
De Rover Hoepsika - Paul Biegel (1977)
Nederlands
Jeugdboek
Avontuur
127 pagina's
Eerste druk: Holland,
Haarlem (Nederland)
De dag waarop zijn moeder stierf, werd Hoepsika een rover. Hij kocht een paard en laarzen met zilveren sporen, en galoppeerde luid zingend de landweg op, bang voor niks en niemand. Toch was Hoepsika niet zomaar een rover. Hij beroofde alleen koetsen met rijke mensen. Hij zei ook nooit `je geld of je leven' want levens wou hij niet, en je zeggen tegen vreemde mensen vond hij onbeleefd. Altijd als hij weer eens een koets had beroofd, galoppeerde hij snel met zijn buit naar zijn geheime huis diep in het bos en barstte hij meteen in snikken uit voor het portret van zijn moeder. Iedere keer weer kreeg hij vreselijke spijt van zijn wandaden, maar hij kon het roven niet laten. Dat was zeker zo doorgegaan als Hoepsika niet op een dag een rijke heer had ontmoet, die hem het volgende voorstel deed: `Luister, u bent een zeer behendig rover. U moet voor mij stelen. Niet iets maar iemand.' Bedroefd vertelde de heer dat zijn mooie dochter Josefine was weggelopen en in handen geraakt van een schurk, die haar het vuile werk in zijn huishouden liet doen.