt: “It is simply expression, as Harry says, that gives reality to things.”. Dat maakt ook dat er even veel mogelijke werkelijkheden zijn als er mogelijke expressies of interpretaties zijn (Nietzsche: “er zijn geen feiten, alleen interpretaties”). Voor Lord Henry betekent dit dat we de werkelijkheid zelf mooi kunnen maken door middel van taal en kunst: “It is a sad truth, but we have lost the faculty of giving lovely names to things. Names are everything.”. Een belangrijk postmodern aspect van The Picture of Dorian Gray is daarom ‘the yellow book’ dat Lord Henry aan Dorian geeft en dat – in tegenstelling tot de opvatting van de ‘toeschouwer’ Lord Henry dat kunst “has no influence upon action” – Dorian diepgaand zal vormen: “For years, Dorian Gray could not free himself from the influence of this book.” want net als de hoofdpersoon van dat boek streeft hij ernaar “to realize in the nineteenth century all the passions and modes of thought that belonged to every century except his own.“. In de bespreking van ‘the yellow book’ lijkt Wilde ook z’n eigen opvatting weer te geven dat we worden gevormd door alle personen, passies en zonden waarover we hebben gelezen en door middel van de tekst hebben beleefd: “Is insincerity such a terrible thing? I think not. It is merely a method by which we can multiply our personalities.”. We zijn dus net zo veel persoonlijkheden als we aannemen; zoals ook Nietzsche bevestigt zijn we al onze maskers en zit achter het masker niets dus geen wezen of ziel als onze bestendige ‘ik’. Op eveneens Nietzscheaanse wijze betreurt Dorian in dat verband dat in de (christelijke) geschiedenis – in tegenstelling tot de superieure Griekse cultuur – het zintuiglijke altijd is onderdrukt in een poging de mens te verheffen boven het dierlijke door middel van zelfkastijding en zelfontkenning “whose result was a degradation infinitely more terrible than that fancied degradation from which, in their ignorance, they had sought to escape.” Volgens Wilde bestaat ‘the yellow book’ niet echt maar is het een fantastische variatie op Huysmans À Rebours, de Bijbel van de Decadente literatuur, en in The Picture of Dorian Gray vergiftigt maar ook perfectioneert het boek Dorian in z’n verfraaiing van de werkelijkheid, zoals ook The Picture of Dorian Gray zowel giftig als perfect beoogt te zijn zodat ‘the yellow book’ niet voor niets in het centrum van de roman wordt behandeld: kunst bevat zowel deugd als zonde als materiaal en streeft naar perfectie ‘voorbij goed en kwaad’.

