De slag bij de Granikos zal velen niets zeggen en is bijna in de vergetlheid geraakt. Toch was deze voor Alexander de Grote van cruciaal belang. Nog maar kort koning, net een rebellie van de Griekse staten (met name de stad Thebe) de kop ingedrukt, niet zeker of de diverse stammen van zijn geboorteland Makedonia wel volledig zijn aanspraken op de troon zouden erkennen, had hij de toch al schrale schatkist volledig leeggeschraapt, zo veel mogelijk geld van anderen geleend en was begin 334 voor de huidige jaartelling met de troepen die hij zich kon veroorloven naar Azië overgestoken. Daar wachtte hem Parmenion, de oude veldheer die nog zijn vader had gediend, met een leger van circa 10.000 man.
Met weinig geld tot zijn beschikking moest Alexander zo gauw mogelijk een beslissende slag tegen een Perzisch leger zien te leveren. Enerzijds zou zulks zijn imago hooghouden en anderzijds kon hij dan aan nieuwe financiële middelen zien te komen. Hij moest en zou winnen want anders was hij niet zeker van zijn koningschap of erger, zijn leven. De slag bij het riviertje de Granikos bleek deze gelegenheid te zijn.
Matthews beschrijft uitvoerig uit welke onderdelen het leger van Alexander bestond en hoe zij bewapend waren. Voor de omstandigheden van de slag speelt hij leentje-buur met
Alexander the Great van Peter Green, die de these van de twee gevechten als eerste naar voren heeft gebracht, zonder hem hiervoor als bron te noemen (of te noemen in de bibliografie!).
Het onderschrift van een der foto's verbaasde mij ten zeerste: "The tumbled ruins of the fabulous Temple of Artemis. The temple lay in ruins when Alexander visited as it had burned down on the day he was born and had not yet been rebuilt. Alexander donated money to the reconstruction, which resulted in the temple becoming one of the Seven Wonders of the Ancient World."
Ten eerste: Alexander bood geld aan voor de bouw van een nieuwe tempel, maar de inwoners van Efesos (Efeze) hebben dit gebaar beleefd afgewezen.
Ten tweede: voor zover mij bekend was de afgebrande tempel, gebouwd vooral met geld dat in eerste instantie door de steenrijke koning Kroisos (Croesus) was verstrekt, dat wereldwonder, niet de herbouwde versie.
Daarop door mij geattendeerd ontving ik een zeker niet bevredigend antwoord: 1) het geld zou Alexander via omwegen toch aan Efeze hebben gegeven en 2) de lijst van de zeven wereldwonderen stamde uit de 3e of 2e eeuw voor de huidige jaartelling en zou dus op de laatste versie slaan.