Schijnbaar willekeurige momenten, in de levens van schijnbaar willekeurige Dubliners. Het zijn vaak momenten van zelfinzicht, al gaat dat meestal niet zonder pijn. We zien de Dubliners dan ook in kwetsbare momenten. Onder het gebral of het kokette gedrag, schuilt vaak onzekerheid, om niet te zeggen een minderwaardigheidscomplex. Misschien is dat nog wel wat de meeste personages, als wellicht typisch Iers, kenmerkt in deze bundel; altijd in verhouding te staan tot mensen die geslaagder zijn, hoger op de ladder staan. Daarmee samenhangend is de bundel werkelijk doordesemd met de lastige verhouding tussen katholieken en protestanten, en tussen volbloed Ieren en zij die met Engeland sympathiseren. Dat speelt in haast elk verhaal een onderliggende rol, vaak subtiel verstopt in bepaald taalgebruik of de namen van personages. Voor een goed besef van deze subtiliteiten kan de hedendaagse lezer niet zonder het uitgebreide notenapparaat zoals bijv. de Penguin-uitgave kent. Dat is typisch voor de manier van schrijven van Joyce; boordevol verwijzingen en details die alleen de goed ingevoerde lezer (of in dit geval: de Dublinse tijdgenoot) zullen oppikken, maar die wel het verhaal achter het verhaal vormen. In Ulysses zou Joyce die werkwijze natuurlijk nog veel verder doorvoeren.
Mooi vond ik verder de verschillende schrijfstijlen die Joyce al toepast. Sommige verhalen zijn zeer verstild en introspectief (Eveline), andere verhalen nogal boertig (Grace) of toneelstukachtig (Ivy Day), terwijl het slotstuk The Dead weer een stuk ambitieuzer van opzet is, eerder een novelle. Ook de opbouw, van jeugdige personages naar ouden van dagen, is mooi gevonden. Dit geeft nog wat extra kracht aan het geheel, welke in dit geval zeker meer is dan de som der delen.
3,5/5