
Besy - Fjodor Dostojevski (1872)
Alternatieve titels: Boze Geesten | Demonen | Duivels | Бесы
Russisch
Sociaal
608 pagina's
Eerste druk: Russkii Vestnik (periodiek),
Sint Petersburg (Rusland)
Een beweging van revolutionairen maakt in 1870 het leven in een Russisch provinciestadje tot een hel. De drijvende kracht hierachter is een gewiekste intrigant, die een groep geestelijk onvolwassen mannen ophitst tot het plegen van een politieke moord. Dostojevski beschrijft hoe kwaadwillende revolutionairen samenzweren om hun tegenstanders uit de weg te ruimen, terwijl zij te midden van excessief geweld zelf buiten schot weten te blijven. De schrijver laat zien hoe ver sommigen gaan om hun ideologie, hun politieke opvattingen, te verdedigen.
Nu, jaren later geloof ik dat dit verhaal achteraf het meeste indruk op me heeft achtergelaten van alle vier.
(Ik heb Misdaad en straf en de Idioot daarna herlezen, dus dit is niet omdat het de laatste van de 4 was)
Dus toch een 5*
Als ik weer eens in Nederland kom ga ik snel ergens een goed exemplaar van Boze Geesten op de kop tikken... ik heb vroeger een pocket versie gelezen (de enige versie die ik in de boekenwinkel vond), heiligschennis als het om Dostojevski gaat.
Ten eerste besteedt Dostojevski veel pagina's aan de introductie van het grote aantal personages, en dan vooral aan hun voorgeschiedenissen en niet zozeer aan hun uiterlijke en karakterologische kenmerken. Omdat ook de beschrijvingen van het decor vrij summier zijn, vond ik het hierdoor lastig voeling te krijgen met het verhaal. De personages worden totaal ondergeschikt gemaakt aan hun (politieke/maatschappelijke/levensbeschouwelijke) ideeën en aan de gebeurtenissen die daaruit voortkomen. Het duurde voor mij lang voordat ik inzag dat dit de kern van de roman is. Daarbij komt nog dat de beschreven gebeurtenissen stuk voor stuk zo grotesk en dramatisch zijn dat het gevaar bestaat dat de lezer hiermee overvoerd wordt.
Ten tweede is het onderwerp van de roman, het midden-19e eeuwse politiek-maatschappelijke klimaat, met haar verschillende ideologische stromingen, revolutionaire organisaties en een gevestigede orde die zich daar geen raad mee weet, van nature een ondoorgrondelijk onderwerp. Door de houding van Dostojevski ten aanzien van deze nieuwe ideologiën blijven deze ook nog eens meer dan noodzakelijk in nevelen gehuld. Dostojevski is een conservatief die niet veel opheeft met socialisme, liberalisme of anarchisme en alle aanhangers van deze ideologiën op één grote hoop gooit en afschrijft als nihilisten, wat voor hem gelijk staat aan boeven, criminelen, moordenaars etc.; kortom als duivels/boze geesten. Het doel van Boze Geesten is dan ook niet het doorgronden van de maatschappelijke veranderingen, maar juist het belachelijk maken van de nieuwe progressieve stromingen. Deze kritiek is erg vermakelijk, hoewel ik door mijn beperkte kennis van dit onderwerp ongetwijfeld de nodige nuances en een hoop vermakelijks gemist heb. Noemenswaardig in dit licht is het personage "Karmazinov" dat symbool staat voor de schrijver Toergenjev wiens roman "Vaders en Zonen" Dostojevski een veel te romantisch beeld van het "nihilisme" vond schetsen, en wie dan ook herhaaldelijk op de hak genomen wordt. Daarnaast wordt ook het in het tweede deel van de roman centraalstaande "Genootschap" en haar leden met opzet in nevelen gehuld, zodat de schimmigheid van deze revolutionaire organisatie extra geaccentueerd wordt. Dit komt de kwaliteit van de roman zeker ten goede, maar niet het leesgemak.
