Een oude man blikt op zomaar een dag terug op zijn leven. Hij is er onbewogen onder, zonder spijt. Toch heeft hij een bijzonder leven achter de rug en gaandeweg blijkt ook van hoeveel daden hij spijt zou kunnen hebben gehad. Maar, zoals gezegd, dat heeft hij niet.
't Is een onbewogen man. Maar hij is niet van steen. Prachtig beschrijft Elvis Peeters, de naam van het Vlaamse schrijversduo Jos Verlooy en Nicole van Bael, in Dinsdag hoe hij verliefd wordt op een prostituee, met haar gaat samenleven en haar verzorgd als ze stervende is. Het is meteen het sterkste deel van de roman.
Tussen de regels door laat Peeters doorschemeren dat de man een donker verleden heeft.
Hij heeft zijn jonge jaren doorgebracht in Congo en daar heeft hij zich niet altijd even gewetensvol gedragen. Pas tegen het einde van het boek krijgt de lezer de precieze geschiedenis te horen.
Pas dan valt op dat de thematiek van dit boek raakvlakken heeft met die van Wij, zijn vorige roman. Dat is een gruwelijk verhaal over zedenloze jongeren die doorslaan en geen grenzen meer hebben. Dat leidde in het geval van Wij tot een weerzinwekkend mooi boek.
Onder Dinsdag blijf ik als lezer totaal emotieloos. De spanning wordt zo achteloos opgebouwd dat je blij bent als je het einde van het boek nadert.
Op dat moment maakte het Congo-verhaal op mij geen enkele indruk meer. Dat de gruwel in het verleden speelt, werkt ook niet. Bij Wij speelt het verhaal nadrukkelijk in het nu en dat maakt het veel beklemmender.
Peeters grote kracht is de taal. In Wij spetterde en knetterde het, maar dan op basis van pure eenvoud. Geen ingewikkeld lange zinnen, geen moeilijke symboliek, maar recht-toe-recht-aan-taal. In Wij had hij echter een goed verhaal. Diezelfde taal is in Dinsdag door het lege verhaal zelf ook leeg. Met zijn mooie pen redt hij het helaas niet. Ontzettend jammer.
Van:
Elvis Peeters – Dinsdag « Martin Visser - vissermartin.wordpress.com