De roman als morele studie. Hoe gaan drie kinderen om met de amorele attitude van hun vader, losbol en sjachelaar? De een (Dmitri) stort zich in de furie, onder de vorm van braspartijen en een waanzinnige liefde. Zijn hart blijft evenwel zuiver. De tweede (Ivan) bezweert de perikelen van zijn verwekker en losbol met intellectualismen die hem het contact met zijn medemens en met God doen verliezen. Niet Dmitri, die vaker wel dan niet als een bezetene loopt te sakkeren, doch Ivan verliest de trappers en wacht de waanzin. Heeft hij, door het hogere af te zweren, de grond van onder zijn eigen voeten gemaaid? De laatste (Alexei) kiest radicaal voor het transcendente en zweert al wat aards is af, in het spoor van starets Zosima. Deze maant hem echter aan om terug te keren naar het wereldse gewoel, waarin hij uiteraard contact zoekt met kinderen, kortom met een universum voor dat moreel gecorrumpeerd kan worden door verlangen naar geld, status of rancune. Met een parallel verhaal over het zieke kind werkt Dostojevski ook deze lijn uit.
Geniet ‘De gebroeders Karamazov’ terecht de status van grandioze en omvattende roman? Geconcipieerd als grote studie van het goede, het kwade en de rol van een hoger geweten, is het boek inderdaad erg interessant. Afgemeten aan de tijdsgeest vandaag, besteedt de schrijver evenwel buitengewoon veel aandacht aan het hysterische geharrewar tussen de uiteenlopende Karamazovs, in wat uiteindelijk een regelrecht rechtbankdrama wordt. De verwevenheid tussen psychologie en suspense, tussen moraal en verhaal steekt goed in elkaar, wat niet wegneemt dat het boek naar moderne maatstaven te lijvig is. Laat Tolstoj deze roman geschreven hebben (wat, gezien de ethische en theologische lading, natuurlijk niet kan, maar toch, als denkoefening!)...en hij is of de helft compacter, of historisch omvattender, of filosofisch rijker…of is dat een al te bout statement?
3,5*