Ten derde vind ik de vertelstructuur een grote kwaliteit van de roman, die echter ook weer niet erg bijdraagt aan het begrip ervan. De verteller is een personage in het boek, maar we komen bar weinig over hem te weten; zijn naam vernemen we pas tegen het einde. Hij is bij de meeste gebeurtenissen betrokken, maar heeft ook een zekere distantie, waardoor hij een aanzienlijke hoeveelheid feitelijke kennis heeft. Maar tevens wordt de lezer meegenomen in de gedachtenwereld van deze verteller en volgen we het verhaal vanuit zijn perceptie, waarbij ook een hoop speculatie komt kijken omdat de verteller ook informatie gebruikt die hij uit tweede hand verkregen heeft. Daarnaast wisselt ook het tijdsperspectief van de verteller, waardoor hij eens vertelt vanuit het moment waarop hij de gebeurtenissen meemaakt en dan weer vanuit een moment waarop de geschiendenis die in de roman beschreven wordt al volledig afgerond is.
Tenslotte wordt een aantal subplotjes aangeroerd die niet allemaal even goed uitgewerkt worden, wat dus een tekortkoming van de roman is. Mede door de complexiteit van het eigenlijke onderwerp van de roman verdwaalt de lezer hierdoor helemaal gemakkelijk. Een voorbeeld van zo'n subplotje is de onrust onder de arbeiders op de fabriek van Sjpigóelin. Hier had ik al snel hoge verwachtingen van met betrekking tot de duiding van de nieuwe maatschappelijke processen, maar daarin bleek Dostojevski niet erg geïnteresseerd en zodoende fungeert de fabriek van Sjpigóelin slechts als sfeerelement. Daarnaast komen ook de vrouwelijke personages in het boek er wat bekaaid van af, zij voegen weinig toe aan de kern van het verhaal.
In het tweede deel van de roman, wanneer het revolutionaire "Genootschap" centraal komt te staan, wordt meer voeling met de personages en betrokkenheid bij het verhaal gecreëerd door toevoeging van thriller-achtige suspense momenten en zelfs enig (vals?) sentimenteel effectbejag (Sjatov die vader wordt kort voordat hij vermoord wordt) . Hierdoor weet het tweede deel van de roman beter de aandacht van de lezer vast te houden. Ook bevat dit deel van het boek het in de eerste versies van Boze Geesten door de uitgever weggecensureerde hoofdstuk "Bij Tichon" waarin het personage "Stawrogin" een biecht aflegt, en waar Dostojevski een literair versnellinkje opschakelt. Genoeg reden om dit boek niet halverwege weg te leggen, hoor!
Als ultieme kwaliteit van de roman wordt doorgaans aangevoerd dat hij inzicht geeft in de ontwikkelingen die uiteindelijk hebben geleid tot de Russische Revolutie en vooral ook tot de aard en tekortkomingen van het communisme dat zich in Rusland ontwikkelde. De roman en dus ook Dostojevski wordt zodoende een zekere profetische kwaliteit toegedicht. Sommige zaken vertonen inderdaad een frappante overeenkomst; de manier waarop het "Genootschap" met "Sjatov" omgaat doet haast vermoeden dat zekere communistische leiders Boze Geesten op hun nachtkastje hadden liggen. Echter het gebrek aan nuance in Dostojevski's maatschappelijke analyses en het gebruik van de botte bijl voor het inhakken op alles wat revolutionair was, leidt er toe dat een toevalstreffer wat mijn betreft niet geheel uitgesloten kan worden. (de gebeurtenis rond "Sjatov" heeft Dostojevski overigens ook gewoon ontleend aan een soortgelijk voorval dat zich in zijn tijd voltrok).
Al met al blijft dit een geweldig fascinerend boek met personages waar je na verloop van tijd toch van gaat houden (Sjatov, Stepán Trofímovitsj) en waarvan sommigen werkelijk onvergetelijk zijn (Kirilov!!), en met verschillende geniale passages, dat een voor mij erg interessant onderwerp behandelt, wat veel stof tot overdenking geeft, waardoor ik (zoals bij de meeste Dostojevski's) de tekortkomingen gemakkelijk vergeet.

Dostojevski is een conservatief die niet veel opheeft met socialisme, liberalisme of anarchisme en alle aanhangers van deze ideologiën op één grote hoop gooit en afschrijft als nihilisten, wat voor hem gelijk staat aan boeven, criminelen, moordenaars etc.; kortom als duivels/boze geesten.
