Er zijn drie niveaus van realiteit in deze roman. Ten eerste is het een familiekroniek over Esteban Trueba, zijn vrouw Clara, en zijn wettige en onwettige afstammelingen. Ten tweede is het een geschiedenis van Chili in de twintigste eeuw, met de nadruk op de politieke conflicten. In het begin zit dat historische aspect ver in de achtergrond, maar tegen het einde zitten ze er midden in. Ten derde is er de verborgen realiteit van het bovennatuurlijke, geïntroduceerd door de excentrieke oom Marcos. De lezer hoeft er zelf niet in te geloven om mee te gaan in dit magisch realisme, want Isabel Allende verstaat de kunst om absurde dingen te vertellen alsof ze volkomen normaal zijn.
Als kind reeds toont Clara aanleg voor telekinese, waarzeggen en spiritisme. Wanneer ze de alledaagse realiteit niet meer aankan, trekt ze zich terug in deze geestenwereld en wordt ze mutistisch. Haar kind Blanca en haar kleinkind Alba erven haar aanleg. Deze drie vrouwen dragen een naam die ongeveer hetzelfde betekent en met de letters C-B-A begint. Zij vormen de vrouwelijke rode draad, met als tegenhanger de macho Esteban Trueba, die drie generaties overleeft. Hij is een complex personage met tegenstrijdige eigenschappen. Enerzijds is hij een serieverkrachter en een tiran op z'n landgoed, anderszijds komt na z'n huwelijk met Clara en na de geboorte van z'n kleindochter Alba ook z'n zachtaardige kant naar boven en komt hij gedeeltelijk tot inkeer.
Er zijn twee ik-vertellers. Circa 1978, kort voor z'n dood, schrijft de negentigjarige Esteban Trueba een aantal korte stukjes met autobiografische herinneringen. Het grootste deel wordt echter geschreven door z'n kleindochter Alba, die zich baseert op schriftjes en brieven van Clara en Blanca, geleidelijk overgaand in haar eigen herinneringen. De slotzin eindigt zoals de openingszin begint.
Geen enkel jaartal wordt genoemd, maar aan de hand van historische gebeurtenissen is het mogelijk om een tijdlijn op te stellen. Het begint rond 1910, en culmineert in de staatsgreep van 1973. De namen Salvador Allende, Pablo Neruda en Augusto Pinochet komen er niet in voor, maar hun gelijkenis met de Kandidaat, de Dichter en de Dictator is overduidelijk. Isabel Allende heeft hetzelfde sterrenteken als Alba - Leeuw - maar deze is tien jaar later geboren. Andere personages zijn soms gedeeltelijk geïnspireerd door familieleden of andere Chilenen, maar ze zijn toch vooral fictief. Ook Chili en Santiago worden nooit bij naam genoemd, een vorm van ellipsis.
Een centraal thema is de politieke tegenstelling tussen conservatief en socialistisch, wat later ontaardt in fascisme en communisme. Ook het katholicisme krijgt geregeld een veeg uit de pan. Esteban Trueba behandelt z'n boeren als lijfeigenen, maar als ondernemer zorgt hij voor economische welvaart. Clara, haar zoon Jaime, protestzanger Pedro Tercero en Alba zetten zich in voor gelijke rechten voor landarbeiders en vrouwen. Er komt nogal wat seksueel geweld in voor, met inbegrip van necrofilie. Bloed is een motief, te beginnen met de autopsie van Rosa, waarbij de dokter op een vampier lijkt in de ogen van de glurende Clara. Ook het getal drie komt vaak terug: de Drie Maria's, de drie zussen Mora... Meerdere personages keren terug na hun dood: Clara als geest, Rosa als mummie en de hond Barrabas als vloermat. Rijke fantasiebeelden zijn naadloos vermengd met historische gebeurtenissen en persoonlijke ervaringen, wat tot een heerlijk leesbaar resultaat leidt.