La Superba - Ilja Leonard Pfeijffer (2013)
Nederlands
Psychologisch
360 pagina's
Eerste druk: De Arbeiderspers,
Amsterdam (Nederland)
Deze roman is een monument voor een stad zoals er maar één is: Genua, La Superba (de hoogmoedige). Maar behalve een roman over een labyrintische stad, is het ook een liefdesverhaal dat tragisch eindigt. 'La Superba' onderzoekt, vertelt en ontrafelt de illusie van een beter leven elders en laat zien hoe mensen op verschillende manier verdwalen in die fantasie. 'La Superba' zet de luxe-immigratie van de noorderling, dromend van la dolce vita Italiana, af tegen zowel het lot van de Afrikaanse immigranten, dromend van gegarandeerde rijkdom, als van de miljoenen Italianen die in de negentiende en twintigste eeuw vanuit Genua zijn geëmigreerd naar de Nieuwe Wereld: La Merica, waar de straten met goud geplaveid zouden zijn. De zoektocht naar een beter leven elders gaat bij de hoofdpersoon gepaard met een innerlijke verkenningstocht naar een andere en beter persoonlijkheid; naar empathie, elegantie en vrouwelijkheid
Pfeijffer woont in Genua, al een aantal jaar. Hij schrijft tot een fictieve vriend dat hij aan een roman werkt en langzaamaan worden al die brieven tezamen een roman op zich. Dat idee is best leuk en kan ook wel werken al komt het nu een beetje geforceerd over en ziet het boek er ook uit als een roman. Bovendien heb je het idee dat Pfeijffer af en toe vergat dat dit een brievenroman moet zijn. Dan had hij dat volledig moeten doorvoeren of niet, want dit halve werk wekt vooral irritatie op.
Inhoudelijk behandelt Pfeijffer de stad Genua (La Superba) in al haar facetten: de barretjes, het warme zomerweer (met een prachtige metafoor beschreven), de drap van sneeuw op sommige dagen, de maffia, de corruptie, de bureaucratie, de criminaliteit, de prostitutie en de travestieten, de immigratie en de levens van de velen die daar wonen. Dat laatste is immers wat een stad maakt: zij die er wonen. En dit boek bestaat vol uit kleine verhalen, anekdotes en gesprekken en zo leer je alles kennen. Niet elk stuk is even bijzonder of goed maar door de lengte en afwisseling wordt dat nooit een groot bezwaar. Bovendien zitten er enkele heel vermakelijke verhalen tussen met als hoogtepunt het verhaal over een Britse zuiplap.
Als immigrant krijgt ook dat vraagstuk aandacht. Niet alleen zijn eigen reilen en zeilen in de stad met alle kleine problemen en hoe men naar hem kijkt, maar ook van de negers uit Afrika die overal worden misbruikt en de immigratie van Italianen naar La Merica. En altijd is het verhaal hetzelfde: gouden bergen worden beloond. Al past het niet altijd binnen het verhaal, het geeft wel verdieping en is in hoge mate interessant.
Dan beschrijft Pfeijffer zoals het een Nederlander betaamt veel seksscènes. Onsmakelijk, met dat pafferige lichaam en lange haar van hem dat je constant, maar dat is eigenlijk het enige echte grote minpunt. Afgerond naar boven 4*.
't Hart over La superba
Wat 't Hart echter vergeet te vertellen is dat het boek allereerst erg plat is. Platte seksscènes doordesemen de roman, die verder geschreven is in een jolige stijl en allerlei quasi-interessante moderndoenerij bevat die eigenlijk alweer achterhaald is, eigenlijk dus precies hoe ik me de hedendaagse Nederlandse roman voorstel (en dat is geenszins positief bedoeld).
Maar, toch heeft La superba een paar stevige troeven in handen. Allereerst inderdaad het stadsbeeld dat wordt opgeroepen, dat is overtuigend en verfrissend. En ten tweede, het thema van de immigrantenproblematiek. Pfeiffer gebruikt dit thema aan de ene kant vrij schaamteloos als een literair procedé, en dat geeft hij vervolgens ook weer grif toe, zodat je eigenlijk geen kritiek kan hebben op de werkwijze. Maar aan de andere kant zet hij deze inktzwarte vlek op het blazoen van de Europese politiek wél weer op de kaart, en dat zonder enige vorm van moralisme. Het werkt behoorlijk goed moet ik zeggen, en ook de verbanden die er worden gelegd met allerlei emigratie-stromen uit het verleden vormen op zichzelf, juist in hun neutraliteit, een soort van stellingname.