Niet vergeten dat Dostojewski aanvankelijk een veel progressiever gedachtegoed aanhing. Dat was ook de reden dat hij voor het vuurpeloton kwam en later naar Siberie werd gestuurd.
Daar heb je natuurlijk gelijk in, dank voor de nuancering. Ik leer Dostojevski steeds beter kennen. Weet jij of hij geschreven heeft over zijn (toch vrij radicale) verandering van gedachtegoed? In "Aantekeningen uit het Dodenhuis" misschien?

Het boek zit vol met personages die een heel eigen manier van "het zijn" hebben. Kirilov, Sjatov, Stavrogin... Allemaal lijken ze groter dan het leven( of kleiner). Vooral Sjatov en Kirilov zijn mijn favorieten. Sjatov, een zwijgzaam type die gezelschap niet echt op prijs stelt. Of Kirilov die iedereen thee aanbiedt maar zich zichtbaar verveelt als het onderwerp niet over zelfmoord gaat.
Waar ik wel wat problemen mee heb is het gebrek aan nuances en begrip voor de "revolutionaren" en in het bijzonder voor Stepanovitsj. Hij is de duivel en wordt afgeschilderd als een manipulatief ventje zonder enige vorm van moraalHij komt in het verhaal voor en onmiddellijk volgt er de symbolische vadermoord. En is die vadermoord eigenlijk terecht of onterecht?. Een verwaarloosde jeugd, het gebrek aan een vaderfiguur. Het maakt allemaal niets uit. Oke, het is de verteller die deze gebeurtenissen beschrijft en bevooroordeeld is hij. Is het de menselijke natuur waarin een idee kan leiden tot afschuwelijke wreedheden dat hij veroordeeld en bestempelt als het kwade? Maar anderzijds schrijft Alexis De Tocqueville dit:
Als vanzelf bekruipt mij de vrees dat de mens ooit elke nieuwe theorie als een gevaar, elke vernieuwing als een moeizaam probleem en elke sociale vooruitgang als een eerste stap op weg naar de revolutie zal zien, en dat hij dan helemaal zal stoppen met te bewegen.
Moeilijke vragen waarop nog moeilijkere antwoorden volgen, als er al antwoorden zijn. Daarom vind ik dat in dit boek Dostojewski wat te rechtlijnig is en zelfs redelijk arrogant.
Waar ik wel wat problemen mee heb is het gebrek aan nuances en begrip voor de "revolutionaren" en in het bijzonder voor Stepanovitsj.
Ik ben tot de conclusie gekomen dat het misschien niet de revolutionairen opzich zijn, maar de manier waarop de revolutionairen zich gedragen waar Dostojewski zich kritisch vragen bijstelt. En Stepanovitsj is daar natuurlijk het voorbeeld van. Zijn uitleg en visie komen overeen met de jaren onder Stalin.
Dom van mij.

Dostojevski beschrijft dus de opkomst van een revolutionair genootschap. Hij besteedt veel tijd aan de opzet, de personages en hun relaties, de sfeer in het provinciestadje en zet zo de schaakstukken allemaal klaar voor een heerlijke partij daarna. Het boek gaat niet enkel over D’s afkeer tegen revolutionairen – dat zijn allen behalve christenen (ook in De Broers Karamazov behandelde hij dit thema)- maar is ook een parabel over het Rusland van zijn tijd dat op de drempel van een nieuwe periode staat. Het zijn de vaders die de jongeren hebben geleerd, maar de jongeren die zich afzetten van hun vaders. In wezen is dat hetzelfde als Vaders en Zonen van Toergenjev, al bekijkt D. het iets minder romantisch. Hij ziet juist gevaar daarin, en zet die jongeren ook neer als het pure kwaad en is totaal niet te spreken over het nihilisme. D. was zeer gelovig en dat blijkt ook uit deze Besy. Zeer boeiende thematiek; de ideeën zijn sowieso interessant, en nu, een week na het te hebben uitgelezen, blijft de inhoud nog napruttelen. Het boek heeft dus zeker indruk achtergelaten, ook voor langere tijd.