Wilde’s decadente stijl

Woorden en zintuigen zijn aldus alles en de taal van het boek is dan ook dichterlijk en sensualistisch (bv. “A faint blush, like the shadow of a rose in a mirror of silver”) en volgens Wilde zou het boek beperkt in omvang zijn gebleven omdat er niet meer mooie woorden in de Engelse taal zouden bestaan: Wilde noemde het werk “an essay on decorative art”. Wilde heeft het boek dan ook uitdrukkelijk geschreven met een gerichtheid op het schone van alle dingen: het boek voelt bijna alsof je door een kunstcatalogus bladert. Er is aldoor een overdaad aan kleur en bloemen over welke laatste Wilde in z’n l’art pour l’art-stramien waarin hij bloemen en kunst aan elkaar gelijkstelt, schreef:
“Art is useless because its aim is simply to create a mood. It is not meant to instruct, or to influence action in any way. It is superbly sterile, and the note of its pleasure is sterility (...). A work of art is useless as a flower is useless. A flower blossoms for its own joy. We gain a moment of joy by looking at it. That is all there is to be said about our relation to flowers.”
Bloemen vormen een belangrijk element in decadente kunst, niet alleen omdat ze een nutteloze schoonheid hebben maar ook omdat ze voor vergankelijkheid en dus de dood staan (zoals bij een begrafenis). In die tijd waren tuinen, dus de gecultiveerde natuur, en dus bloemen sowieso populair: men denke bv. aan de zonnebloemen van Van Gogh, die daarop inspeelde, en die ook verlepte bloemen schilderde. Met zijn beschrijvingen beoogt Wilde aldoor die decadente sfeer van een perverse overdaad van schoonheid en vergankelijkheid op te wekken. Het verhaal bevat ook nauwelijks actie: volgens Wilde is het boek net als zijn eigen leven “all conversation and no action”. Waar de beschrijvingen de zintuigen aanspreken, spreken de dialogen het intellect aan waarbij met name Lord Henry het woord voert en als ‘Prince Paradox’ alle burgerlijke gemeenplaatsen dus conventionele waarheden op z’n kop zet door middel van paradoxen zoals:
“… chattered about in the penny newspapers, which is the nineteenth-century standard of immortality”;
“Philanthropic people lose all sense of humanity”;
“(…) we live in an age when unnecessary things are our only necessities”;
“Conscience makes egotists of us all”;
“Ugliness is one of the seven deadly virtues.”
“The things one feels absolutely certain about are never true.”;
“The tragedy of old age is not that one is old, but that one is young.”
De paradoxen vormen Wilde’s kenmerkende stijl en veel tijdgenoten werden er door afgestoten omdat het slechts een spel met woorden zou zijn, maar paradoxen vormen mijns inziens het hart van het intellect (dat de synthese van tegenstellingen bewerkstelligt tegenover de verstandelijke analyse) en daarmee de filosofie. Wilde’s paradoxen prikkelen niet alleen het intellect maar drukken ook op Nietzscheaanse wijze een decadente, perverse lust uit om ‘politiek incorrecte’ waarheden voor onze voeten te werpen die we niet eerder zagen of zelfs niet willen zien.

Homoseksualiteit en het geheim

Toen in 1895 Wilde werd aangeklaagd en veroordeeld omdat hij het centrum zou zijn van “a circle of extensive corruption of the most hideous kind among young men” werd hij als een monster afgeschilderd door de pers: in lijn met Wilde’s uitspraak “Life imitates Art far more than Art imitates Life” was Wilde zelf Dorian geworden. Later werd zijn genie beter op waarde geschat en na de seksuele bevrijding in de jaren ’60 kreeg het boek The Picture of Dorian Gray ook een cultstatus in de gay community. Wilde’s anti-essentialisme moet echter ook gelden voor homoseksualiteit: dat was voor Wilde dan ook niet een innerlijke natuur die zich kan manifesteren in partnerkeuze (met het portret van Dorian weggestopt op zolder als metafoor voor de homo die nog uit de kast moet komen) maar iets oppervlakkigers tussen misdaad – een transgressie of perversie – en Plato’s filosofisch-esthetische jongensliefde in. Weliswaar is zijn portret voor Dorian “the secret of his life” maar het thema van het geheim domineert alle relaties in de roman en heeft niet specifiek betrekking op homoseksualiteit: “I have grown to love secrecy. Is seems to be the one thing that can make modern life mysterious or marvellous to us. The commonest thing is delightful if one only hides it.”, zegt Basil waarmee Wilde op scherpe wijze zowel de door de secularisering ‘onttoverde wereld’ (Weber) als de herbetovering door middel van het geheim (of in politiek opzicht: het complot) benoemt. Lord Henry benadrukt dat we niet van een persoon maar van onze fantasie over dus beeld van die persoon houden: “When one is in love, one always begins by deceiving oneself, and one always ends by deceiving others”. In feite worden alle personen in de roman met elkaar verbonden op grond van een geheim (bv. Lord Henry’s geheim is dat hij Dorian wil domineren voor zijn experiment) en zodra het geheim wordt onthuld volgt de dood: Sybil Vane wordt de dood in gedreven nadat ze zichzelf toont in plaats van een rol te spelen, Basil wordt vermoord omdat hij Dorians geheim ontdekt en Dorian sterft nadat hij zijn geheim wil vernietigen (en Dorian chanteert Alan Campbell met een geheim waarna Alan zelfmoord pleegt). Alleen Lord Henry overleeft omdat hij als estheet en anti-essentialist niet geïnteresseerd is in de onthulling van geheimen.

