Gelezen als onderdeel van ‘American Noir: 11 Classic Crime Novels’, een schitterende uitgave van Library of America. Wat mij betreft gaat het niet echt om een misdaadroman, al bevat het verhaal wel misdaadelementen. Eerder is dit een coming of age story van jonge mensen die het nog willen maken in het leven, zij het op een vrij wanhopige manier. Het grootste deel van het verhaal speelt zich af in een broeierige dance hall aan de rand van het Hollywood van de jaren ‘30. Hollywood, het mekka van de nog steeds jonge filmindustrie waar filmsterren komen en gaan, als inspiratiebron voor de hoofdpersonages Robert Syverten en danspartner Gloria Beatty. Beiden nemen deel aan een dansmarathon in de hoop met de hoofdprijs een financiële springplank in Hollywood te verkrijgen, dan wel het Hollywood van de filmsterren. Het universum waarin zij zich bevinden, is de onderbuik van Hollywood, waar het plebs mekaar vertrappelt in de zoektocht naar een plaatsje hoger op de sociale ladder. Voor liefhebbers van klassiek Hollywood is het hier verder fijn toeven, om met de verwijzingen naar toenmalige coryfeeën een soort pas in de tijd van toen te kunnen zetten. Auteur Horace McCoy was dan ook een kenner van de filmindustrie niet in het minst omdat hij er professioneel actief was als scenarist.
Het verhaal wordt verteld in flashbackvorm vanuit het standpunt van Robert Syverten. Als lezer krijg je vanaf de eerste pagina de afloop al mee, maar het blijft gissen naar het waarom. De laatste zin van het boek is dan ook een echte punchline waarin alle elementen op hun plaats vallen. Hoewel je vanaf het begin een zwaarte voelt in het verhaal, blijft het einde toch verrassend. Dat dit werkje in de smaak viel bij de existentialisten uit die tijd, is dan weer geen verrassing maar een bevestiging van de ondertoon en uitgesproken finale. Naderhand zou dit boek nog op succesvolle wijze verfilmd worden in Hollywood, met échte sterren als Jane Fonda, o ironie, wat intussen ook alweer meer dan een halve eeuw geleden is.