Mijn kennis van de wereldgeschiedenis voelt soms aan als een onvoltooid mozaïek. Je voegt telkens weer een steentje toe. De Boerenoorlog is een stuk geschiedenis die eigenlijk niet zou mogen worden overgeslagen, al was het maar omdat enkele bekende namen (Rothshield, Rhodes, Churchill o.a) betrokken waren. Mijn hart veerde zelfs even op toen ene Asser ter sprake kwam. Ik dacht iets interessants te lezen over de naamgever van de, bij juristen welbekende, Asser-serie. Het bleek echter om zijn zoon te gaan.
Drie heren krijgen in dit boek een hoofdrol toegewezen. In het eerste gedeelte van het boek wordt William Leyds gevolgd. Een Nederlandse Jurist, die uiteindelijke de rechterhand (staatssecretaris) wordt van 'ome' Paul Kruger: de leider van de Zuid-Afrikaanse republiek. De spanning tussen de welbeschaafde, diplomatieke Leyds en de botte, maar standvastige Kruger is erg interessant. Het mag dan met name gaan om de aanleg van een spoorweg, maar door het voorgenoemde spanningsveld en de steeds imperialistischere instelling van Groot-Brittannië, las ik dit gedeelte als een trein. Een spoorweg naar de 2de Boerenoorlog en het volgende gedeelte van dit boek.
In het tweede deel komt Churchill veelvuldig aan het woord. Zijn schrijfsels zijn doorgaans buitengewoon aangenaam. Een zin als: "I cannot begin tot criticise- for I should never stop" neem ik graag ter harte. Dit gedeelte leest welhaast weg als een avonturenverhaal. Een aanval op een ijzeren trein, een ontsnapping uit een gevangeniskamp en ooggetuigenverslagen bij verschillende slagvelden. Met name de beschrijving van de slag bij Spionnenkop maakte indruk.
Het derde gedeelte van het boek is mijns inziens het minst interessants. De hoofdrolspeler is hier Deneys Reitz: een vrijheidstrijder en zoon van de derde staatssecretaris. Een historisch overzicht van een guerrillaoorlog. De Britten voerden een verschroeiende aardetechniek: ze staken villa's van de guerillageneraals in brand, vermoorden de nog aanwezige runderen en verplaatsten de achtergebleven vrouwen en kinderen naar (concentratie)kampen. Desalniettemin bevat ook dit gedeelte enkele opvallende anekdotes. Een aangrijpende situatie voor de boeren die uiteindelijk ook druk zette op Groot-Brittannië om deze oorlog snel te staken.
Hoewel Bossenbroek de argumenten van beide zijden goed schetst, merkte ik dat mijn sympathie regelmatig bij de Boeren lag. Dat is tegelijkertijd bijzonder wrang. De schrijver legt namelijk eveneens goed uit hoe de Britten en Boeren van mening verschilde over hoe de zwarte bevolking moest worden behandeld. De Boeren wilden, in tegenstelling tot de Britten, een strikte scheiding tussen blank en zwart. Een soort voorgeleide van het zeer destructieve apartheidsbeleid.
Ik kan in ieder geval concluderen dat ik met veel plezier dit boek heb gelezen. Bossenbroek geeft een mooi overzicht van een interessant stukje geschiedenis. Evenals bij '1672' van Panhuysen vind ik het aangenaam dat de levensverhalen van een enkele personen als uitgangspunt wordt genomen. Geschiedenisboeken hebben er nog wel eens een handje van om enkel feiten op te sommen. 'De Boerenoorlog' heeft door deze opzet een bepaalde spanning. Bepaalde beschrijvingen zullen me zelfs nog wel een tijd bijblijven.
4.5*