Vrouwenhaat

De roman valt ook op door z’n misogynie welke minachting voor vrouwen wellicht berust op de opvatting dat de mannelijke echte creativiteit van zelfschepping superieur is aan het vrouwelijke vermogen tot biologische reproductie en dat de liefde voor mannen moet rationaliseren. Lord Henry benadrukt aldoor hoe leeg, saai en afhankelijk vrouwen zijn:
“Women are a decorative sex. They never have anything to say, but they say it charmingly.”;
“Women treat us just as Humanity treats its gods. They worship us, and are always bothering us to do something for them”;
“the only way a woman can ever reform a man is by boring him so completely that he loses all possible interest in life”;
“They [Women] are charmingly artificial, but they have no sense of art”;
“I am afraid that women appreciate cruelty, downright cruelty, more than anything else. (…) We have emancipated them, but they remain slaves looking for their masters, all the same”;
En wellicht de meest dodelijke in het licht van bovenstaande opmerkingen over het thema van het geheim in de roman: volgens Lord Henry kunnen vrouwen worden beschreven als “Sphynxes without secrets”.
Vrouwen zijn ook zo goed als afwezig in de roman: alleen Sybil Vane heeft een rolletje en zij wordt zo vernederd door Dorian dat ze zelfmoord pleegt... Tegelijk is Sybil, die als artiest op briljante wijze “all the great heroines of the world” speelde, identiek aan Dorian (en aan Wilde) die de levens van alle personen die “passed across the stage of the world” wilden leven: zij omvatten de hele wereld door middel van een myriade van maskers (en zijn zo wat Nietzsche een Übermensch noemde).

Hedonisme

Lord Henry propageert een filosofie die hij New Hedonism noemde. De oudheid kende twee bekende hedonistische scholen: de cyrenaïci, volgelingen van Socrates, en de epicuristen, volgelingen van Epicurus die zelf weer een volgeling was van Democritus. De cyrenaïci meenden dat pijn en genot onze enige toegang tot de wereld vormen en dat genot het enige goede is dat we kunnen nastreven. We moeten genot echter ook matigen omdat we anders niet meer de meester van onszelf zijn. De epicuristen waren hedonisten die zelfs totale matiging bepleitten, nu lust meestal onlust oplevert en omgekeerd zodat het streven moet zijn gericht op kalmte (ataraxia: ‘niet verontrust worden’ dus leven zonder pijn of opwinding), hetgeen de cyrenaïci overigens als de toestand van een dode beschouwden maar een echo krijgt bij bv. Schopenhauer: “geluk is de afwezigheid van lijden”. In de moderne tijd vormen de utilitaristen, geleid door Jeremy Bentham, de bekendste hedonistische school. Net als de epicuristen baseren zij hun ethiek op een hedonistische psychologie – “Nature has placed mankind under the governance of two sovereign masters, pain and pleasure.” (Bentham, 1780) – en een hedonistische calculus. Hun hedonistische ethiek is niet gericht op persoonlijk geluk maar op moraal en wetgeving dus op “het grootste geluk voor allen”. Lord Henry’s New Hedonism behelst het nastreven van nieuwe sensaties door middel van kunst. In navolging van Lord Henry’s “that is one of the great secrets of life--to cure the soul by means of the senses, and the senses by means of the soul.” verwoordt Dorian deze filosofie, die hij eigen maakt, als het streven naar een “spiritualising of the senses”. Het gaat om de ervaring als zodanig in plaats van de goede of kwade gevolgen ervan. Kunst is de voorbereiding op deze levenskunst: “And, certainly, to him Life itself was the first, the greatest of the arts, and for it all the other arts seemed to be but a preparation”. Het leven van de zintuigen en intense passies is een veranderlijke wereld die als een modeshow geen diepte kent maar aldoor wil prikkelen: Dorian verandert dan ook voortdurend van passie (hobby) die gemeen hebben dat ze zintuiglijk genot geven zoals parfum, exotische muziek, juwelen en borduursels/textiel (hetgeen doet denken aan art nouveau).

