Spijtoptant
Zoals Lotte Weeda een boek gemaakt heeft waarin in 200 fotoportretten een beeld van de inwoners het dorp Monward wordt geschetst, zo schetst Maarten 't Hart in 39 korte hoofdstukjes een beeld van de uitwerking die Lotte Weeda's werk op de Monwardse bevolking heeft.
Nergens in dit boek gebeurt er ook maar iets bijzonders, nergens komen er personages in voor die meer zijn dan gewone dorpsbewoners met hun eigenaardigheden.
Zeker de ik-figuur, die uiteraard het best door Maarten 't Hart geportretteerd wordt, is een redelijk saai persoon, amateurschrijver en (voormalig) bioloog en vooral lijdend aan een chronisch overschot aan vrije tijd, die hij vult met tuinieren en wandelen met zijn hondje.
Toch weet Maarten 't Hart een verhaal neer te zetten dat blijft boeien, omdat er een mysterie in groeit dat uiteindelijk geen mysterie blijkt te zijn, maar een door toevallige gebeurtenissen geboren waan.
Dit hoofdthema, waan versus werkelijkheid, wordt ook in de kleinere subplotjes weergegeven: Abel die denkt dat zijn kinderen niet van hem zijn, Geert die Silena van chantagepraktijken beticht, de scheltopoesik die voor levensgevaarlijke gifslang wordt aangezien... het verhaal kabbelt in een rustig landelijk tempo, wat mij heel goed beviel overigens, van misverstand naar waan naar onwetendheid en verder, om uiteindelijk de lezer te confronteren met een ontluisterend niets, een gebrek aan plot dat júist het plot is.
Ondertussen wordt er op milde maar niet luchtige wijze de nodige kritiek geleverd op de bio-industrie en de wijze waarop Nederland met zaken als MKZ-crisis, varkenspest en vogelpest is omgegaan.
Minder vond ik de overmaat aan verkleinwoordjes die Maarten 't Hart gebruikte (om de kneuterigheid van het dorpse leven aan te geven? Om het schijnbaar idyllische van het dorpsleven aan te geven?), en die op den duur wat ergerlijk begon te worden.
Ook de overmaat aan planten- en dierennamen wordt vervelend; een schrijver mag enige kennis van zijn publiek verwachten, maar om een beschrijving van bijv. een sloot in de zomer te geven die bestaat uit 10 soorten waterplanten en bijbehorende insecten louter door de namen van de planten en beestjes op te sommen, dat werkt niet. Het is me te veel om een planten- en dierengids na te slaan, dus laat ik het maar bij 'sloot' en de rest van de info ben ik de volgende zin alweer vergeten.
Al met al is het me goed bevallen, mijn eerste Maarten 't Hart, en ik ben zeker van plan meer van deze schrijver te lezen, al probeer ik wel het werk van hem met de grootste kritiek op de gereformeerden in de 50-er jaren te mijden, want dat boeit me toch allemaal niet zo.
ps. Een half puntje extra voor de scheltopoesik. Nooit van zo'n beest gehoord, maar wat een prachtige naam! Fijn om daar zo'n vertederende aandacht aan te besteden.