Mijn fascinatie voor het verhaal van "The War of the Worlds" komt van het gelijknamige
conceptalbum van Jeff Wayne waar ik als kleuter op de koptelefoon naar luisterde; terwijl ik het doodenge
boekwerk dat bij de dubbel LP inbegrepen zat aan de bureautafel bestudeerde. De muziek van deze plaat is sindsdien een soundtrack voor mij gebleven wanneer ik de artwork weer voor me zie. Mocht dit album onbekend zijn, kan ik
deze van harte aanbevelen.
Later als tiener zag ik de oude
speelfilm uit de jaren '50 die ik toendertijd griezelig spannend vond; en leerde ik in het planetarium in dierentuin Artis van de blinde paniek die op 30 oktober 1938 in de Verenigde Staten uitbrak tijdens het
radiohoorspel van Orson Welles. Het boek van H.G. Wells werd zo levendig over de radio vertolkt dat de luisteraars die halverwege de uitzending invielen of het begin hadden gemist, het verhaal als een werkelijk verslag van een invasie door de Marsbewoners aanzagen.
Het was dan ook een grote bof dat ik de Nederlandse vertaling van het boek met de titel "De Planetenoorlog" pardoes in een kringloopwinkel aantrof. Ik had het boek zelf nog nimmer gelezen. Hoewel het verhaal hier en daar een beetje oubollig overkomt zijn er toch passages die nog steeds erg sterk overeind blijven, zoals de beschrijvingen van de kapotgeschoten stad Londen waar de Marsbewoners huis hadden gehouden; en het Rode Wier dat de straten overwoekerde in het negentiende hoofdstuk 'Dood Londen':
'Nadat ik bij de artillerie was weggegaan liep ik de heuvel af, en in de buurt van High Street over de brug naar Fulham. Het Rode Wier groeide toen in een verwarde massa en blokkeerde bijna de weg over de brug, maar er zaten al bleke vlekken van de zich verspreidende ziekte op de bladeren, die ze kort daarna zo snel vernietigde.
Bij de bocht in het pad dat naar Putney Station Bridge voert kwam ik bij een man die op de grond lag. Hij was zo zwart als een schoorsteenveger van het zwarte stof, hij leefde maar was machteloos en stomdronken. Het enige wat hij me naar mijn hoofd slingerde waren vloeken en razende uitvallen. Ik denk dat als hij niet zo'n grof gezicht had gehad, ik hem zou hebben geholpen.
(...) Toen ik in de richting van Brompton verderging waren de straten weer stil. Hier kwam ik op de straten en op lijken weer het zwarte poeder tegen. In totaal zag ik over de hele lengte van Fulham Road ongeveer een stuk of twaalf. Ze waren al vele dagen dood, zodat ik er snel langsliep. Het zwarte poeder bedekte hen geheel en vervaagde hun omtrekken. Een stuk of twee waren door honden aangevreten.
Daar waar geen zwart poeder lag leek het merkwaardig veel op een zondag in een grote stad, met de winkels die dicht waren, de huizen die gesloten waren met de blinders ervoor, de verlatenheid en de stilte. In sommige huizen waren plunderaars aan het werk geweest, (...) Verderop lag een vrouw die aan flarden was gereten als een bundel op een drempel; er zat een diepe wond in haar hand die over haar knie hing en er liep bloed langs haar roestbruine jurk naar beneden; (...) Ze leek te slapen, maar ze was dood.
Hoe verder ik in Londen doordrong, hoe dieper de stilte werd. Maar het was niet zozeer de stilte van de dood - het was de stilte van spanning, van afwachting. Elk ogenblik zou de vernietiging die de noordwestelijke randen van de wereldstad al had verzengd, en die Ealing en Kilburn had uitgeroeid, misschien tussen deze huizen neerrazen en ze als rokende puinhopen achterlaten. Het was een veroordeelde en verlaten stad...'
Het was ook enthousiasmerend dat sommige stukken tekst (bijna) letterlijk in de muziek van Jeff Wayne wordt bezongen, zoals de openingsregel:
'No one would have believed in the last years of the nineteenth century. That human affairs were being watched from the timeless worlds of space. No one could have dreamed that we were being scrutinised. As someone with a microscope studies creatures that swarm and multiply in a drop of water. Few men even considered the possibility of life on other planets. And yet, across the gulf of space, minds immeasurably superior to ours regarded this Earth with envious eyes. And slowly and surely they drew their plans against us' en de hypnotiserende regel '
The chances of anything coming from Mars are a million to one he said'.