Schopenhauer

Eerder had Schopenhauer – die overigens een vergelijkbare vrouwenhaat etaleerde als Lord Henry – al een enigszins epicuristische levensfilosofie ontwikkeld waarin zijn liefde voor kunst een centrale plaats heeft: het leven is lijden, praat hij de boeddhisten na, welk lijden z’n oorzaak heeft in het willen maar in de esthetische ervaring verlost de toeschouwer zich tijdelijk van het lijden doordat het een willoos subject wordt die één is met het object. Kunst is de praktijk van het tonen en beschouwen van de Ideeën waardoor subject en object samenvallen en we even verlost zijn van de wereld en onszelf. Wilde lijkt het hier mee eens te zijn in zijn opvatting in de Preface dat niet de kunstenaar maar de criticus zichzelf uitdrukt: “To reveal art and conceal the artist is art’s aim. (…) The highest as the lowest form of criticism is a mode of autobiography.” Een hogere trap op de weg naar verlossing bij Schopenhauer is de ethiek van het medelijden, waarin we een worden met de ander en het egoïstisch willen (de wil tot leven) stopt, en de hoogste trap is de ascese ofwel versterving van de wil zelf. Al met al is Schopenhauers filosofie in hoge mate een levensles van passiviteit of terugtrekking – van afstand nemen en observeren – zoals Schopenhauer zelf op jonge leeftijd besloot over het leven na te denken in plaats van het te leven. Ook Lord Henry vermijdt op bijna boeddhistische wijze handelingen vanuit “the great aristocratic art of doing absolutely nothing” en levert in ruil aan de lopende band scherpzinnige observaties op het leven waarbij de passieve genietingen van kunst tevens zijn hedonistische ethiek vormen. Dorian lijkt echter zijn eigen neergang te bewerkstelligen door aldoor te handelen vanuit een sterke levenswil. De amoraliteit van de kunst zet hem aan tot immoreel en zelfs misdadig gedrag: “There were moments when he looked on evil simply as a mode through which he could realise his conception of the beautiful.”. Lord Henry veroordeelt misdaad vanuit zijn amoraliteit niet maar acht die voor hun klasse onwaardig: “Crime belongs exclusively to the lower orders. I don't blame them in the smallest degree. I should fancy that crime was to them what art is to us, simply a method of procuring extraordinary sensations.”. Overigens, volgens Schopenhauer is het gewone volk gedoemd tot werken en anders verveling waarbij domme mensen aldoor gezelschap zoeken omdat ze geen gedachten hebben waarmee ze zichzelf kunnen vermaken. Lord Henry zoekt echter voortdurend gezelschap en is babbelziek hetgeen ook voor de lezer wat vermoeiend wordt, maar zijn uitspraken zijn wel vrijwel altijd filosofisch en prikkelend.

Wilde en Nietzsche

Opvallender nog – herhaaldelijk heb ik er al naar gewezen – zijn de overeenkomsten tussen het werk van de filosoferende kunstenaar Wilde en het werk van z’n tijdgenoot en kunstzinnige filosoof Nietzsche, die dan ook allereerst allebei bewust het onderscheid tussen kunst en filosofie ophieven. Ofschoon zij elkaar waarschijnlijk niet kenden, werden zij beiden geïnspireerd door de oude, Griekse levenskunst alsmede door de sensualistische Franse cultuur van hun tijd als erfgenaam (ten koste van de cultuur van hun eigen vaderland die ze allebei verfoeiden) en deelden ze de (Franse) stijl van het prikkelende, provocatieve aforisme waarmee zij in één zin konden uitdrukken wat anderen in een heel boek uitdrukten of eigenlijk niet uitdrukten (beiden achtten zichzelf geniaal en waren dus weinig bescheiden). Net als Wilde staat Nietzsche wantrouwend tegenover elke aanspraak op waarheid, want achter elke uitspraak zit een wil tot macht (en ook bij Wilde draait uiteindelijk alles om macht: “Everything is about sex except sex. Sex is about power.”), en gelooft hij niet in de ziel als eenheid of bestendigheid van persoonlijkheid: we zijn slechts onze maskers waarvan we er vele hebben omdat er vele willen in ons strijden (Nietzsche: “Jeder tiefe Geist braucht die Maske”). Volgens Nietzsche vereist soevereiniteit dat we altijd boven elke overtuiging staan: “Überzeugungen sind Gefängnisse. (…)Die grosse Leidenschaft braucht, verbraucht Überzeugungen, sie unterwirft sich ihnen nicht, — sie weiss sich souverain.” Op vergelijkbare manier is Dorian gecharmeerd van de rituelen en symboliek van de katholieke kerk alsmede van mystiek en Darwinisme “But he never fell into the error of arresting his intellectual development by any formal acceptance of creed or system”. Dit maakt het aforisme ook het geschikte stijlmiddel: argumentatie is slechts rationalisatie (zelfrechtvaardiging) en aldus retorica voor de zwakkere (Lord Henry: “It is only the intellectually lost who ever argue.”). Bovenal is het aforisme bij Nietzsche en Wilde de bewuste omkering van de gemeenplaats die ook nooit wordt beargumenteerd: het spiegelt als het ware de gebruikelijke kennis die dan slechts een perspectief blijkt met z’n antithese als even waar, hetgeen het aforisme ook verrassend en prikkelend maakt. Het effect beantwoordt aldus aan het doel van de omkering van alle waarheden en waarden.

