‘Waarom leef je?’, zou hij hem vragen. (p. 249)
Om -
‘Cast away’ indachtig, kortom Tom Hanks-gewijs - te overleven en niets dan dat?
Om -
‘The Life and Strange Surprising Adventures of Robinson Crusoe of York, Mariner: who lived Eight and Twenty Years, all alone in an uninhabited Island on the coast of America, near the Mouth of the Great River of Oroonoque; Having been cast on Shore by Shipwreck, wherein all the Men perished but himself. With An Account how he was at last as strangely deliver'd by Pirates. Written by Himself’ indachtig, kortom Daniel Defoe-gewijs - wilden te temmen, barbarij te bestrijden en de superioriteit van de westerse normen en waarden te incarneren?
Of integendeel om te leren zien wat voorbij de orde der dingen ligt: het landschap voorbij hebzucht en ambitie, de wereld voorbij het tikken van de klok – de ontdekking van het ogenblik, gevangen tussen wat altijd blijft (de eeuwigheid) en wat onherroepelijk verstrijkt (de tijd) – een Dankbaar Heden besloten tussen Moeder Aarde en Vader Zon?
‘Vrijdag of het andere eiland’ is een symbolische zoektocht naar het wezen van de mens. Robinson verliest de grond onder zijn voeten, verglijdt in lethargie, vergrijpt zich aan een zinloze verankering aan zijn herinneringen aan wat voor beschaving moet doorgaan, om ten slotte ‘het andere eiland’ ontsluierd te weten; een werkelijkheid die ontspruit uit de dingen zelf: Vrijdag zoals hij is, Speranza zoals zij is, de hemellichamen zoals zij zijn.
Dat andere Speranza, daar ben ik nu heen gevoerd, ik ben nu blijvend in een ‘moment van onschuld’ gevestigd. Speranza is geen onbebouwd land meer, dat productief gemaakt moet worden, en Vrijdag is geen wilde meer, die ik verplicht ben zedelijk op te voeden. Zowel het een als het andere eist al mijn aandacht op, een beschouwende aandacht, een verwonderde waakzaamheid, want het lijkt me – neen, ik heb de zekerheid – dat ik ze ieder ogenblik weer voor de eerste maal ontdek en dat niets ooit hun magische nieuwigheid dof maakt. (p. 226-227)
Al bij al is
‘Vendredi ou Les Limbes du Pacifique’ evenwel een roman met enkele inconsistenties. Zo moet de lezer er mee leven dat Robinson alles lijkt te kunnen; een homo universalis die uitblinkt in zowel het intellect als de ambacht. Daarnaast heeft het personage geen verleden: wie is de vrouw die hij achterliet, hoe zit het met zijn kroost, wat is zijn achtergrond, …? Hoewel dat van generlei belang is voor de Bildung van het achterliggende idee, kan het personage door het tabula rasa van zijn bestaan niet voldoende groeien. Verder vestigt Tournier bij herhaling de aandacht op beschrijvingen van wat Robinson concreet uitricht, terwijl net dat de minder intrigerende passages zijn. Tot slot wringt het dat het personage in zijn logboek blijk geeft van een groot vermogen tot introspectie, doch er niet in slaagt de gaten in zijn doen en denken zelf onder ogen te zien - althans doorheen de eerste honderdvijftig bladzijden.
Dat was de medemens: een mogelijke wereld die zijn uiterste best doet om voor werkelijkheid door te gaan. (p. 243)
Dit gezegd zijnde: alle lof voor deze herwerking, die de wortels van een van de meest gelezen boeken aller tijden radicaal in vraag stelt, ja zelfs ombuigt tot het negatief ervan. Met andere woorden: van avonturenroman naar door plot gestuwde allegorie. Met onderweg tal van intrigerende ideeën - cfr supra.
Nou. Heeft iemand het Tournier op even fascinerende wijze nagedaan?
Waarom lees je?
Hierom.
(schutblad, notitie van de lezer aan de lezer)
3,25*