De Jacht op de Spiegel - Henriëtte van Eyk (1952)
Nederlands
Sprookje
216 pagina's
Eerste druk: De Arbeiderspers,
Amsterdam (Nederland)
In een land zonder spiegels wordt de rijkdom afgemeten naar het aantal kijkers dat men heeft. De koning heeft natuurlijk de meeste en zij sloven zich uit in het vleien. Een jongen van de maan daalt in dit land af, met een spiegel. Hij komt terecht bij een oud vrouwtje, dat hem ondanks haar armoede goed verzorgt. Maar de aanwezigheid van een spiegel, die inmiddels al in handen van rovers is gevallen, in het land wordt bekend en er begint een jacht op, waaraan alle belanghebbenden deelnemen. Enerzijds zijn het 's konings kijkers, die hun ontmaskering vrezen, en anderzijds de jongen van de maan met zijn helpers, de dieren en het oude vrouwtje. De spiegel wordt heroverd maar in scherven. Toch krijgt menigeen nog eens een kans om in een scherf te kijken. Zo begint de menswording van een door vleierij gekweld volkje.