Na
A Game of Thrones krijgen we in
A Clash of Kings meer van hetzelfde, en meer – en dat is precies wat ik wilde. Zoals te verwachten viel, gaat het na de dood van Eddard Stark alleen maar verder bergafwaarts. Inmiddels begint het conflict zich uit te breiden en krijgen we nieuwe spelers in het veld te zien.
Om maar met de nieuwe spelers te beginnen: Stannis is de meest opvallende nieuwkomer, maar het is Davos die de hoofdstukken krijgt. Gelukkig maar, want hoewel Stannis de rechtmatige erfgenaam mag wezen, sympathiek is hij niet. Davos, zijn moreel kompas en een van de zeldzame mensen in Westeros met gezond verstand, is dat wel. Daarnaast leren we de Greyjoys kennen, door de ogen van Theon. Theon zelf was al niet sympathiek, maar hij slaagt er in dit deel in om, na Joffrey, de meest gehate persoon in Westeros te worden (op dit moment…) en de naam
Theon Turncloak te verdienen. Verder nieuw in dit deel: een gigantische zeeslag, door Martin heel succesvol uit drie oogpunten beschreven, en een heleboel mysterieuze dromen en visioenen (en niet alleen van Bran!).
Gelukkig zijn we de ‘oude’ personages niet uit het oog verloren, hoewel de meeste elkaar wel uit het oog verloren zijn. Arya’s plotlijn vind ik erg goed. Ze maakt een roadtrip door het land, komt interessante figuren tegen (Jaqen H’ghar!), ondergaat een aantal identiteitswisselingen/-crises, en neemt uiteindelijk haar lot in eigen hand. Sansa doet ook een poging tot dat laatste, maar slaagt daar weinig in. Ik vind haar wel veel sympathieker dan in het eerste deel, en haar merkwaardige relatie met The Hound is fascinerend. Tyrion doet het verbazingwekkend goed als Hand, al krijgt hij daar weinig waardering voor. Zoals Tyrion probeert de stad te redden, vecht Catelyn voor de vrede, en krijgt al even weinig bijval. Ik vind Catelyn een fantastisch personage; ze wordt met elk hoofdstuk harder, eenzamer en wanhopiger, en hoe harder ze vecht hoe minder ze bereikt. Het is het soort tragiek dat mij aanspreekt. Ondertussen heeft Bran het op Winterfell zwaar te verduren; gelukkig wordt zijn personage dit boek een stuk interessanter. Hetzelfde geldt voor Jon Snow, op missie ten noorden van de muur. Daenerys’ personage laat mij tot nog toe koud, maar het hoofdstuk in
The House of the Undying was fascinerend.
Zoals ik al zei, meer van hetzelfde na het vorige boek. Politiek gekonkel, ingewikkelde familiebanden, moord en doodslag. Zelf vond ik geen dood zo schokkend als die van Ned in
A Game of Thrones, maar
de moord op Renly was schokkend genoeg, en er zijn flink wat oude bekenden die tot mijn verdriet het loodje leggen, zoals
Ser Rodrik, Maester Luwin en Yoren. Martin heeft er ook geen moeite mee om nieuwe personages te introduceren, met een paar zinnen je sympathie voor hen te laten voelen, en ze vervolgens op vreselijke manieren af te maken. Van treurende weduwe (
tot het huwelijk gedwongen door de bastaard Bolton, vervolgens uitgehongerd totdat ze haar eigen vingers opat), tot legendarische strijder (
Qhorin Halfhand). Net zoals Ned Stark in het vorige boek verraden werd door Littlefinger, worden de Starks in
A Clash of Kings verraden door mensen die ze vertrouwden, tweemaal zelfs. Ik denk dat, van alle schokkende sterfgevallen en gebeurtenissen in dit boek,
de val van Winterfell qua impact de dood van Ned nog het meest benadert.
Al met al een erg geslaagde voortzetting van de serie. De perspectiefwisselingen werken nog steeds fantastisch, de wereld wordt hoe groter hoe levendiger, en de verhaallijnen ingewikkelder en de spanning is regelmatig om te snijden. De pakweg 1000 pagina’s van mijn uitgave gingen erin als zoete koek. Kom maar op met dat volgende deel!