Invisible Man gaat over een donkere jongen die telkens als hij zichzelf probeert te definiëren, als hij een keuze maakt waarmee hij zijn eigen persoonlijkheid neerzet, als hij een handeling doet waarmee hij zichzelf wil laten zien, teruggefloten wordt en niet serieus genomen wordt. Je wordt als lezer deelgenoot gemaakt van de verwording van de naamloze verteller, een jongen die vol hoop en werklust het leven tegemoet treedt, maar uiteindelijk volledig afgezonderd in een kelder zijn dagen slijt (is geen spoiler, daar begint het boek mee).
Het is een af en toe bijna groteske, surrealistische en kafkaeske vertelling die bij mij, naarmate het verhaal vorderde, een steeds groter wordend gevoel van beklemming en bevreemding opriep. Met iedere nieuwe teleurstelling verandert het personage, verliest hij iets van zichzelf, wordt onvoorspelbaarder en wat in het hoofd van de verteller plaatsvindt, vindt ook op grotere schaal in New York plaats. De spanningen lopen op, de onrust wordt steeds groter en de uiteindelijke climax greep me enorm naar de keel.
Het is heel knap hoe Ellison ieder radartje in het uurwerk dat racisme heet blootlegt, inclusief alle manieren waarop racisme in stand gehouden wordt. Soms zit het hem in heel kleine dingen, bijvoorbeeld het vluchtig benoemen van het feit dat Mary, de vrouw waar het hoofdpersonage een tijdje logeert, een karikatuur van een slaaf in een van haar kamers heeft staan. Andere keren is het een grootse gebeurtenis, waar (impliciet) racisme aan ten grondslag ligt, waar je met geen mogelijkheid omheen kunt.
Wat me verder ook opviel is wat een enorme diversiteit er uit de verschillende karakters spreekt. Velen spreken met een uitgesproken accent, anderen weer helemaal niet en iedereen heeft zo zijn eigen dromen om na te jagen en zijn eigen manier om tegen de wereld aan te kijken, die we vaak ook via schitterende monologen voorgeschoteld krijgen.
Ik weet niet of dit opzet van Ellison was, maar als het een doel van hem was om te laten zien hoe divers de mens (en in het bijzonder het donkere ras) is, dan is hij daar dubbel en dwars in geslaagd (dat je zoiets moet laten zien om mensen daarvan te overtuigen, is natuurlijk ontzettend treurig). Dat de verteller het tegen het einde over de schoonheid van diversiteit heeft, doet mij in ieder geval wel vermoeden dat het zeker Ellisons doel was om zulke uiteenlopende personages op te voeren (al ziet de verteller liever nog een veel grotere diversiteit dan die in het boek voorkomt).
Ik noemde de vele schitterende, memorabele monologen al, maar verder is Ellisons schrijven ook fantastisch, met name zijn dialogen zijn erg goed. Zijn stijl is niet ingewikkeld, maar wel enorm doeltreffend. Er zijn heel veel mooie zinnen in het boek te vinden, vooral de existentiële twijfels en worstelingen zijn echt heel mooi beschreven. Deze heb ik bijvoorbeeld in mijn 'mooie-zinnen'-notities bijgeschreven (als je het boek niet hebt gelezen mis je wel heel wat context):
I looked at Ras on his horse and at their handful of guns and recognized the absurdity of the whole night and of the simple yet confoundingly complex arrangement of hope and desire, fear and hate, that had brought me here still running, and knowing now who I was and where I was and knowing too that I had no longer to run for or from the Jacks and the Emersons and the Bledzoes and the Nortons, but only from their confusion, impatience, and refusal to recognize the beautiful absurdity of their American identity and mine.
Over absurditeit gesproken, er zijn ook heel wat existentialistische/absurdistische ideeën in dit boek terug te vinden. De ideeën van verantwoordelijkheid nemen voor jezelf, van het juk van allerlei verwachtingen van mensen om je heen van je af te schudden en gaan leven voor jezelf, zoals jij dat wil, de vrijheid die daardoor ontstaat, en de zee van oneindige mogelijkheden, zijn ideeën die ook wel bij Sartre en Camus te vinden zijn. Ellison heeft ervoor gekozen om het donker-zijn centraal te stellen in deze roman, maar tegelijkertijd zegt hij ook heel veel over het leven van iedereen.
Hoewel de toon van de uitkomst van het boek soort van hoopvol is, is het eigenlijk natuurlijk extreem deprimerend. De verteller heeft vrijheid gevonden en een manier om zichzelf te zijn, maar dat kan wel alleen maar door als een kluizenaar in een kelder te bivakkeren. Ik word heel verdrietig als ik aan de verteller uit dit boek en zijn uiteindelijke lot denk.
Het blijkt eigenlijk al wel uit mijn stukje, maar
Invisible Man heeft eigenlijk op alle fronten enorme indruk op me gemaakt. Nietsvermoedend pakte ik dit boek op om in het kader van de actualiteit wat te lezen, maar een dergelijke ervaring had ik nooit verwacht. Zeker een potentiële kanshebber voor mijn top10, of die daar ook binnenkort in staat hangt een beetje af van hoe het boek de komende tijd zal bezinken. Maar een onvergetelijke eerste indruk heeft het zeker achtergelaten.