Unamuno schreef in een periode die wel de Zilveren Tijd van de Spaanse letteren wordt genoemd en hoorde bij de "generatie van '98". Hij was kritisch, tegendraads en anti-establishment. En als ik op het door hem zelf geschreven voorwoord en nawoord van Liefde en pedagogiek af ga, een geestig en interessant denker.
Maar, de roman zelf is wat mij betreft niet geslaagd. Liefde en pedagogiek is een erg gekunsteld geheel, een gedachtenexperiment wellicht, maar te cerebraal om erdoor gegrepen te worden. Wellicht dat het als komisch boek nog het beste werkt, hoewel het ook nergens echt grappig wil worden.
Met uitzondering, ik zei het al, van het voor- en nawoord. In de inleiding beschouwt Unamo zijn eigen boek en ook zichzelf vanuit het perspectief van recensent, waarbij hij zichzelf niet spaart maar toch op tamelijk vernuftige wijze tussen alle kritiek door z'n roman positioneert. Het nawoord is helemaal bizar: Unamo geeft meermaals aan slechts bladzijden te vullen omdat de uitgever hem dat heeft opgedragen, en vervolgens komt hij met een fictief geschrift van één van z'n personages op de proppen over 'cocotologie' (de wetenschap die papieren vogeltjes bestudeert). Hilarisch, en het laat maar weer eens zien dat experimentele romankunst van alle tijden is (NB: Unamo geeft ergens aan dat hij heeft overwogen twee verschillende einden te schrijven en de lezer zelf te laten bepalen welke hij kiest, maar stelt dan, we hebben het over meer dan 110 jaar geleden, dat hij best weet dat dit verre van origineel is).
Gemengde gevoelens dus, maar wel met voldoende aanknopingspunten om nog eens een roman van Miguel de Unamuno y Jugo te proberen.