In de loop der jaren zijn er al heel wat boeken geschreven over het leven van de Maagd van Orléans, dus het was even zoeken naar welke mij het beste leek. Mijn oog viel al gauw op dit toneelstuk van George Bernard Shaw dat in 1923 verscheen en aanleiding gaf tot een geheel nieuwe kijk op het leven en de persoon van Jeanne D'Arc. Heb het wel aan moeten vragen bij de bibliotheek, maar het was me die paar euro's meer dan waard.
De inleiding die Shaw zelf bij dit stuk schreef begint zo: Jeanne D'Arc, een dorpsmeisje uit de Vogezen, werd omstreeks 1412 geboren; in 1431 werd zij verbrand wegens ketterij, hekserij en tovenarij; in 1456 tot op zekere hoogte gerehabiliteerd; in 1904 eerbiedwaardig verklaard; in 1908 gelukzalig; en uiteindelijk in 1920 heilig. Het is eigenlijk een essay dat misschien nog beter is dan het toneelstuk zelf.
In de inleiding zegt Shaw een aantal mooie dingen, zoals in het stuk over de vermeende krankzinnigheid van Jeanne D'Arc: Laten wij dus eens en vooral al die nonsens over Jeanne's krankzinnigheid laten varen, en erkennen dat zij minstens even goed bij haar hoofd was als Florence Nightingale, die ook een zeer eenvoudig godsdienstig geloof verenigde met een zo'n buitengewoon machtige geest, dat die haar voortdurend in botsing bracht met de medische en militaire hoge omes van haar tijd. Hoe Jeanne D'Arc eruit moet hebben gezien is nog altijd onduidelijk en zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen. Ook Shaw doet er nogal vaag over: niet uitzonderlijk knap noch lelijk, maar eerder gewoontjes […] er is toch een reden om te denken dat zij een opvallend gezicht heeft gehad.
Verder moet ik eerlijk toegeven dat ik een hoop niet snapte. Sommige zinnen, complete stukken zelfs waren echt abracadabra voor mij. Van de geschiedenis van Frankrijk heb ik sowieso geen kaas gegeten, dus dat helpt ook al niet mee. Maar heel veel geeft dat niet. Om een stukje uit The Heart is a Lonely Hunter van Carson McCullers te citeren: Vanavond las hij Spinoza. Hij begreep niet alles van het ingewikkelde ideeënspel en de moeilijke zinnen, maar al lezend werd hij zich bewust van de krachtige, oprechte strekking van de woorden en voelde hij dat hij die bijna begreep.