In life, the monsters win
A Game of Thrones stond al jaren op mijn leeslijst, aangeraden door een fantasyliefhebber wiens smaak ik wel vertrouw. Ik was (en ben) nog vrij onbekend in het genre, maar wilde het advies wel opvolgen. Om een of andere reden kwam het er echter niet van, en toen kwam HBO met het fantastische
Game of Thrones. Ik was meteen verkocht, maar wist niet of het handig was om serie en boeken door elkaar te volgen. Onlangs kreeg ik echter de boeken cadeau, en toen kon ik me niet meer inhouden.
Natuurlijk ga je vergelijken tussen boek en serie, maar ik heb daar helemaal geen problemen mee. Ze zijn allebei fantastisch! Ik begrijp nu ook waarom juist dit fantasyboek mij werd aangeraden, om dezelfde reden dat mij de serie werd aangeraden. Ja, er zijn draken en een soort van zombies, maar eigenlijk gaat het om macht, intriges, trouw, verraad, ingewikkelde familiebanden, complot, moord en doodslag.
What’s not to love? Onlangs las ik
I, Claudius, en ja, dat is een ander boek, in een andere tijd, maar het gaat net zo goed over concurrerende families die vechten om een troon (inclusief een kreupele hoofdpersoon en incest). En ik houd van dat soort verhalen; de setting maakt me nauwelijks meer uit. Alhoewel, misschien had ik het minder leuk gevonden als het vooral draken en zombies waren geweest. Er zijn kastelen en ridders, maar de romantische Middeleeuwen zijn nergens te bekennen. De monsters die het winnen, zoals Sansa ontdekt, zijn net zo menselijk als wij.
Als je de serie gezien hebt, zou je denken dat de verrassing en spanning er wel af zijn als je het boek voor de eerste keer leest. Niets is minder waar – al bij de proloog zat ik ademloos te lezen. Het feit dat ik van de meest schokkende plotwendingen al op de hoogte was, maakte ze nauwelijks minder schokkend. Ik vond het nog steeds afschuwelijk om te lezen hoe
Ned Stark verraden werd na Roberts dood, gevolgd door een enorme slachting onder zijn gevolg, en hoe hij uiteindelijk, na een valse bekentenis die hem veel moeite moet hebben gekost, alsnog werd onthoofd. Een klein deel van mij bleef hopen dat het nu wel anders zou gaan. Misschien geeft het feit dat ik al weet wat er gaat komen, juist extra lading aan sommige scènes. Je weet waar de personages spijt van gaan krijgen, je weet wanneer twee personen elkaar voor het laatst zien (wat erg pijnlijk is soms).
Waar Martin erg goed in geslaagd is, zijn de perspectiefwisselingen. Je krijgt sympathie voor personages die elkaar niet eens mogen (bijvoorbeeld Catelyn – Jon en Catelyn – Tyrion) en je wordt eraan herinnerd hoe iedereen de hoofdpersoon in zijn eigen verhaal is. Catelyn en Robb weten niet wat Ned heeft ontdekt in King’s Landing, niemand, behalve de lezers, weet hoe het met Arya gaat, laat staan dat de meeste personages door hebben dat er wel degelijk draken en zombies aanwezig zijn. In plaats daarvan ziet Ned alleen hoe hij zichzelf in de nesten werkt (wat vreselijk is om te moeten zien én om te moeten lezen. Er zijn weinig mensen met zo’n hoge gunfactor als Eddard Stark). Catelyn wordt door omstandigheden gedwongen om haar tranen te drogen en in actie te komen (waarna ze zich ontwikkelt tot behoorlijk hard maar fantastisch personage). Sansa ziet haar wereldbeeld in scherven vallen (waarna ze dan toch eindelijk echt sympathiek wordt. Het precieze moment: als ze zegt
”maybe my brother will give me your head.” Burn!). Maar ook personages die niet hun eigen hoofdstukken krijgen, leren we kennen door de ogen van anderen. Robb, gezien door de ogen van zijn moeder en zijn broertje, is een van mijn favorieten, maar ook ‘kleinere’ personages zoals Jeor Mormont en Littlefinger zijn razend interessant. En zo zijn er nog veel meer personages, nog veel meer plotlijntjes, nog veel meer memorabele scènes (
Barristan Selmy versus Joffrey, Catelyn + Summer versus moordenaar) die allemaal geweldig verfilmd zouden kunnen worden en dat gelukkig ook zijn.
Ach, ik zou hier nog veel meer over kunnen schrijven. In plaats daarvan kun je
A Game of Thrones beter zelf gaan lezen. Het zijn een paar honderd pagina’s, maar je leest het zo weg, ook in het Engels. Fantasyliefhebber hoef je niet te zijn, een voorliefde voor een enorme hoeveelheid aan personages en plotlijnen is wel een pre. Daar krijg je dan ook een verhaal voor dat met recht episch te noemen is.