Tenslotte; ik noemde de stijl van Pfeiffer jolig, en dat is 'ie ook, maar het boek is zeker niet slecht geschreven. Integendeel, het is stilistisch bij vlagen bijzonder aardig. Mijn stijl is het niet bepaald, maar ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die er net als Maarten 't Hart voor vallen.
Ik twijfel nogal over een waardering. Het "majeure thema" van immigratie geeft echter toch een bepaalde relevantie aan het boek en zorgt uiteindelijk daarom voor een afronding naar boven.
Ben ik nou fout, maar dit soort literatuur me doet denken aan P.F. Thomese(?) Daar geraak ik ook niet door. Dat ongeloofwaardige, hilarische? is voor mij moeilijk...Maar dat is echt iets persoonlijks. Dat is ook de reden waarom ik geen boeken van Murakami lees.
Het is allemaal diep tragisch, maar herhaaldelijk moest ik tijdens de lezing heel hard lachen.
Fantastisch!
De mooiste zin van 2013 komt uit La Superba: Ilja Leonard Pfeijffer wint voor de tweede maal de Tzum-prijs
Met de zin:
Het was het witte uur na het middagmaal, de blanke pagina waarop hooguit iets met potlood wordt gekriebeld in geheimschrift, iets om onmiddellijk weer uit te gummen zodra de rolluiken omhoog worden getrokken en het leven opnieuw zwart op wit een aanvang neemt met bonnetjes, bestellingen en bezwaarschriften.
uit La Superba (pagina 66) wint Ilja Leonard Pfeijffer de Tzum-prijs 2014 voor de mooiste zin gevonden in een boek uit 2013. Pfeijffer krijgt 48 euro, één euro voor elk woord, en een beker.
Nieuws: Met zin uit La Superba wint Ilja Leonard Pfeijffer voor de tweede maal de Tzum-prijs - Tzum literair weblog
La Superba – de stad Genua, de hooghartige die continu van gedaante verwisselt en zich in vele verschijningsvormen laat zien, die nimmer aflatende metamorfose van dewelke de krochten en stegen en heuvels en spleten langzaam maar zeker in kaart worden gebracht. Desillusie – ook dit oord van romantiek blijkt uiteindelijk maar een tijdelijk verblijf voor de auteur, eenmaal hij inziet dat hij hier vooral is om te ontsnappen aan de monotone sleur van altijd weer dezelfde bars in zijn vaderland. Een sleur die zich in deze nieuwe ‘thuis’ ook gewoon installeert. Kortom er lijkt niets anders op te zitten dan opnieuw verder te trekken, of…?
La Superba – het Europa waar banken gratis geld uitdelen en waar men Mercedessen voor het uitkiezen heeft, het continent zoals La Merica vroeger was voor Italianen op zoek naar hun fortuin. Desillusie – de immigrant die met de neus op bikkelharde feiten wordt gedrukt, op intolerantie en een monsterlijke bureaucratie op basis waarvan mensen uitgeprocedeerd worden, nog voor ze ook maar een schijntje hebben kunnen verdienen op een arbeidsmarkt die voor hen helaas afgesloten blijft.
La Superba – het mooiste meisje van Genua, wiens schoonheid in de bar met de spiegels verwordt tot een literair veelvoud van de min of meer objectieve criteria op basis waarvan men haar schoonheid zou kunnen catalogeren. Desillusie – ook verliefdheid en liefde zijn vormen van fantasie, euhm, varianten op de travestie des levens, amen?