Het individu, behept met een sterke wil tot macht, wil heersen over zichzelf en z’n omgeving, waartoe hij zichzelf bevestigt (hij noemt zichzelf goed; men vergelijke Wilde bij monde van Lord Henry: “‘To be good is to be in harmony with oneself.”) en wiens wil tot macht in wezen een scheppende, artistieke wil is die het leven en het aangetroffene als zijn materiaal accepteert (amor fati), herordent en integreert waarmee het individu zichzelf en het gegevene bij wijze van een zelfschepping (levenskunst) overstijgt (men vergelijke Wilde bij monde van Lord Henry: “(…) to be highly organised is, I should fancy, the object of man’s existence”). Het christendom is Nietzsche’s grote vijand omdat diens transcendentie nihilistisch (een ‘wil tot niets’) is: het christendom legt de bron van waarden en schepping in God dus buiten de mens en leert een levensontkennende metafysica (de leugens van God, het hiernamaals, de ziel) en ressentimentsmoraal waarmee de zwakkere beoogt de sterke, scheppende natuur als het kwaad te knevelen door die een geweten aan te praten (vergelijk Lord Henry’s “Conscience and cowardice are really the same things.” en Dorians opvatting dat slechts in de “imagination” de slechten gestraft en de goeden beloond worden: in de echte wereld “Success was given to the strong, failure thrust upon the weak. That was all.”). Niet de morele beloning in het hiernamaals maar de esthetische interpretatie en schepping (levenskunst) is de rechtvaardiging van het leven (“wir aber wollen die Dichter unseres Lebens sein”; Wilde: “My life is like a work of art.”): het sterke individu (de Übermensch), die leeft vanuit zijn eigen moraal of waardenschepping als uitdrukking van zijn passie, heeft autonomie verworven terwijl de christelijke, knevelende kuddemoraal voor de massa is. Ook Wilde streeft bij monde van Lord Henry naar onbelemmerde zelfontplooiing waarbij elk verlangen en elke zonde moet worden uitgeleefd omdat het anders als een gif in je lichaam blijft (zondigen is purificatie), welk uitstel van met name wraak Nietzsche op vergelijkbare wijze verachtte als ressentiment, resulterend in moraal en recht. Lord Henry verheerlijkt individualisme (individuele vrijheid) en verwerpt daartoe huwelijk, samenleving en religie: “the terror of society, which is the basis of morals, the terror of God, which is the secret of religion”.