Maar dan dus de leeservaring zelf, die was stukken minder. Het kostte me een behoorlijke tijd dit allemaal door te ploegen en het is ook verwarrend geschreven (al kan het aan de vertaling liggen, een stukje van Boland dat ik las ging me gemakkelijker af). Veel nevenplotjes die soms niet worden afgemaakt, heel veel dialoog die maar duurt en duurt zonder aanwijzing wie nu eigenlijk spreekt, waardoor je halverwege de pagina weer moet terugtellen, ook om te begrijpen wie nu wat vindt en om zo elk personages te doorgronden. Dat is jammer want met wat kleine aanwijzingen maak je het allemaal zo vele malen makkelijker en ik wil best moeite doen voor een boek, maar geen onnodige moeite omdat het allemaal wat verwarrend is. Daarbij natuurlijk de vele namen, de weinig genuanceerde houding ten opzichte van nieuwe ideeën en net iets te veel uitweidingen zijn gewoon minpunten. Wel zitten er weer andere heerlijke stukken bij, het begin is fantastisch, het feest ook en in dat soort delen is het taalgebruik van Dostojevski volledig op zijn plek.
Over een aantal jaar nogmaals maar eens lezen, en dan de versie van Boland. Ik ben nu al benieuwd. 4,0*.
Een goede kandidaat om onder het kopje "Actueel" (zie het topic over interviews) op de voorpagina te zetten, en misschien ook op Facebook, is Boze Geesten van Dostojewski, na de warme aanbeveling van Beatrice de Graaf van zaterdag (inclusief voorleesfragment op prime-time televisie!).
(Het tamelijk briljante college is hier terug te zien.)
Doen! Erg interessant college. (en thanks voor de tip eRCee)
Ik had gehoopt dat deze roman inzage in de psyche van de terrorist zou geven, daarmee een actueel belang dienend. Zoals bijvoorbeeld de film Taxi Driver in een andere context het radicaliseringsproces van een terrorist ontleedt, waarmee ze juist nu opnieuw relevant is. Zover komt het met Boze Geesten helaas niet. De begeestering door radicale ideeën is een gegeven, gesterkt door een flinke dosis opportunisme. Het maakt de ‘duivels’ in dit boek overwegend eendimensionaal en oninteressant. Dostojevski richt zich meer op de verwikkelingen in de samenleving, waarin eigenbelang en opportunisme een stevige voedingsbodem voor manipulatie en chaos legt.
Voor het zover is, moet er wel eerst 400 pagina’s vermoeiende verwikkelingen rond een aardige groep personages gevolgd worden. Van dit gedeelte kan ik me nu al hoegenaamd niets meer herinneren. Boze Geesten wordt toch vooral gemaakt door de tweede 400 pagina’s. Hierin vinden we de verhitte ideologische discussies binnen het genootschap, de opzet naar chaos, en, vooral, het controversiële ‘weggelaten fragment’. Dit laatste gedeelte was voor mij het hoogtepunt, de daarin aangestipte kwestie had veel meer ruimte tot uitdieping mogen krijgen. Misschien zelfs wel een roman op zich waardig.
Niet eerder had ik in Dostojevski een satirisch schrijver gezien, maar misschien is hij dat toch veel meer dan ik altijd dacht. Boze Geesten bevat geweldige passages (favorieten: de hoog oplopende discussie bij Virginski, het commentaar van een seniele generaal op de dansvloer en de toespraken op het feest), waarin vilein en met humor de burgerij te kijk wordt gezet. Ik vermoed zelfs in de vreemde vertelconstructie (de verteller die niet werkelijk aan de gebeurtenissen deelneemt, maar er ook niet buitenstaat) een knipoog. En: is de hysterie die zo vaak aanwezig is in zijn romans, niet zo dik aangezet dat ze op de lachspieren werkt? En is dat dan onbedoeld of bedoeld? Boze Geesten doet me haast dat laatste vermoeden.
Fjodor zet namelijk het extremisme af tegen de hypocrisie van de gegoede personages. Het poëziebal van de Von Lembke’s, ogenschijnlijk voor het goede doel, blijkt bijvoorbeeld slechts verkwistende zelfverheerlijking te zijn. Daarenboven worden fabrieksarbeiders beschreven die bij de gouverneur klagen over de slechte werkomstandigheden, maar die vervolgens achteloos in elkaar worden geslagen. Voorts fungeren ze als zondebok voor het oplaaiende geweld. Hoewel het boek niet het meest psychologisch doorvlochten werk van Dostojeveski is (De Gebroeders Karamazov is in dat opzicht interessanter), worden sociale stromingen dus niet achteloos weggezet. De andere kant van de medaille wordt immers ook getoond.
