Met deze grootschalige roman oogstte Boris Pasternak bijval in het westen en een publicatieverbod in eigen land. In de bekende verfilming ligt de nadruk op het liefdesverhaal, maar in de roman gaat meer aandacht naar de historische context en de onderliggende filosofie.
Het speelt zich af in de eerste helft van de twintigste eeuw. De mislukte Revolutie van 1905 wordt weergegeven uit het standpunt van misnoegde spoorarbeiders. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt Joeri Zjivago legerarts en Lara verpleegster, dicht bij de grens met Oostenrijk-Hongarije. Het zwaartepunt is de Oktoberrevolutie in november 1917 en de daaropvolgende burgeroorlog tussen het Witte en het Rode Leger. Dokter Zjivago gelooft aanvankelijk in de idealen van de revolutie, maar keert zich ervan af wanneer hij ziet dat het leidt tot een starre bureaucratie, dictatuur en bloedvergieten. Er zijn levendige beschrijvingen van de armoede van tot voor kort welgestelde burgers, lange treinritten, het uiteenvallen in ideologische groepen, verraad en executies.
Met z’n vrouw Tonja trekt Joeri van Moskou naar het landgoed dat zij erfde in de Oeral. Oorlog en revolutie werpen alle grondregels omver en drijven gezinnen uiteen. Tegen het einde zijn de echtgenoot en de minnaar van Lara gestorven, maar Komarowski, de smeerlap op wie ze een aanslag pleegde, leeft nog. Zjivago overleeft een granaatwonde en vlektyfus, maar sterft uiteindelijk aan een hartaanval. In 1952 overleefde Pasternak zelf een hartaanval, drie jaar voordat hij z’n manuscript voltooide.
Onder invloed van Tolstoj en Hegel geloofde de schrijver dat een universele geest aanwezig is in de natuur, in de kunst en in de geschiedenis van de mensheid. De natuur stelt hij voor als bezield, alsof die een eigen wil heeft. Bovenop de honger en de oorlogsellende raast ook nog een sneeuwstorm door de taiga. Pasternak was tegen nationalisme en voor een verbroedering van alle volkeren. Hij was joods, net als Misja Gordon, de beste vriend van Joeri. In het slotdeel met Joeri’s gedichten schemert Pasternak zelf door, die in eigen land enkel als dichter gepubliceerd was.