De een gaat gokken of drinken of allebei, ik ging neuken.
Vermakelijk boek van de inmiddels mede-Apeldoorner Andy van der Meijde, al moet ik zeggen dat Johan Derksen de anekdotes leuker kan vertellen dan dat ze door Slegers zo zijn opgeschreven.
Wat Slegers wel aardig doet is het verhaal zo optekenen alsof het lijkt dat Andy alles zelf zegt en schrijft. Ongetwijfeld zullen sommige zinnen letterlijk zijn overgenomen, maar het geheel leest zo soepel en gladjes dat het grotendeels ook Slegers moet zijn. Dat zorgt wel dat het weinig literaire waarde meekrijgt maar bovenal simplistisch en uitleggerig overkomt. Er wordt veelal expliciet gezegd wat Andy deed, met gelijk de uitleg waarom. Ik dacht zus, want zo… En dat gaat maar door. Als lezer wordt je voor dom gehouden die overal een handleiding bij nodig heeft. Maar uit de verhalen zou je dat ook zelf kunnen opmaken. Af en toe mag je wat noemen, maar niet zo vaak. En als je dan een conclusie hebt hoef je dat nu in het geheel niet te herhalen, want de boodschap is er wel duidelijk ingeramd. En als gezegd, Slegers kan best schrijven, maar door die simpele snelle stijl verdwijnt elke humor. Als ze vertelt worden zijn ze leuker, nu neem je het eerder ter kennisgeving aan. Iets wat leuk is hoeft niet leuk neergezet te zijn. Slegers geloofde ongetwijfeld teveel in de kracht van de inhoud zonder na te denken hoe het op schrift werkt.
Inhoudelijk is het verder wel aardig; als geheel niet heel bijzonder, wel vermakelijk. Het blijft een rise-and-fallverhaal maar doordat het de waarheid is en Andy alles zegt leert het je ook over vreemd gedrag van medespelers. Sommige anekdotes zijn zeer smakelijk (Didulica die wil meekijken terwijl Andy een stewardess loopt te wippen), Mido die z’n Ferrari op de kiss&ride-plaats parkeert, etc. Alle hebben raar gedrag, waardoor je ook begrijpt hoe Andy (en nogmaals, die uitleg die wordt gegeven is dan niet nodig). Alle gaan vreemd, gebruiken weleens een pilletje, hebben dure auto’s, vertonen vreemd gedrag door niet op trainingen te verschijnen en ga maar door.
Ergens aan het eind zegt Andy dat hij niet zo’n zeldzaam exemplaar is, maar wel een extreem geval. Een juiste en rake typering. Dit boek is dan weer niet zo bijzonder als brij in het algemeen, maar meer in de krenten die erin zitten. Wel 3*.