menu

Dichtertje. De Uitvreter. Titaantjes. - Nescio (1918)

mijn stem
4,14 (223)
223 stemmen

Nederlands
Verhalenbundel
Psychologisch

130 pagina's
Eerste druk: J.H. de Bois, Haarlem (Nederland)

Drie verhalen waarin de verteller Koekebakker terugkijkt op de belevenissen van hem en zijn idealistische vriendenkring, de titaantjes, tijdens hun jeugd. Hij beschrijft hun hooggestemde idealen van destijds, het verloren gaan van de idealen van de 'aardige jongens', de onvermijdelijke opname in de burgermaatschappij en de teloorgang van een aantal van hen.

zoeken in:
avatar van cortez
1,5
Vind echt niets aan dit boek (op het achtste hoofdstuk van de Titaantjes na dan). Het taalgebruik klinkt inderdaad heel poetisch, maar de verhalen zijn gewoon saai ... Dan lees ik liever een dichtbundeltje, gaat wat vooruit.

4,5
Fenomenale verhaaltjes. Al enige tijd geleden gelezen, maar door de citaten hieronder kom ik er weer helemaal in.
Ik weet niet hoe ie het doet, maar wat een weemoed spreekt uit zijn taal. Werkelijk weergaloos geschreven. Hij is een enorm scherp (psychologisch) observator, maar dit wordt relatief 'objectief' opgeschreven, waardoor het des te krachtiger wordt.
Deze thematiek ligt mij ook wel goed moet ik er eerlijkheidshalve bij zeggen: de groeipijnen en het langzamerhand steeds verder opgeven van idealen en dromen. En wie ze vasthoudt wordt (als) krankzinnig (beschouwd), zoals hieronder ook geschreven wordt.
Vond Dichtertje iets minder, daarom een 4.5

avatar van Raskolnikov
4,5
Voor zover mij bekend is Titaantjes het enige literaire werk waarin het dorp waar ik geboren en getogen ben figureert. Rhenen is voor Koekebakker de hoofdstad van de wereld, schilder Bavink probeert het goddelijke in de skyline van het plaatsje te vangen (om het werk uiteindelijk gedesillusioneerd te verknippen). Een blik vanaf de Cuneratoren nodigt uit tot filosofische mijmeringen. Het poëtisch beschreven zicht van de spoorbrug klopt nog altijd aardig, al heb ik het poëtische er nooit zo van ingezien. De beschrijving van Rhenen is typerend voor het Nederland in Nescio’s korte verhalen; herkenbaar doch geïdealiseerd, beschreven met het oog voor detail van de welwillende waarnemer en getransformeerd tot poëzie. Wat mij betreft raakt hij daarmee aan wat nog steeds de charme is van het Nederlands (cultuur)landschap en mij daar nog altijd toe aantrekt.

Het valt op hoe weinig er eigenlijk veranderd is. Nescio beschrijft weliswaar met afkeer hoe in Amsterdam mooie gebouwen worden afgebroken en lelijke gebouwen worden gebouwd, maar zijn aandacht richt zich vooral op het tijdloze, wellicht goddelijke; de opkomende en ondergaande zon, de eeuwig stromende rivieren, de cycli van de natuur. Hoe daar toe te verhouden keert als thema steeds terug in de verhalen. Japie de uitvreter lijkt aanvankelijk het meest geslaagd, met een modern aandoend ‘leven in het moment’ dat bestaat uit louter, zonder bijbedoelingen, observeren. Bavink meent in hem een geestverwant te hebben, maar zijn eigen observatievermogen wordt teveel vertroebeld door artistieke aspiraties. Een rode lijn in de verhalen is ook hoe hoogstaande aspiraties ten onder gaan in de sleur van alledag. Nescio beschrijft het met gevoel voor tragedie en weemoed, maar uit zijn luchtige ironie lijkt ook een levenswijze berusting in het onvermijdelijke te spreken.

avatar van JJ_D
3,5
geplaatst:
Als, zoals Goethe placht te zeggen, de meester zich inderdaad in de beperking toont, dan hebben we in het Nederlandse taalgebied: Nescio. Voorwaar, Nescio!

‘De uitvreter’ is een komische en ontroerende dissectie van de naargeestigheid van het kleinburgerlijke ideaal. De auteur situeert zijn protagonist niet in, maar naast de maatschappij, en dus naast haar verwachtingen, haar mores, haar zogezegde doens en latens. Immers niets van dat alles bij de uitvreter, die maar wat uitvreet, die teert op andermans goedertierenheid, en daarmee een onnoemelijk sympathiek personage wordt. Een held onder de slaven der regelmaat en noeste arbeid, jazeker! Doch een (anti)held die het gelag duur moet betalen...

‘Titaantjes’ thematiseert ditzelfde euvel: hoe de samenleving jeugdige idealen onttovert, tot de antithese uiteindelijk door de these wordt ingelijfd. Ouder worden betekent conformeren, uitdoven, zichzelf langzamerhand verloochenen en dit schijnbaar proberen vergeten. Nescio vindt er treffende woorden voor, in een beknopt verhaal dat niet expliciet mijmert, maar baadt in een filosofische atmosfeer.

‘Dichtertje’ is ten slotte het minste van de drie verhalen, wegens te losmazig qua structuur. Ook hier loopt de frictie tussen droom en werkelijkheid, tussen verlangen en realiteit als een rode draad doorheen de vertelling, doch Nescio maakt het middels het opvoeren van de lieve Heer en de duivel behoorlijk bont. Minder het uitgepuurde, zij het wel in taal, maar niet qua verbeelding, waar een soort barok exces het overneemt – niet geheel mijn kopje thee.

Niettemin, voor wat het drieluik betreft: ruim honderd jaar na datum nog fris en parelend!

3,25*

Gast
geplaatst: vandaag om 00:37 uur

geplaatst: vandaag om 00:37 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.