Net als bij Wilde gaat het aldus om stijl en daarmee esthetiek boven moraal: “Eins ist not. – Seinem Charakter »Stil geben« – eine große und seltne Kunst!” Nietzsche verwerpt Schopenhauers ethiek van medelijden en ascese alsmede elk (utilitaristisch) streven naar comfort en matiging als het extreme eindpunt van (christelijke) decadentie (‘de laatste mens’): hij vereert het grootse leven dat groots lijden als haar voorwaarde heeft (men vergelijke Wilde’s “what fire does not destroy, it hardens” met Nietzsche’s beroemde “Was mich nicht umbringt, macht mich stärker”). Tegelijk bewonderden Nietzsche en Wilde de sublieme stijl van de Bijbel en maakten zij die zich eigen als één van hun vele stemmen die ze door hun maskers lieten klinken; wat zij zeggen of in Wilde’s geval hij door zijn personages laat zeggen is zowel wat zij zelf menen (Wilde: “Give a man a mask and he shall tell you the truth”) als niet menen omdat zij tegengestelde meningen in zich verdroegen. Hun paradoxale stijl is er een van bewuste overdaad, openheid en lichtheid waarmee alles wordt opgepakt om ermee te spelen tegenover de morele afwijzing, zelfbeperking en ernst (Wilde: “Life is too important to be taken seriously.” en volgens Wilde is de les van zijn belangrijkste werk, het toneelstuk The Importance of Being Earnest uit 1895, “That we should treat all trivial things in life very seriously, and all serious things of life with a sincere and studied triviality.”). Ook de vrije wil, de voorwaarde van moraal überhaupt, wordt door beide auteurs ontkend (Lord Henry: “Life is not governed by will or intention”). Diepte – de geest en het ‘wezen’ der dingen – is een illusie: er is slechts lichaam en oppervlakte en alleen het spel moet men serieus nemen. Vergelijk Nietzsche’s "Those Greeks were superficial – out of profundity." met Wilde’s (Lord Henry’s) “It is only shallow people who do not judge by appearances”. In Nietzsche’s parabel van de kameel, leeuw en kind blijkt het hoogste menstype als het kind dat vergeet, zich verwondert, opnieuw begint en vanuit een ja-zeggen zelf schept; Lord Henry zegt “Youth! Youth! There is absolutely nothing in the world but youth” want “Life has revealed to them her latest wonder”.

Nietzsche en Wilde anticiperen met onder meer hun estheticisme (Nietzsche: “Aber alles Leben ist Streit um Geschmack und Schmecken.”) dat werkelijkheid en fictie laat samenvallen (Wilde: “I treated art as the supreme reality and life as a mere mode of fiction.”) het postmodernisme: men zou kunnen zeggen dat vrijheid als de overstijging van de natuurlijke determinatie het thema blijft, maar waar die in de moderniteit de vorm heeft van de moraal (de sublieme rede), heeft die in de postmoderniteit de vorm van kunstproductie (het spel der verbeelding) of estheticisme ‘voorbij goed en kwaad’ zoals bij Nietzsche en Wilde.

Een christelijke apotheose

Volgens Nietzsche is de decadentie van de moderne mens ontstaan door het geheugen dat het geweten en daarmee ressentiment mogelijk heeft gemaakt: de hogere mens moet leren vergeten en als een kind zonder verleden zijn (vergelijk Lord Henry: “The one charm of the past is that it is the past”). Dorian wordt echter geplaagd door z’n geweten dat de zichtbare vorm van het portret heeft gekregen en dat hij daarom heeft weggestopt maar het beheerst hem evengoed. In zekere zin faalt hij als Übermensch zoals Raskolnikov in Dostojevski’s Misdaad en Straf (1866) en krijgt ook The Picture of Dorian Gray een christelijke apotheose. Eerst probeert Dorian alsnog te vergeten door naar een opiumkit te gaan “where one could buy oblivion, dens of horror where the memory of old sins could be destroyed by the madness of sins that were new” en zich onder te dompelen in de rauwe werkelijkheid: “Ugliness that had once been hateful to him because it made things real, became dear to him now for that very reason. Ugliness was the one reality. The coarse brawl, the loathsome den, the crude violence of disordered life, the very vileness of thief and outcast, were more vivid, in their intense actuality of impression, than all the gracious shapes of Art, the dreamy shadows of Song. They were what he needed for forgetfulness”. Maar uiteindelijk zwicht hij en komt hij tot (christelijke) inkeer, net als Dostojevski’s Raskolnikov niet omdat hij berouw heeft ten aanzien van zijn slachtoffers maar vanwege de last van zijn geweten: de lelijkheid van zijn ziel wordt voor hemzelf ondraaglijk. Hij zoekt verlossing in goed handelen maar vanwege zijn niet te veranderen egoïsme vermeerdert hij daarmee slechts zijn zonden met hypocrisie (Lord Henry vraagt zich af of Dorian opeens goed wil zijn om een nieuwe sensatie te ervaren of om uit nieuwsgierigheid een nieuwe rol te spelen). Hij komt tot het besef dat alleen straf zijn ziel kan reinigen (ik merk op dat straf als uitgestelde wraak voor Nietzsche de uiting van ressentiment bij de machteloze zwakkere op grond van het geheugen is): “There was purification in punishment. Not "Forgive us our sins" but "Smite us for our iniquities" should be the prayer of man to a most just God.” en hij wil daarom de moord op Basil bekennen: “There was a God who called upon men to tell their sins to earth as well as to heaven. Nothing that he could do would cleanse him till he had told his own sin.”. Als hij tot slot zijn geweten (dus ziel) door middel van het schilderij wil doden, doodt hij zichzelf (in christelijke zin bewerkstelligt hij aldus het tegendeel van het eeuwige leven door z’n ziel te redden).

