Erzsébet - Hanna de Heus (1998)
Nederlands
Historisch
231 pagina's
Eerste druk: Podium,
Amsterdam (Nederland)
In 1614 zit de Hongaarse Erzsébet Gravin Báthory (1560-1614) ingemetseld in een kleine ruimte in haar eigen kasteel. Ze overdenkt haar lot en datgene wat daartoe heeft geleid. Als kind al was ze erg egocentrisch en ging ze uitgekookt op haar doel af. Op haar veertiende werd ze uitgehuwelijkt aan de rijke graaf Ferencz Nadasdy, voor wie ze geen passie voelde, maar die haar rijkdom garandeerde. Bij haar sprankelende tante Klara leerde ze de vrouwenliefde kennen. Maar echte opwinding ontbrak, tot ze ontdekte dat toekijken bij martelingen haar opwond. Vanaf dat moment liet ze jonge maagden uit de omgeving naar het kasteel brengen om hen in haar bijzijn te martelen. Hun bloed gebruikte de gravin om in te baden, omdat zij dacht dat dat haar huid jong zou houden. Zo zijn zeshonderd meisjes gedood.