Daarnaast vind ik het standpunt van Fjodor best valide. Zo is revolutionair gedachtegoed gevoelig voor aanhangers die impulsief geweld en perversiteit hanteren. Daarboven creëert zo'n geweldsopleving een maalstroom die ook onschuldigen in de miserie meesleept. 'De Mens in Opstand' van Albert Camus kwam bij het lezen van dit boek dan ook nog wel eens in gedachten. Hier vinden de revolutionairen eveneens geen limiet in hun ivoren torenactivisme. Sowieso werpt deze schrijver hier, zelfs voor zijn doen, veel interessante vragen op: resulteert "de vrijheid tot" in tirannie, in hoeverre heeft de mens vrije wil als we een biologische drang hebben om voort te leven, vormt de mens een ideologie of vormt ideologie de mens? etc. Naar aanleiding van dit werk is i.i.g. menig interessante discussie te voeren.
Nee, het is enkel de structuur van het verhaal die roet in het eten gooit. Stroperig bouwt het boek op, waardoor spaarzaam spelers ten tonele verschijnen. Het trage tempo werpt echter zijn vruchten af. Gradueel begint het in de geschetste samenleving te rommelen, hetgeen beklemmend aanvoelt. De schimmige beschrijvingen deden mij zelfs aan ‘Das Weiße Band’ van filmmaker Micheal Haneke denken. Nochtans wordt deze uitstekende sfeeropbouw (na de dood van Sjatov) weer teniet gedaan door het genootschap te omzichtig op te breken. Een minder moralistisch einde, waarin de intrige niet werd ontmanteld, was beter geweest.
Niettemin is Boze Geesten wederom een verdomd indrukwekkende roman. Hoewel Dostojeveski met name in De Gebroeders Karamazov tot een wat evenwichtigere dialectiek komt, is dit qua thematiek wellicht zijn interessantste werk. Ook het dreigende sfeertje is uitermate memorabel. Jammer van het zwakke einde. Dit boek zit dicht tegen de 5* aan.
Drie leerlingen van Stepan spelen een belangrijke nevenrol: Lisa en Dasja in enkele romantische verwikkelingen; de naamloze ik-verteller als observeerder en vertrouweling. Andere nevenpersonages vertegenwoordigen verschillende sociale klassen, van ijdeltuiten tot een ontsnapte dwangarbeider en een zatlap die zichzelf met “kapitein” aan laat spreken.
Centraal staan drie -ismen die in Rusland opgang maakten: nihilisme, anarchisme en atheïsme. Deze stromingen wilden de heersende normen en waarden op ethisch, politiek en religieus vlak met de grond gelijk maken. Pjotr werpt zich op als leider van enkele subversieve groeperingen. Dostojevski zelf had progressieve ideeën, maar verwierp elke vorm van geweld.
Het geschreven woord wordt verspreid in de vorm van pamfletten en anonieme lasterbrieven. Controversiële denkers als Charles Fourier en Michail Bakoenin worden aangehaald. Opruiende toespraken en chaotische bijeenkomsten leiden tot een bloederige climax. Deze ideeën deden het tsaristische regime op z’n grondvesten daveren en zouden invloed uitoefenen tot diep in de twintigste eeuw.
Centraal staan drie -ismen die in Rusland opgang maakten: nihilisme, anarchisme en atheïsme. Deze stromingen wilden de heersende normen en waarden op ethisch, politiek en religieus vlak met de grond gelijk maken. Pjotr werpt zich op als leider van enkele subversieve groeperingen. Dostojevski zelf had progressieve ideeën, maar verwierp elke vorm van geweld.
Ten tijde van het schrijven van dit boek was Dostojevski juist inmiddels al lange tijd zo conservatief als het maar zijn kan en in feite is Duivels één grote aanklacht tegen de opkomende Westerse progressieve ideeën ( socialisme, feminisme) die volgens Dostojevski allemaal een pot nat waren en hun oorsprong vonden in het volgens hem giftige en tot ondergang leidende nihilisme.