Conclusie

The Picture of Dorian Gray, de enige roman van Oscar Wilde, is een decadent werk waarin de estheticistische stijl de moraal van het boek tegen nota bene zo’n esthetische, decadente levensstijl bewust overwoekert. De paradox, die ook de aforistische stijl van Wilde kenmerkt, drukt de affirmatie van tegenstellingen en daarmee de overdaad en het spel uit dat het hart van het leven en het werk vormt. Wilde spreekt bewust niet met één stem en zo ook zijn de personages in het boek Wilde’s maskers waardoor hij zowel spreekt en als zich erachter verbergt: Wilde’s anti-essentialisme maakt slechts vermenigvuldiging van persoonlijkheden mogelijk waarbij we alle anderen, waarover we hebben gelezen, zijn (en niet zijn), zoals ook The Picture of Dorian Gray bewust vele moderne en klassieke verhalen en mythen imiteert, integreert en herschept. Met z’n anti-essentialisme ten gunste van de rijkdom van zintuiglijke ervaring waarbij een ondeelbaar ‘ik’ wordt ontkend en fictie even werkelijk is als de werkelijkheid fictie is, anticipeert Wilde – met geestverwant Nietzsche – het postmodernisme. Het werk wil als kunstwerk slechts perfect zijn – niet moreel goed of nuttig – en dat The Picture of Dorian Gray vele interpretaties heeft (waarbij elke vorm van kritiek dus interpretatie van een kunstwerk autobiografisch is, aldus Wilde, zodat ook mijn bespreking wellicht meer over mij zegt dan over het boek), geeft aan dat het “new, complex and vital” is waardoor het kunstwerk in zekere zin het leven zelf kan vervangen of overtreffen, zoals Dorians portret, en wellicht een beetje vergiftigen.

avatar van H€yoka
3,0
Ik kan begrijpen waarom bepaalde lezers dit boek verheerlijken maar mij liet het met een grote et alors ?achter. Ik ben namelijk een lezer die een goed verhaal wil lezen en zoals de filosoof hierboven aantoont: over het verhaal ben je in een alineatje uitgeschreven.

Dat er dan nog ellenlange dingen te schrijven zijn over symboliek, romantisme, filosofie en wat nog allemaal laat ik met plezier aan de echte kenners. Dit was een boek van 255 pagina's waar zelfs de liefhebbers het edelstenen hoofdstuk zouden weglaten, dus heel veel blijft er voor mij niet over.

3*

3,5
Knap geschreven, de klassiekerstatus inderdaad waardig zowel qua thematiek, romanvorm, als taalgebruik. Het staat bol van de quotable opmerkingen, die regelmatig erg vrouwonvriendelijk zijn of zo belachelijk amoreel dat het duidelijk is dat Wilde via zijn personages de spot ermee drijft. Perfect materiaal dus voor een ieder die idiote citaten wil vinden.

Toch werd ik, zoals sommige anderen, ook niet erg geraakt en stonden de parafrasen van Lord Henry te ver van me af en was het geheel me té duister om te overtuigen. De metaforen zijn prachtig, Dostojevski is nooit ver weg in het plot rond misdaad en straf, en het einde is perfect passend, dat wel. Ik rond naar boven af.

Gast
geplaatst: vandaag om 19:35 uur

geplaatst: vandaag om 19:35 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.