Een poosje terug heb ik in een vlaag van nostalgie de trilogie van
Geef me de ruimte! herlezen, en dat was me eigenlijk wel goed bevallen. Nu mocht de Thule-trilogie eraan geloven.
Om maar meteen met het grootste kritiekpunt te beginnen: Beckman is nergens heel subtiel. Misschien gaat je dat nou eenmaal storen als je als volwassene een jeugdboek leest; ik kan me in ieder geval niet herinneren dat ik me er vroeger zo aan gestoord heb. Beckman begint met een donderpreek van jewelste, waarin de wereld zo ongeveer vergaat door wat mensen (= met name Amerikanen en Europeanen) haar hebben aan gedaan. Vervolgens neemt ze de tijd om Thule als het paradijs op de geresette aarde te schilderen, en haar bewoners als lieve bloemenkinderen. De Thulenen zijn stuk voor stuk vrolijke, vrijgevige mensen die elke gelegenheid te baat nemen om de schoonheid van de natuur te bezingen - dat werd me af en toe te veel. De later geïntroduceerde Badeners zijn dan weer een stereotiep bloeddorstig en verdorven volk, waarbij het me deze keer opvalt dat hun namen wel heel duidelijk Duits zijn. Nu behoor ik inmiddels niet meer tot de doelgroep, dus misschien is het niet aan mij om hierover te oordelen, maar zou het verhaal niet een heel stuk sterker zijn als de tegenstellingen wat minder uitgesproken waren?
Ook de personages zijn niet allemaal even subtiel uitgedrukt. Christian vind ik nog steeds wel sympathiek, maar Thura is eigenlijk gewoon heel saai. Ze is stoer natuurlijk, maar dat is het dan ook wel. Hannah-Dottir krijgt als enige Thuleense een smet op haar blazoen (
haar onwil om gewonde Badeners te helpen) maar dat wordt nergens echt interessant. De geheimzinnige vaderfiguur Rajo komt ook niet helemaal goed uit de verf. Professor Kunz is een van de weinige personages die een duidelijke ontwikkeling doormaakt. Verreweg de interessantste in het hele boek is echter de Konega Armina-Dottir. Meer dan elk ander personage is zij een eigen persoon met veel verschillende kanten die soms met elkaar in tegenspraak lijken te zijn. Ze is liefdevol maar kan hard zijn, vertrouwt op haar intuïtie maar neemt heel rationele beslissingen. Ze is de Badeners telkens te slim af slaagt er steeds in om ervoor te zorgen dat ze zichzelf in de problemen brengen. Hoe slim haar slinkse plannen zijn vond ik elke keer weer leuk om te lezen.
Wat ik overigens erg kan waarderen is de moeite die Beckman heeft genomen om de Thuleense samenleving in te richten. Ze heeft er een soort feministisch-communistische samenleving geschapen met een aantal interessante ideeën. Het concept van straffen middels een systeem van stempels in het gezicht heb ik bijvoorbeeld altijd ingenieus gevonden. Sowieso denk ik dat de wereld erg gebaat zou zijn bij samenlevingen waarin (meer) vrouwen het voor het zeggen hebben, een standpunt dat overigens vandaag vast niet zo gedurfd is als in 1985. Wel is het nog steeds actueel. Ook sluit het boek goed aan bij de huidige klimaatangst - het zou eigenlijk een dezer dagen in een nieuwe druk (met een gemoderniseerde omslag...) moeten verschijnen.
Behalve de ideeën over zorg voor de natuur en de rol van vrouwen in de samenleving is
Kinderen van Moeder Aarde ook gewoon de moeite van het lezen waard omdat het verhaal goed in elkaar zit. De subtiliteit ontbreekt dus, maar het plot zelf is behoorlijk slim. Het duurt even voor het verhaal goed op gang komt, maar tegen het eind wordt het dan wel echt spannend. Al met al helemaal geen straf om dit te herlezen, en verrassend actueel.