Het genoemde eerste hoofdstuk blijkt het enige deel te zijn van het boek dat Kafka zelf heeft vrijgegeven voor publicatie, als los fragment. Ik vond dit hoofdstuk ook het beste van de gehele roman, proza van een zeldzaam niveau (4,5*). Nadien blijft het erg goed, maar je merkt dat Kafka niet tot een eindversie is gekomen en daarom is het verhaal niet altijd zo scherp als had gekund.
Dat gezegd hebbend blijf het een genot om je mee te laten voeren in het gemak waarmee Kafka een alledaagse situatie kan laten ontsporen, zonder dat het ooit grotesk wordt, of surreëel, of magisch-realistisch. Hoofdpersoon Karl Rossmann accepteert, vaak na een korte strijd, als vanzelfsprekend dat hem de meest absurde dingen overkomen (of worden aangedaan, op grond van ongeschreven regels die voor iedereen logisch lijken). Het meest sterke voorbeeld is
de brief van de oom, die hem bezorgd wordt in het landhuis, wat een meesterlijke greep is dat. En waar ik greep schrijf, kan je ook grap lezen, want zoals hierboven al opgemerkt is het boek vaak erg komisch. En het mooie is dat alles bijdraagt aan de voortgang van het verhaal; de absurditeiten zijn grappig maar creëren ook in een oogwenk een nieuwe setting voor onze protagonist, waarmee dit toch wel het meest dynamische boek is van Kafka naar het mij voorkomt.
Dat de roman onvoltooid is mag jammer zijn maar doet toch niet veel afbreuk aan het voorgaande. De losse fragmenten zijn ook weer kostelijk, vooral die van het Grote Theater van Oklahama.
Ja, ik heb er echt van genoten. De laatste keer dat ik iets van Kafka las was vele jaren geleden (nog voor deze site bestond) maar ben weer helemaal fan.
'U bent zeventien jaar, nietwaar?' 'Ik word volgende maand zestien', zei Karl. 'Zestien pas!', zie de chef-kokkin. 'Nou, houd de moed er maar in!' 