Het blanke perspectief zit vaak in de weg bij verhalen waarin indianen figureren. Westerns uit de hoogtijdagen van het filmgenre grossierden in het verbeelden van indianen als brute primitievelingen, als een op de loer liggend gevaar bij de trek naar het Westen. Dat het toch echt de blanken waren die met valse beloftes, onderdrukking en geweld de indianen steeds opnieuw verjaagden en uitroeiden, is iets waar minder plaats voor was in de grote Amerikaanse wordingsgeschiedenis.
Ook The Last of the Mohicans is duidelijk vanuit een blank perspectief geschreven, al heeft de schrijver zich in ieder geval verdiept in gebruiken en leefgewoonten van indianenstammen. Een Engelse majoor escorteert twee vrouwen naar een verder gelegen fort. De indianengids leidt ze echter vijandig gebied in. Ze worden al snel bijgestaan door een ‘verwilderde’ Engelsman, twee Mohicanindianen en een streng gelovige muziekleraar, terwijl later een Frans leger en meerdere indianenstammen hun intrede doen. Dit allegaartje aan personages wordt door Cooper gebruikt om de diversiteit aan opvattingen uit verschillende culturen te belichten. Dat gebeurt bij vlagen mooi, zoals in het slothoofdstuk. Maar het blijft wat wrang dat de expansiedrift van blanken nauwelijks ter discussie wordt gesteld. Ook wordt één indianenstam wel erg eenzijdig als slecht afgebeeld, terwijl bijvoorbeeld de blanke dames meer een ideaalbeeld van middeleeuwse jonkvrouwen lijken te verbeelden, dan ook maar enigszins realistisch vrouwelijk overkomen.
Die eendimensionaliteit geldt ook het plot, waarin het boek echt een avonturenroman van zijn tijd is. Veel ontvoeringen, gevechten en achtervolgingen. En dat steeds opnieuw. Ook aan het taalgebruik is te merken dat het een oudje is. Elk hoofdstuk wordt ingeleid met een citaat, meestal van Shakespeare, terwijl het taalgebruik daar ook aan doet herinneren:
“And well for him it was that his speech was friendly and his wishes kind, or a place might have been found for his bones amongst those of his countrymen.”
Niet ten onrechte beklaagde Mark Twain zich over de weinig economische schrijfstijl van Cooper. Soepel leest de roman inderdaad nooit.