(Deze en andere gedachten bij een boek waarvan de intermezzi me eigenlijk het best zijn bevallen. Ik hou namelijk van de meer lineaire vertelvorm, in dewelke Ilja Leonard Pfeijffer even ophoudt met voortdurend motieven door elkaar heen weven. Uiteindelijk is 'La Superba' wel een bruisende, werkelijk virtuoos geschreven roman, maar de losse spinsels die onderweg samenkomen en betekenis krijgen omdat de auteur ze expliciet uitlegt, vormen samen geen formule die bij mij uitstekend werkt. Weliswaar graag gelezen, maar het boek had wat mij betreft bondiger, minder nadrukkelijk en als het even kan ook iets zedelijker mogen zijn. Verder echter...superb!)
3,5*
Het meest tot de verbeelding sprekende personage vind ik Don, de levensgenieter met de mooie verhalen die op een terras sterft en pas uren later wordt ontdekt, omdat men dacht 'dat hij gelukkig was' - wat waarschijnlijk ook gewoon zo is. Maar ook de belevenissen met 'het mooiste meisje van Genua', die gebeurtenissen rondom het theater en de dialogen met de immigrant mogen er zijn. De travestiescènes zijn misschien iets te absurd, maar ergens zijn ze ook wel weer vermakelijk.
La Superba heeft mij al met al bijzonder goed bezig gehouden, en dat kan ik altijd wel waarderen. Misschien dat ik in een moment van verveling maar eens moet gaan 'meisjessurfen' en dan aan La Superba terugdenken.
Ilja Leonard Pfeijffer is een van mijn favoriete columnisten met een heldere mening en messcherpe argumenten.
Ik moet toch even terugkomen op bovenstaande quote. Toentertijd vond ik dat echt, maar hij heeft zich inmiddels een groot moreel superioriteitsgevoel aangemeten waar ik echt braakneigingen van krijg. De column van afgelopen week was wel het trieste dieptepunt.
Pompeuze mooischrijverij. Ik ben na 45 bladzijdes afgehaakt.
En dat sta je wellicht geregeld trots in het café luidkeels te verkondigen. "Ja, doe maar gewoon, da's al gek genoeg, verdomme." Het is gewoon je ding niet.
Heerlijk toch dat er nog iemand zonder gêne gewoon voluit gaat met zijn pen. En er ook nog eens heel leuke dingen bij vertelt. Hoe koken in Italië vooral vakmanschap is zoals schoenen maken, bijvoorbeeld. Uitermate grappig en ook uitnodigend om hardop voor te lezen. Aan mezelf, nota bene.
Vooral schitterend hoe Pfeiffer zijn fictieve ik in al zijn onverbloemde ijdelheid nestelt in deze aparte stad. Het Italië zoals we het ons voorstellen, wij, de toeristen die hij genadeloos afserveert. Om dan finaal tot de conclusie te komen dat hij zelf geen haar beter is.
Het boek begint amusant, vrolijk. Na een tijd lijkt het wat te verslappen, maar dat ligt puur aan zijn quasi-nonchalante constructie. Het is dan ook even slikken als alles plots in elkaar lijkt te storten. Pfeiffer dient dit op als een gitzwarte, absurdistische koortsdroom, waarbij hij zelf de kelk tot de absolute bodem ledigt. Wat begint als een mooie droom, illusie zeg maar, eindigt in de bitterste desillusie. Geniaal.
Dit boek is grappig, quasi vederlicht om dan hier en daar snoeihard uit te halen. Zijn stukje over Djibby heeft mij harder geconfronteerd met de vluchtelingenproblematiek, dan de hardste tv-beelden (zegt ook veel over mezelf, maar dit terzijde). En dat dat gitzwarte einde…
Een plezier om te lezen. Met gek genoeg een prettige, uiterst bitter nasmaak.
Daarom zet ik dit ook maar even helemaal in spoilertags…
Ik moet toch even terugkomen op bovenstaande quote. Toentertijd vond ik dat echt, maar hij heeft zich inmiddels een groot moreel superioriteitsgevoel aangemeten waar ik echt braakneigingen van krijg. De column van afgelopen week was wel het trieste dieptepunt.
Tja, als columnist wordt natuurlijk wel verwacht dat je je nek een beetje uitsteekt. Ik ben fan van de nuance, maar als het allemáál nuance wordt, gaat het wel een beetje saai worden natuurlijk.
Inmiddels lijken zijn woorden helaas steeds minder uit de lucht gegrepen, vind je niet?
