Een ware Elsschot, dat kan je met dit verhaal verwachten. Alweer staat elk woord op zijn plaats en nergens een woord te veel. Helaas word ik - en wellicht velen met mij - na de lezingen van Lijmen/Het Been en Kaas ietwat ongevoelig voor de grote kunst die deze auteur door zijn eenvoud en zuivere taal telkens weer brengt.
Hoewel ik gevoelsmatig de meer bekende werken, hierboven genoemd, net ietsje hoger inschat, vraag ik me af of dat gevoel wel gegrond is. De Verlossing toont ons met Pol en pastoor Kips protagonisten, die je naar jouw goedkeur evenzeer als antagonisten kan lezen, of omgekeerd. Het fijne psychologische spel dat Elsschot eerder bij Laarmans en Boorman hanteerde, is dus ook hier aanwezig.
Misschien voelt het werk als minder fijn aan omdat het nu eenmaal donkerder is en humor logischerwijze zelden aan de oppervlakte komt? Nochtans kan je je over een éénogige pastoor die aan de lopende band konijnen stroopt best wel verkneukelen, maar het is minder voor de hand liggend dan de Boorman monologen.
Sowieso moeten we Elsschot een pluim geven dat hij in zijn tijdsgeest het klerikale leven durfde uitdagen. Hoewel hij zelf een steedse vrijdenker was, behoudt hij mijns inziens voldoende respect voor de plattelands geestelijken. De commercie die hij Moeder Overste bijvoorbeeld meegeeft is niet plat verkopend maar ietwat verfijnd en toont ook haar noodzaak in het geheel: de kamer is leeg en moet gevuld.
Een mooie schets van een Vlaams plattelandsverhaal, die qua toon en sfeer perfect past in de verhalen die mijn overgrootouders over die tijd vertelden. 4*