Gedurende de eerste honderd pagina’s moet je wel even op je tanden bijten. Pfeijfer schrijft als een neuroot die in zijn eigen bubbel leeft en weinig interesse heeft om zijn lezers bij zijn bizarre verhalen te betrekken.
Zo halverwege komt Pfeijfer met wat meer concrete verhaallijnen voor de dag. Onder andere de kafkaëske ambtenarij, het wijdverbreide nepotisme en de eindeloze tentakels van de maffia passeren de revue. Na het lezen van La Superba snap je dat het geen toeval is dat uitgerekend in Genua een brug uit het niets instort. Pfeijffer blijft ondanks alles verliefd op de stad, een beetje zoals sommige vrouwen verliefd zijn op de blauwe ogen van een bajesklant. Het levert een interessante insteek op.
Elke zichzelf respecterende roman over de ’couleur locale’ van een bepaalde streek bevat natuurlijk ook een dorpsidioot. Pfeijfer heeft er zelfs meerdere in petto, zoals een benevelde Britse fantast, een filosoferende landloper en een (opnieuw) benevelde cougar. Kortom: veel alcohol op het menu in La Superba. Het levert een aantal amusante subplots op, maar een originaliteitsprijs zal Pfeijffer er niet voor krijgen.
Nee, écht interessant wordt pas het wanneer Pfeijfer het over immigratie heeft. Zonder te vervallen in politieke correctheid of in morele superioriteit beschrijft hij de valse hoop van migranten en de gruwel die ze doorstaan. Hij legt verbanden die je zelf niet meteen zou leggen en hij is ook niet te beroerd om zijn eigen hypocrisie aan de kaak te stellen.
La Superba is een eigenzinnige, chaotische, maar zeker ook interessante kijk op Genua. 3,5*
Ongeveer om de pagina schrok ik weg van het papier. Soms om het totaal absurde en ongeloofwaardige wat er werd beschreven, soms om het, tot in den treure, benoemen van straten en steegjes in Genua en soms gewoon omdat het niet te lezen is. Het met horten en stoten beschrijven van een situatie en de duizelingwekkende hoeveelheid 'ik ging toen', 'ik dacht na', 'ik', 'ik', 'ik' is tenenkrommend. Bah.
Maar goed, over een week lekker naar Genua. Pfeijffer gaat niet mee.
La Superba is een boek dat ik een echte roman durf noemen. Een vette kluif, waar je op zoek moet naar onderliggende betekenissen en samenhang. Ik kan me perfect vinden in mensen die afhaken na enkele tientallen pagina's, want een romance met een afgehakt been, is inderdaad behoorlijk van de pot gerukt.
Wat mij vooral kon bekoren, was de verschillende manieren waarop Pfeijffer de immigratie benadert. Steeds andere verhalen, andere tijden, maar altijd dezelfde invalshoek: mensen zoeken fortuin en vinden vaak minder dan wat ze achterlieten maar hun menselijkheid houdt hen tegen terug te keren.
Het idee om dit verhaal vast te hangen aan een stad, met veel bochten, steegjes, duistere hoekjes en kronkelende omwegen, moet zeker ook vermeld worden. Een grandioos boek, dat vat het allemaal voldoende samen.
5*
maar is dit nu een boek dat je best net wél of net niét leest voor een eerste bezoek aan Genua?
Gaat het je enthousiast maken voor de stad, of er net een afkeer van doen krijgen?
Misschien wel een heel voor de hand liggende vraag,
maar is dit nu een boek dat je best net wél of net niét leest voor een eerste bezoek aan Genua?
Gaat het je enthousiast maken voor de stad, of er net een afkeer van doen krijgen?
Voor mij was Genua (zonder het bezocht te hebben) altijd een lelijke havenstad tussen bergen en zee geklemd met die autostrade die die erdoor raast (en met de brug die ingestort is). Na het lezen zie ik dat zeker anders en wil ik er zeker ooit nog wel eens een keertje terecht komen.
Dus: je moét het niet vooraf lezen, maar het kan wel. Geen schrik!
Doet me denken aan mijn opstellen in het middelbaar waarbij ik ook wou tonen welke dure woorden ik ooit eens ergens had gelezen... (: