menu

Prestoeplenije i Nakazanije - Fjodor Dostojevski (1866)

Alternatieve titels: Misdaad en Straf | Schuld en Boete | Преступление и Наказание

mijn stem
4,41 (421)
421 stemmen

Russisch
Psychologisch

718 pagina's
Eerste druk: Russki Vestnik (periodiek), Sint Petersburg (Rusland)

De eenzame student Raskolnikov vervalt steeds verder in armoede, zodat hij noodgedwongen zijn studie moet staken. Hij beraamt een moord op een oude woekeraarster, niet vanwege het geld maar uit morele overtuiging. Na zijn daad valt Raskolnikov echter ten prooi aan vertwijfeling en gewetensnood. Steeds wanhopiger probeert hij zijn omgeving en de politie om de tuin te leiden om zo zijn straf te ontlopen. Langzamerhand komt hij echter tot de overtuiging dat hij boete moet doen.

zoeken in:
avatar van the Cheshire cat
4,5
Aantekeningen uit het Ondergrondse beviel mij vorig jaar zo goed dat ik vond dat ik Misdaad & Straf maar weer eens een kans moest geven. Ik las het jaren geleden voor de eerste keer en vond er toen niet zo heel veel aan, maar na herlezing blijkt het toch een heel erg mooi boek te zijn. Kennelijk las ik het dus op een onjuist moment in mijn leven. Op zoek naar meer informatie over de Russische schrijver kwam ik toevallig een portret tegen van een jongvolwassen Dostojevski; serieuze blik, mager gezicht, halflang donker haar, een baardje en een vlinderdas. Ik weet echter niet zeker of het nu een foto is of een schilderij. Bestond fotografie toen al? Het is in ieder geval precies de Raskolnikov die ik in mijn hoofd heb zitten: een negentiende-eeuws allegaartje van Anthony Perkins, David Byrne en Shaggy (van Scooby-Doo). Het doet me verder ook deugd te weten dat Dostojevski een groot bewonderaar was van het werk van Charles Dickens. Tijdens zijn gevangenschap in Siberië weigerde hij zelfs om andere boeken dan David Copperfield en The Pickwick Papers te lezen. Dickens had veel invloed op hem. Er zijn heel veel verschillen in hun werk te benoemen natuurlijk, maar ook overeenkomsten, zoals de dik aangezette personages. De twee zouden elkaar in 1862 ontmoet hebben, maar dat kan naar het rijk der fabelen verwezen worden. Beide zijn op een jaartje na even oud geworden.

Op de avond dat Raskolnikov de moord op de oude pandjesbazin wil gaan uitvoeren verlaat hij zijn kamertje en maakt hij een wandeling door de stad. Hij is naar eigen zeggen helemaal niet angstig, er houden hem zelfs niet ter zake doende gedachten bezig. Toen hij langs het Joesoepovpark kwam, werd hij zelfs heel erg in beslag genomen door de gedachte om hoge fonteinen aan te leggen en hoe verfrissend die zouden zijn voor de lucht op alle pleinen. Hij kwam van lieverlede tot de overtuiging dat het een prachtige en uiterst nuttige zaak voor de stad zou zijn wanneer men de Zomertuin over het hele Marsveld uit zou strekken en zelfs zou verenigen met de Michajlovhoftuin. Fonteinen! Dat zou inderdaad héérlijk zijn als er overal in de stad fonteinen zouden komen te staan. Ik heb ook vaak van dit soort onzinnige gedachten. Dat met die tuinen ook. Vanmorgen nog, toen ik met mijn hond een wandeling maakte en me in het Stadspark opeens bedacht: als ze nu die lelijke parkeergarage met de grond gelijk maken en die deprimerende flat ernaast, om die ook maar meteen neer te halen, en de kloostertuin die aan het park grenst! Die kan voor mijn part opengesteld worden voor publiek, dan kan het Stadspark wel twee keer zo groot worden! Wat ik me dan ook altijd afvraag, net als Raskolnikov, waarom mensen juist hier leven en wonen, in steden waar amper parken en fonteinen zijn, met modder en stank en allerlei vuiligheid? Tot je beseft dat je zelf ook in die vuiligheid woont.

De moord op de oude woekeraarster is hoe je het ook wendt of keert één van de hoogtepunten in de roman. Ik denk dat Thomas de Quincey, liefhebber van mooie moorden, deze moord zeker had kunnen waarderen. Puur literair gezien, de moord zelf is eigenlijk helemaal niet zo heel bijzonder. Een bijl is weliswaar een niet zo voor de hand liggend moordwapen, maar de moord is vrij stuntelig en Raskolnikov wordt bijna gesnapt maar weet door dom geluk ternauwernood te ontkomen. Wanneer de woekeraarster het pand aanneemt van Raskolnikov en het touwtje probeert los te peuteren zegt ze: 'Wat heb je dat stijf vastgebonden?' Op het moment dat Raskolnikov wil gaan toeslaan met de bijl, krijst ze nogmaals: 'Wat heb je dat stijf vastgebonden?' Het doet me denken aan het sprookje Roodkapje. Dat heeft enige uitleg nodig. Wanneer Roodkapje aan het bed van haar zieke grootmoeder staat, die eigenlijk de wolf is, zegt ze herhaaldelijk: 'Maar oma, wat heeft u grote...' Op het moment dat ze vraagt: 'Maar oma, wat heeft u grote tanden?' wordt ze verslonden door de wolf. Wat heb je dat stijf.../Wat heeft u grote... De dubbelzinnigheid in beide gevallen zal denk ik niemand ontgaan.

Maar pas echt gruwelijk is de beschrijving, ook al is het maar een droom, van de afranseling van dat arme paardje. Ik dacht dat ik wel iets kon hebben, aangezien ik op Facebook dagelijks de walgelijkste beelden van verwaarloosde en mishandelde dieren voorbij zie komen, maar ik heb in heel mijn leven nog nooit zoiets gelezen dat me zo aangreep als deze passage. Hoe de omstanders staan te juichen en die ... nog staan aan te moedigen ook, en dat arme kind dat alles ziet gebeuren, maar niets kan doen. Oh, afschuwelijk! Ik kon deze gruwel niet in één keer doorlezen en moest steeds het boek wegleggen om op adem te komen.

Schuld & Boete is een bijzonder mooi boek. Groots, als het land zelf. Met een schitterende en rijke taal en zinnen die zeer aangenaam lezen. Pageturner-achtig soms ook, met name het eerste deel (Raskolnikov ontvangt een brief van zijn moeder die hij op zijn kamertje gaat zitten lezen, maar na het lezen van de brief kun je onmogelijk het boek wegleggen, want je wil natuurlijk ook nog weten wat Raskolnikov van de brief vindt), de berusting aan het einde, en Sonja (Ze kwamen ook bij haar om zich te laten genezen)..

Maar om kort te gaan, dit hakt erin.

avatar van liv2
Wordt uitgegeven in een nieuwe vertaling door Hans Boland door Van oorschot. Verwacht november 2018.

avatar van mjk87
5,0
Hans Boland. Jammer, niet mijn favoriete vertaler, zeker niet.

avatar van eRCee
5,0
Ach, ik heb het boek louter gelezen in de vertaling uit 1978 van Hermien Manger, die hervertaalde uit het Duits (vandaar de titel Schuld en boete). Maakt weinig uit bij Dostojewski, het blijft altijd meesterlijk goed.

Het is wel verheugend dat we in Nederland toch vrij frequent een nieuwe vertaling mogen bijschrijven van de Russische klassiekers. Blijkbaar is daar ook gewoon markt voor.

avatar van mjk87
5,0
Vandaag zat Boland bij DWDD: Meestervertaler Hans Boland over 'Misdaad en straf' - dewerelddraaitdoor.bnnvara.nl om over de nieuwe vertaling te praten.

Hij praatte weer net zulke onzin als toen bij Anna Karenina en hij ook in zijn boekje neerpende (wel boeiende onzin trouwens) waar ik toen al wat over schreef.

avatar van eRCee
5,0
Toch vond ik hem iets sympathieker overkomen, misschien ook door de toon van de vragen. Terecht dat hij Karel van het Reve op z'n plek zette over Dostojewski. Ook het duiden van een vertaling als het spelen van een muziekstuk op een ander instrument dan waar het voor geschreven is, vond ik best passend. Ik had zelf liever Athur Langeveld gezien als vertaler, maar ja, daarmee haal je DWDD niet.

avatar van Lalage
4,0
Jammer dat ik me een paar jaar geleden al door dit boek geworsteld heb, in de vertaling van Jan Meijer. Met Hans Boland zou dat een stuk makkelijker gegaan zijn, net zoals ik zo genoten heb van Anna Karenina.

avatar van manonvandebron
5,0
Wanneer Dostojevski een moord als thema kiest, is dat vooral een kapstok om z’n filosofische en psychologische ideeën aan op te hangen. Deze misdaadroman wordt grotendeels vanuit het standpunt van de dader verteld. Het is geen objectieve weergave van gebeurtenissen, maar een subjectief relaas van Raskolnikovs ervaring van de realiteit. Al z'n hersenspinsels, overpeinzingen, theorieën, fantasieën en koortsdromen worden uitgebreid opgesomd. De lezer kan meekijken in het hoofd van deze antiheld, met als gevolg dat die met hem mee kan leven, ondanks al z’n dwaasheden en stommiteiten. Dit vertelstandpunt wordt wel afgewisseld met dat van enkele nevenpersonages.

Raskolnikov kent een verregaande vorm van vervreemding van de samenleving en de bijhorende moraal. Op z’n eenzame zolderkamertje ontwikkelt hij z’n theorie. Z’n ideeën zijn beïnvloed door nihilisme en anarchisme, twee stromingen die opgang maakten in het Rusland van de jaren 1860. Jonge intellectuelen verwierpen het gezag van kerk en staat. Wanneer Raskolnikov die oude woekeraarster de hersenpan inslaat, vermoordt hij niet slechts een mens, maar slaat hij het morele systeem aan diggelen dat ze hem van als kind ingeprent hebben. Z’n opvatting dat hij tot de uitzonderlijke categorie van mensen behoort voor wie de gewone ethische voorschriften niet altijd gelden, verraadt een vorm van grootheidswaanzin. Hij waant zichzelf een nieuwe Napoleon, maar uiteindelijk komt hij niet verder dan een zinloze en slecht uitgevoerde misdaad.

De toenmalige hoofdstad Sint-Petersburg wordt voorgesteld als een groezelig oord. Mensen woonden er dicht opeen in vervallen gebouwen. De straten werden bevolkt door dronkaards, schooiers en prostituees. Het is verrassend dat te midden van dat schorriemorrie verschillende mensen zich toch nog bekommeren om het lot van Raskolnikov. Hoewel Sonia een gele kaart heeft als prostituee, straalt ze zuiverheid en onschuld uit met haar eenvoudige volksgeloof. Zijn zuster Doenja moet kiezen tussen drie aanbidders: de schrandere Razoemichin en de smeerlappen Loezjin en Svidrigailov, die haar gunsten proberen te winnen door met geld te strooien. Porfiri is geen detective die sigarettenpeukjes en voetsporen naspeurt, maar wel iemand die een psychologisch kat-en-muisspelletje speelt. Hij laat Raskolnikov een tijdje sudderen in eigen vet, erop vertrouwend dat deze uiteindelijk zal bekennen.

Tijdens het onderzoek lijkt Raskolnikov soms te smeken om gepakt te worden, bijvoorbeeld wanneer hij terugkeert naar de plaats van de misdaad. Hieruit spreekt een onderbewust verlangen om gestraft te worden voor z’n misdaad. Hij komt tot de conclusie dat er twee soorten bestraffing bestaan. Juridisch kan hij tot dwangarbeid in Siberië veroordeeld worden. Psychologisch bestaat z’n straf eruit te moeten leven met een slecht geweten. Hij kan niet meer recht in de spiegel kijken. Volgens Dostojevski is die psychologische straf zwaarder dan de juridische. De verbanning naar Siberië gaat uiteindelijk zelfs als een bevrijding aanvoelen, omdat hij zo weer in het reine kan komen met zichzelf. De diepgaande analyse van de psychologische evolutie die een misdadiger doorloopt, maken hiervan een tijdloos meesterwerk en verplichte literatuur voor iedereen die met de gedachte speelt om zelf een misstap te begaan.

4,0
Misdaad en Straf was mijn tweede Dostojevski (na De Gebroeders Karamazov) en ik ben toch wel weer onder de indruk – zij het iets minder dan vorige keer. Het verhaal leest prettig en blijft boeien: Dostojevski slaat nauwelijks zijwegen in en er gebeurt steeds precies genoeg om de vaart erin te houden. Voor mij zijn het de kleurrijke personages die de roman maken, en dan met name de waanzinnige Raskolnikov, de gedienstige Razoemichin, de sluwe Porfiri, de onbaatzuchtige Sonja en de tragische Svidrigailov. De scenes waarin Raskolnikov zichzelf tot waanzin drijft en zijn familie ontmoet zijn van een zeldzaam niveau.

Niettemin leefde ik iets minder met de personages mee dan bij De Gebroeders Karamazov. Dit kwam misschien ook doordat de hysterische passages, waar mensen continu ‘gillen’, ‘giechelen’ of ‘naar adem happen’, me op een gegeven moment wat tegen begonnen te staan. Ook wisten de filosofische en psychologische overpeinzingen me minder te raken. Zoals hierboven al is gezegd, vertolkt Raskolnikov de heersende nihilistische en anarchistische ideeën en roept Dostojevski vragen op over straf en lijden. Ik kon net niet genoeg met deze overpeinzingen om helemaal omver geblazen te worden, maar al met al blijft Misdaad & Straf natuurlijk een geweldig boek.

4*

avatar van stefan dias
3,0
bmbook schreef:

Niettemin leefde ik iets minder met de personages mee dan bij De Gebroeders Karamazov. Dit kwam misschien ook doordat de hysterische passages, waar mensen continu ‘gillen’, ‘giechelen’ of ‘naar adem happen’, me op een gegeven moment wat tegen begonnen te staan.

4*


Dat gevoel begon bij mij zelfs de bovenhand te krijgen. Té dramatisch en wellicht zonde dat ik het met hedendaagse ogen las, maar het was nu eenmaal zo… ik kwam er met heel veel moeite doorheen.

avatar van Marcus T. Cicero
4,5
In de literatuurwereld zijn er veel boeken over moorden. In deze boeken wordt dan onderzocht wie, hoe of waarom een moord gepleegd heeft? In 'Misdaad en Straf' draait Dostojevski de rollen om, vertelt alles al over het precieze gebeuren van de moord en vraagt zich af wat zich afspeelt in het hoofd van de moordenaar en welke maatschappij iemand tot zo'n gruwelijke daad dwingt. Hij doet dit op een voortreffelijke manier wat getuigt van degelijke mensenkennis en een intelligente geest.

Dostojevski creëert na het hoofdpersonage Raskolnikov belangrijke nevenpersonages die de moraliteit en het motief van Raskolnikov tegenspreken. Hieronder valt Razoemichin die ook in armoede leeft , maar op een eerlijke manier aan geld probeert te komen. Volgens Dostojevski voldoet armoede alleen dus niet als reden. Wat dan wel? De ideeën van het utilitarisme en het gebrek aan religie. Raskolnikov plaatst zich boven de 'gewone' mensen en voldoet, volgens hem, dus niet aan de wetten en kan dus moorden op voorwaarde dat het de mensheid ten goede komt. Hierdoor verliest hij zijn menselijkheid en is de stap naar de moord kleiner. Ondanks de grote impact van deze daad op zijn psychische gezondheid, blijft hij volhouden bij zijn overtuiging. Dostojevski geeft aan dat de oorzaak van deze grootheidswaanzin en gebrek aan nederigheid onder andere komt doordat Raskolnikov geen gelovige man is. Zelf ben ik niet gelovig, maar Dostojevski laat zien dat dit een belangrijk aspect is. Zo heb je Sonja, een hoertje. Ondanks haar toestand en familie is zij het morele lichtpunt in het boek. Zij is dan ook degene die het meest gelovig is. Op het einde van het boek wanneer Raskolnikov zichzelf heeft vergeven, geeft hij ook aan dat hij de bijbel wil lezen. De cirkel is rond.

Naast religie wilt Dostojevski laten zien dat een mens nood heeft aan liefde van de mensen rond hem. Raskolnikov wordt gesteund door Razoemichin, Doenja, zijn moeder en Sonja tijdens zijn psychische boetedoening. Hoewel zijn trots dit niet altijd toelaat, heeft hij toch een humanitair valnet en daardoor kan hij verder gaan met zijn leven na zijn 'wedergeboorte' op het einde van het boek. Vergelijk dit met Svrigidailov. Mijn theorie is dat hij zijn vrouw vermoord heeft, en dezelfde mentale worsteling heeft als Raskolnikov. Maar aangezien Svrigidailov geen liefde krijgt van iemand, zelfs niet van Doenja, ondanks zijn vrijgevigheid, pleegt hij zelfmoord. Raskolnikov heeft deze overweging ook gemaakt, maar kan zich er niet toe aanzetten.

Het boek is al door slimmere en betere mensen als ik geanalyseerd en dat op veel verschillende manieren. Dit getuigt van een multidimensionele verhaallijn, moraal en personages. Het is een boek dat de tand des tijds weet te doorstaan en dat gebeurt nooit zonder reden.

5,0
Inleiding

Misdaad en Straf (1866) was Dostojevski’s eerste volwassen roman en geldt als een klassieker van de wereldliteratuur. Ik heb de Nederlandse vertaling gelezen; er wordt gezegd dat de roman niet goed uit het Russisch kan worden vertaald want Dostojevski gebruikt bewust de taal om onder meer z’n personages hun typerende persoonlijkheid te geven – niet alleen zeggen de namen iets over de personen, bv. Sonja dat Russisch is voor Sophia dat Grieks is voor wijsheid, maar ook hun wijze van spreken weerspiegelt hun geest – hetgeen grotendeels verloren gaat in de vertaling. Reeds het eerste vertaalde woord van de roman, “misdaad” (in de titel), heeft een belangwekkende nuance verloren waarop ik in de Conclusie terugkom. De roman is meesterlijk in zijn psychologie waarbij de personages allemaal zijn ingekleurd door de hoofdthema’s van het boek: nihilisme, isolatie, transgressie en redding.

Stijl

Wat meteen opvalt is dat de roman bijzonder makkelijk leest waarbij Dostojevski tevens aldoor zeer treffend het menselijke gedrag beschrijft dat zo niet alleen herkenbaar is waardoor je je eenvoudig kunt inleven en dus ook door het verhaal kunt laten meeslepen maar dat ook filosofische diepgang heeft en daardoor ook invloed heeft gehad op bv. de existentiefilosofie. De schrijfstijl is recht toe recht aan en weinig poëtisch maar om het innerlijke leven van de personen invoelbaar te maken, maakt Dostojevski ook veelvuldig gebruik van metaforen, bv. “Het was duidelijk dat deze gedachte al heel vele malen bij haarzelf was opgekomen en hij deze alleen maar weer uit haar schuilhoek had opgejaagd”. Er is een verteller die veel weet maar niet persé alwetend is (bv. “Heel waarschijnlijk is het ook, dat Katerina Iwanowna de behoefte had…”) en zo als het ware een onzichtbare observator is die overal aanwezig is dan wel die bijna één is met het bewustzijn van elk personage; Dostojevski zet met deze bijzondere verteller wellicht een stap richting de ‘stream of consciousness’-techniek van bv. Woolff waarbij hij ook de modernisten anticipeert door af en toe heen en weer te springen in de tijd in plaats van het verhaal strikt chronologisch te vertellen.

Structuur

De roman bestaat uit zes delen, ieder onderverdeeld in hoofdstukken, en een epiloog en is knap bedacht en geschreven: het is rijk aan personages en plotelementen – het kost wat moeite om alle personages te leren kennen, temeer omdat die soms bij hun voornamen (bv. Awdotja Romanowna), soms bij hun achternaam (bv. Raskolnikova) en soms bij hun bijnaam (bv. Doenja) worden genoemd (de namen in dit voorbeeld verwijzen dus alle naar dezelfde persoon) – waarbij alle stukjes in elkaar vallen of rijgen naarmate het verhaal voortschrijdt, hetgeen ook betekent dat je wel even moet doorzetten tot de samenhang duidelijker en het verhaal interessanter wordt. Daarbij weet Dostojevski de spanning effectief gestaag op te bouwen. Elk hoofdstuk eindigt met een plotwending en dus een cliffhanger (bv. iemand komt de kamer binnen) welk nieuw element in het erop volgende hoofdstuk wordt ontwikkeld. Tegelijk is de roman symmetrisch geconstrueerd met bv. aan het eind een terugkeer van personen en elementen uit het begin waarbij ook de transformatie van Raskolnikov precies z’n breekpunt in het midden van de roman heeft: in de eerste helft van het boek is hij nog rationeel en trots en in de tweede helft slaat dat langzaam om in (zelf)twijfel en besef van zijn zwakte. Het verhaal is een tragedie – zoals de rechercheur Porfiri hem al voorhoudt kan hij zijn straf niet ontlopen – dat tegelijk in de epiloog ook een christelijke wederopstanding is.

Thematiek

De roman is wellicht typisch Dostojevski vanwege de thema’s van armoede, drankmisbruik en krankzinnigheid. De hoofdpersoon Raskolnikov pleegt een moord vanuit een pathologische toestand waarin hij zijn vrije wil verliest, zowel in psychische zin in de vorm van een extreme onrust maar ook radicale onverschilligheid uit zelfindoctrinatie als in fysieke vorm in de vorm van koorts en delirium. De oorzaak is Raskolnikovs ideologische indoctrinatie en Dostojevski schreef de roman om te protesteren of waarschuwen tegen het Russisch Nihilisme (of Radicalisme) dat was geïnspireerd door de Westerse filosofische doctrines van utilitarisme, materialisme, positivisme en rationalisme: elke autoriteit zoals religie wordt afgewezen, de mens is slechts lichaam en wetenschap brengt de noodzakelijke vooruitgang. Meer in het bijzonder verenigde het Russisch Nihilisme het Franse utopisch socialisme en het Engelse Radicalism op grond van Benthams utilitarisme in wat bekend stond als “rationeel egoïsme” en welke maatschappelijke revolutie in handen van een nieuwe elite van superieure mensen werd gelegd. Raskolnikov is als het ware een slachtoffer van deze schadelijke Westerse ideeën en wil weten of hij zo’n hoger menstype is en een “nutteloze” sjacheraarster kan vermoorden. Hij veracht de massa maar is impulsief en kan ook geen weerstand bieden tegen zijn natuurlijke neiging tot compassie. De roman vloeide voort uit een werk tegen de schadelijke gevolgen van drankmisbruik binnen het gezin maar Misdaad en Straf wil juist laten zien dat niet bv. ongelijkheid maar vervreemding van de traditie – het eigene – de oorzaak is van de ontaarding en het verval. Dostojevski meende overigens op macroniveau dat Rusland ziek is en pleitte voor een regeneratie door het hervinden van de Russische identiteit en religie (en het is duidelijk dat zelfs Ruslands huidige inval in Oekraïne in deze culturele traditie staat van afwijzing of eliminatie van Westerse invloeden om Rusland te ‘redden’ waarbij Poetin tegelijk veel op Raskolnikov lijkt in zijn hoogmoed om schaamteloos oorlogsmisdaden te plegen om als Groot Man een doorslaggevend voordeel voor Rusland te brengen).

Dickens

Ik heb de indruk dat Dostojevski veel van Dickens, die hij veel en graag las, heeft geleerd en ze veel dezelfde thema’s en technieken gebruiken. Beiden waren ‘grote’ christenen en leverden maatschappijkritiek op de extreme armoede en het morele verval in hun tijd, beschreven met name de degeneratie van de mens in de grote stad (zoals Sint Petersburg in Misdaad en Straf) die mede berust op nieuwe maar schadelijke ideeën die er in zwang zijn zoals hier het rationalisme en utilitarisme (welke ethiek Dickens eerder had bekritiseerde in Hard Times (1854)). Beiden zijn goede vertellers die bewust cliffhangers hanteren om de lezer erbij te houden – mede omdat ze hun verhalen in delen voor tijdschriften schreven – en bovenal weten ze intrigerende personages op te voeren die inzicht geven in de menselijke natuur en die je langer bij blijven dan het verhaal. Zo beschouwd zijn het goede voorbeelden van literatuur, gekenmerkt doordat het verhaal in dienst staat van de ontwikkeling van de personages in plaats van lectuur waarbij dat andersom is. Dostojevski is wel meer een doempreker dan de meer optimistische Dickens.

Krankzinnigheid

Net als Dickens heeft Dostovjevski veel belangstelling voor de psychologie van de misdadiger en van het kwaad en Misdaad en Straf is in wezen één grote psychologie van de misdadige geest van Raskolnikov – de fysieke misdaad zelf en het uiteindelijke proces beslaan maar een paar pagina’s – waarbij we omgekeerd leren dat Raskolnikov een paar maanden eerder een artikel had geschreven over de misdadige geest waarin hij stelt dat de misdadiger zijn misdaad eigenlijk altijd in een ziekelijke toestand pleegt hetgeen er naar mijn idee mee te maken heeft dat de misdadiger een grens over moet stappen die het verstand niet kan. In ieder geval pleegt Raskolnikov zijn misdaad in een ziekelijke koortstoestand en blijft die toestand van verwarring en koortsdromen zo nu en dan terugkomen (en hij krijgt ook strafvermindering op grond van de ‘modetheorie’ van tijdelijke verstandsverbijstering, temeer nu Raskolnikov ook geen rationeel doel behaalde met z’n misdaad). Dostojevski schildert het leven in de grote stad Sint Petersburg in de zomer als een nogal helse plaats van drukte, stank, armoede, alcoholmisbruik en (zelf)moorden, hetgeen ook een metafoor en zelfs oorzaak kan zijn van Raskolnikovs geprikkelde geest die aldoor in grote onrust, ellende en zelfs ijldromen verkeert. Een parallel die in de roman zelfs uitdrukkelijk wordt getrokken is de verstikkende (warme) lucht en benauwde kamertjes waar Raskolnikov in leeft (hij kwam voor de moord vrijwel nooit zijn kamertje uit) en zijn psychische nood: Swidrigailow merkt op dat we allemaal lucht nodig hebben en ook de rechercheur Porfiri levert de diagnose dat Raskolnikov lucht nodig heeft. Het lukt ‘hypochonder’ Raskolnikov in feite niet om te leven vanwege deze fysieke en psychische verstikking en verdrukking.

Existentiële crisis

Het is moeilijk te zeggen of Raskolnikov zo teruggetrokken leefde vanwege zijn psychische geprikkeldheid of andersom maar het eenzame en anonieme leven in de grote stad zal er mee te maken hebben gehad. In feite geraakt hij in een existentiële crisis zoals we die in de filosofie kennen: het verlies van verbondenheid met de wereld en daarmee verlies van betekenis waardoor de wereld contingent en absurd voorkomt en de persoon op zichzelf teruggeworpen wordt. Raskolnikov is vaak onverschillig jegens wat om hem heen gebeurt – met vlagen van plotselinge betrokkenheid – en het is ook deze stedelijke vervreemding en anonimiteit die de mensen ontvankelijk maakt voor ideeën (ideologie) in plaats van een directe betrokkenheid bij je naaste zodat in die zin ook veel andere personen (opvallenderwijs met name de mannen) in de roman krankzinnig zijn. In ieder geval zondert Raskolnikov zich af van zelfs zijn familie en probeert hij z’n leven betekenis te geven door voor een idee te leven – dat hij een ongewoon mens is die een grootste daad zal doen en daarvoor mag moorden – en streeft hij naar vrijheid of zelfbevestiging maar die vrijheid of individualisme blijkt een vreselijke vrijheid, omdat die in combinatie met het idee leidt tot zijn transgressie om twee vrouwen te vermoorden waarmee hij ook – zoals hij dat zelf bekent – zichzelf heeft vermoord: zonder binding met de ander is zelfbevestiging niets anders dan zelfmoord.

Raskolnikovs artikel

In het derde deel legt Raskolnikov z’n artikel uit na vragen erover van rechercheur Porfiri, met name over een wat onduidelijke gedachte aan het einde. Die gedachte houdt in dat “ongewone” mensen soms het recht hebben om de wet te overtreden als dat nodig is om de mensheid vooruit te helpen of om een “nieuw woord” te zeggen. Vooruitgang vereist immers doorbreking/vernietiging van het bestaande; een nieuwe wetgever moet de oude wet breken. De geschiedenis leert ons dat grote mannen, zoals Napoleon, de wet overtraden, dus misdadigers waren die vaak zelfs bloedbaden aan richtten. Dit doet denken aan Hegels leer van Grote Mannen (“Het is de eer van grote figuren, schuldig te worden”). De massa is conservatief en hangt deze ongewone mannen op als ze de kans krijgen maar de volgende generatie vereert hen. De massa der gewone mensen is slechts “materiaal” dat dient om volgens een onbekende natuurwet af en toe een ongewoon mens voort te brengen. De leer van de elite of superieure mens die zijn eigen wetten maakt en zo werkelijk autonoom en scheppend is in tegenstelling tot de kuddemens die gebonden is aan de kuddemoraal en de gemeenschappelijke wet doet natuurlijk denken aan Nietzsche’s latere leer van de Übermensch. Het verklaart Raskolnikovs weerzin en verachting van de mensen en waarom hij, ondanks z’n deplorabele want armoedige en ziekelijke staat, medelijden of opoffering afwijst (“Ik aanvaard uw offer niet”) omdat dat zijn zwakte zou bevestigen. Zijn vriend Razoemichin, die enige stabiliteit in Raskolnikovs chaotisch leven brengt (Razoem verwijst naar het verstand) noemt Raskolnikov dan ook “hooghartig en trots” maar ook “grootmoedig en goed”.

Existentiefilosofie

Het betoog van de rechercheur Porfiri aan het slot van het vierde deel over hoe hij misdaden oplost is niet alleen indrukwekkend in z’n psychologie maar ook in filosofisch opzicht dat sterk existentialistisch getint is. Porfiri benadrukt dat elk geval anders (bijzonder) is waardoor regels ook contraproductief kunnen zijn – Porfiri lijkt succes te boeken bij Raskolnikov door alle regels met betrekking tot recherchewerk juist om te keren – en hoe de natuur sterker is dan het verstand, zodat Raskolnikovs scherpzinnigheid hem niet zal redden en hij zijn lot niet zal ontsnappen, omdat hij niet met zichzelf zal kunnen leven. In het zesde deel is er een laatste onderhoud met Porfiri die Raskolnikov goedgezind is maar mede daarom eerlijk meldt dat hij zeker weet dat Raskolnikov de moordenaar is. Porfiri verzoekt Raskolnikov zichzelf aan te geven om groothartig zijn lijden te aanvaarden, zoals hij groothartig de moorden pleegde, om erna het leven weer op te kunnen pakken. Raskolnikovs vriend Razoemichin is loyaal en blijft in Raskolnikovs onschuld geloven. Razoemichin is openhartig en eerlijk: volgens hem is de leugen goed omdat die menselijk is en ons naar de waarheid brengt waarbij hij een kritiek op de “ontpersoonlijking” geeft die vooruitgang zou betekenen: volgens hem is de eigen, “eerlijke” leugen beter dan de ‘onoprechte’ waarheid van een ander waarmee hij de invloed van Westerse ideeën, waarmee Loezjin pronkt, lijkt te bekritiseren en waarin een existentiefilosofie à la Kierkegaard (in de objectieve ‘waarheid’ zoals de wiskunde of Hegels systeem kun je niet wonen: “de subjectiviteit is de waarheid”) weerklinkt.

Buitenlandse ideeën

Loezjin is zo iemand die indruk probeert te maken met buitenlandse ideeën die voor hem een immorele filosofie impliceren: egoïsme is het juiste richtsnoer voor handelen. We leren hem kennen als een bangelijk en bekrompen persoon die altijd probeert goed over te komen maar in werkelijkheid egoïstisch en immoreel is, zodat de immorele filosofie hem wel past. Hij woont samen met Lebezjatnikow die ogenschijnlijk het tegendeel is want Lebezjatnikow is idealistisch, streeft naar een vrije en gelijke samenleving – hij wil een commune oprichten – en is aldus een utopisch socialist, acht alleen het nuttige van waarde en vindt het van belang om te protesteren tegen de burgerlijke samenleving zodat beledigen een noodzaak is. Door zich zo af te zetten en de ander te willen krenken spreekt ook een superioriteitsgevoel uit zijn ideologie – andere mensen die hem niet volgen begrijpen het nog niet; wij zouden hem een deugmens kunnen noemen – en misschien nog minder oog voor het leed van het concrete individu: Lebezjatnikow is zo beschouwd asociaal uit abstract idealisme en in die zin net zo hypocriet als Loezjin. Lebezjatnikow wijst de burgerlijke moraal af omdat die onnatuurlijk zou zijn – de huidige onderdrukkende maatschappij corrumpeert het individu en de moraal – en hij wijst zo ook persoonlijke (waaronder ook de christelijke) liefdadigheid af want die dekt alleen maar de systematische ongelijkheid toe in plaats van die op te heffen (hetgeen Marx inspireerde tot zijn “religie is het opium van het volk”).

Raskolnikov en de raskolniki

Zoals we zagen hangt Raskolnikov een ietwat vergelijkbare ideologie, gebaseerd op buitenlandse ideeën van vooruitgang en kil nutsdenken, aan maar in zekere zin zonder de hypocrisie: vooruitgang vergt ongewone personen zodat hij juist niet in de gelijkheid van mensen gelooft. Maar bovenal is Raskolnikov asociaal vanuit een soort kluizenaarschap – hij verdraagt de gewone mensen niet en blaast moreel hoog van de toren – terwijl hij grossiert in impulsieve liefdadigheid: hij is zelf straatarm maar geeft al z’n geld aan andere armen zoals een weduwe die hij niet eens kent om de begrafenis van haar man te bekostigen. Dat maakt hem niet alleen een monster dat zich boven de mensheid plaatst en wiens trots is gekwetst – hij benadrukt zelf dat zijn misdaad niet uit zijn armoede kan worden verklaard zoals een socialist als Lebezjatnikow zou doen – maar ook iets van een zelfverbannen heilige. Ik denk dat Dostojevksi dat ook beoogde want de naam Raskolnikov verwijst naar de raskolniki (schismatici) die vasthielden aan het oude Russisch-orthodoxe geloof na de kerkelijke hervorming in 1666-167 waarmee de Russische kerk zijn teksten en riten aanpaste aan die van de Byzantijnse of Griekse orthodoxe kerk. Evenzo heeft Raskolnikov zich afgescheiden van de samenleving en hangt hij een eigen moraal en in wezen een eigen religie aan. De roman vermeldt enkele malen dat het lijfeigenschap er nog niet zo lang geleden was afgeschaft en je krijgt de indruk dat de intellectuelen er streefden naar een moderne, gelijke samenleving dat – in ieder geval tot de communistische revolutie in 1917 – nog slechts een ideaal was en het land worstelde met grote ongelijkheid dat aanleiding gaf tot verhitte discussies en verschillende ideologische richtingen.

Swidrigailow

Ook tussen Swidrigailow en Raskolnikov zijn zowel interessante overeenkomsten als verschillen. Raskolnikov is extreem arm terwijl Swidrigailow zeer vermogend is, maar net als Raskolnikov is Swidrigailow een misdadiger en in zekere zin het bedoelde hogere type mens dat gewetenloos doet wat in hem opkomt – zowel het goede als het kwade – en zo leeft voorbij goed en kwaad. Daarbij heeft Swidrigailow een theorie die in zekere zin aansluit bij Raskolnikovs theorie dat een misdaad in een zieke toestand wordt gepleegd: volgens Swidrigailow zijn de geestverschijningen die hij heeft van Marfa Petrowna, z’n vrouw die hij heeft vermoord, en ook de geestverschijning die Raskolnikov in een koortsdroom had van Aljona Iwanowna, de vrouw die Raskolnikov heeft vermoord, flarden uit een andere, echt bestaande wereld en gaan we geheel naar die wereld over als we sterven. Swidrigailow geeft zo een soort van transcendente, religieuze betekenis aan Raskolnikovs misdadige transgressie en hij noemt zichzelf ook (deels) een mysticus. Swidrigailow is in feite de echte nihilist in de zin dat wij het woord wel opvatten en volstrekt immoreel of eigenlijk amoreel waardoor Raskolnikov hem veracht maar ook gevaarlijk vindt: genot is voor hem de enige waarde en eigenlijk dat niet eens want hij jaagt op seks uit verveling, dat wil zeggen omdat de natuur hem daartoe aanzet. Daarbij heeft hij een voorkeur voor jonge meisjes terwijl hijzelf al 50 is: zijn verdorvenheid geeft het meeste genot bij het misbruiken van pure onschuld. Tegelijk kan hij ook onthutsend eerlijk en openhartig zijn, in ieder geval tegenover zichzelf: hij veracht idealen en andere “fantasieën” en noemt Raskolnikov een idealist en daarmee impliciet een zelfbedrieger. Als hij erachter komt dat Raskolnikov de moorden op de twee vrouwen heeft gepleegd kan hem dat moreel niet schelen en suggereert hij dat Raskolnikov beter geen mens kan zijn om zo geen gewetenswroeging te hebben, maar hij probeert er wel Raskolnikovs zuster Doenja mee te chanteren om zijn vrouw te worden.

Het redderscomplex

Swidrigailow probeerde eerder Doenja te verleiden zoals hij ook zijn – waarschijnlijk door hemzelf vergiftigde – wijlen echtgenote had verleid: door openhartig over zijn verdorvenheid te zijn prikkelt hij het redderscomplex van deze vrouwen zoals overigens ook Sonja bij Raskolnikov blijft om hem te kunnen redden. Waar veel mannen in de roman egoïstisch zijn of op abstracte wijze utilitaristisch streven naar maximaal genot en minimaal pijn voor iedereen, zoeken deze vrouwen het lijden juist op in de hoop de ander en zichzelf te redden. Een meer abstracte – en dus leugenachtige – vorm van het lijden zoeken en jezelf opofferen zien we bij de man en oudgelovige Mikolka die de schuld van Raskolnikovs moorden op zich neemt bij wijze van deugd. Loezjin is het tegendeel van Swidrigailow in de zin dat hij juist de knappe maar arme Doenja afhankelijk van zich wil maken op grond van zijn goede financiële positie waardoor Doenja dankbaar zou moeten zijn jegens haar ‘redder’ en z’n weldaden, maar Loezjin is hiermee niet minder egoïstisch en misbruikend dan Swidrigailow. Raskolnikov overweegt zelfmoord te plegen, maar iets – zijn trots of zelfachting, maar ook de door Porfiri en Sonja geboden opening om door middel van het lijden (zijn straf) gered te worden – houdt hem tegen. Daarentegen pleegt Swidrigailow wel zelfmoord: na de afwijzing door Doenja c.q. de nederlaag van zijn morele verdorvenheid door haar morele integriteit lijkt hij het gebrek aan liefde en daarmee de leegheid, eenzaamheid en zinloosheid van zijn nihilistisch leven niet meer te kunnen verdragen – zoals ook Raskolnikov zijn eigen misdaden niet kan verdragen – maar er is niets wat hem kan redden, nu hij geen illusies koestert en zijn verlies accepteert. Hij geraakt ten slotte in koortsdromen over kinderen, die niet een cynisch of nihilistisch karakter hebben, en besluit de oversteek definitief te maken.

De transgressie

Tegen het einde van het vijfde deel bekent Raskolnikov z’n moord aan Sonja in wie hij zich herkent als medevervloekte nu zij prostituee en hij moordenaar is en zij aldus ook een transgressie jegens de burgerlijke moraal pleegt, maar anders dan de arrogante en ongelovige Raskolnikov is zij timide en klampt zij zich vast aan het geloof. Bovenal is haar transgressie een zelfopoffering waar die van Raskolnikov er een uit egoïsme is. Na eerst de moord te rechtvaardigen door zich met Napoleon te vergelijken die ook een moord zou plegen als dat nodig was om z’n carrière te starten en hij het geld wilde gebruiken om z’n studie te kunnen financieren, is er het besef dat elke rechtvaardiging slechts geklets is omdat om te kunnen heersen – om een Napoleon te zijn – je het verstand moet stoppen en gewoon moet doen: macht – het gelijk krijgen – is een kwestie van meer lef hebben dan anderen, welke durf hij met de moord wilde bewijzen. Zodra je je afvraagt of de mens een luis is, is het al geen luis meer; zodra je je afvraagt of je een Napoleon bent, ben je het al niet meer: alleen de daad maakt je een mens of Napoleon terwijl de anderen een luis blijven. Maar Raskolnikov is een piekeraar: voordat hij de moord pleegde meende hij dat misdadigers worden gepakt omdat zij op het moment van hun misdaad bevangen raken door een wilskracht die hun verstand verduistert waardoor zij lichtzinnig worden en dat hijzelf de moord niet zou kunnen plegen omdat hij blijft nadenken dan wel om die reden de perfecte moord zou plegen. Ook in het neoplatonisme – en de naam van de rechercheur Porfiri, die Raskolnikov geheel doorziet, verwijst misschien naar de neoplatoonse filosoof Porphyrius die Plotinus’ mystiek harmoniseerde met Aristoteles’ logica – is er het streven naar vereenzelviging met het goddelijke door voorbij het denken en begrijpen te gaan naar wat Plato het goede of Ene ‘voorbij het zijn’ had genoemd: ook misdaad is een transcendentie die echter ook van hoogmoed getuigt (het christendom achtte filosofie getuigen van hoogmoed), welke transgressie wordt beloond als de misdadiger als een god kan triomferen en heersen en anders wordt bestraft met helse waanzin als hij niet bekent (bekennen is in wezen een christelijk notie waarmee de ziel wordt gereinigd door de zonde uit de duisternis in het licht te brengen). Raskolnikov heeft echter gefaald: in toevalligheden zag hij een teken dat het beslist is – waaruit opnieuw de religieuze dimensie blijkt – waarna hij erin werd getrokken “alsof hij met een stuk van zijn kleren in de machine was geraakt” en alles fout ging. Zijn gedachten werden slechts verward: hij bleek geen god maar in de macht van de duivel en eigenlijk heeft hij zichzelf vermoord. Hij blijkt slechts een luis die Sonja om vergeving vraagt en heeft spijt. Maar als Sonja hem wil redden door het (gezamenlijk) lijden, besluit hij toch te vechten en zich niet aan te geven omdat hij misschien toch een mens is.

Sonja

Raskolnikov blijft zo aldoor worstelen en piekeren over wat hij moet doen: berouw krijgt hij ook ten langen leste niet maar dezelfde trots of onverschilligheid waarmee hij de moord pleegde beweegt hem er ook toe zichzelf aan te geven, enerzijds rationeel omdat hij heeft gefaald en geen grootse weldoener zoals Napoleon maar slechts een schoft en zwakkeling blijkt – hij heeft de transgressie niet doorstaan – zodat hij de straf heeft verdiend (ook bij de rechtbank rechtvaardigt hij zijn misdaad niet) en anderzijds lijkt hij toch ook gevoelig voor Sonja’s liefde die aandringt op overgave. Al met al wordt hij gedreven door de wil een einde aan de ellendige toestand te maken. Tot in de gevangenis blijft hij Sonja wegduwen – haar liefde en medelijden maakt ‘m nog ongelukkiger omdat die zijn trots kwetsen – totdat hij zich overgeeft, nu aan de liefde voor Sonja en indirect aan haar religieus geloof, waarna hij het kruis dus lijdensweg op zich kan nemen en herboren kan worden: hij ontdekt nu het echte leven dat niet nadenken maar voelen is. Hij wordt nu – eindelijk – een echt mens.

De redding door het externe

Zoals gezegd volgt de roman de verschillende personen als het ware in hun hoofd en hebben ze alle een eigen karakter en stem, maar tegelijk wil Raskolnikov in het algemeen met niemand spreken: hij vermijdt de dialoog maar verinnerlijkt als het ware de andere personen of stemmen tot een innerlijke dialoog die hem verscheurt en hem geen rust geeft. Het is uiteindelijk Sonja die bij hem blijft als hij in de gevangenis zit met wie hij een externe in plaats van een geïnternaliseerde relatie heeft, juist omdat zij veelal zwijgend samen zijn, waardoor hij uit zijn existentiële crisis komt en wordt ‘gered’. Aan het slot van het boek zit nog één koortsdroom waarin Raskolnikov profeteert dat de gehele mensheid wordt geïnfecteerd met een ziektekiem dat geestelijk is (dus een idee) waardoor ze bezeten raken van hun eigen waarheid dus eigen gelijk en iedereen met iedereen zal vechten waarna slechts een paar ‘zuiveren’ overleven en een nieuwe mensengeslacht zal voortbrengen, welke ziekte naar mijn idee het bewustzijn van de dood van God is (het postmodernisme) waarbij alleen gelovigen, die aldus in God in plaats van zichzelf geloven zullen overleven en de ‘stad van God’ zullen oprichten.


Conclusie

De kern van de roman zit reeds in de titel: Преступление и наказание. Dat eerste woord vertalen we als misdaad maar betekent eigenlijk in algemenere zin ergens over heen stappen. Het staat natuurlijk voor het overschrijden van de wet (misdaad) maar ook voor waar Raskolnikov volgens zijn eigen theorie juist in faalt. Hij pleegt de moorden omdat hij voor zichzelf wil bewijzen dat hij een groot mens is, welk hoger type mens immers gewetenloos de wet overtreedt om een “nieuw woord” te brengen, om aldus zelf de nieuwe wet te geven en het bestaande te doorbreken en te overtreffen. Maar Raskolnikov slaagt er niet in om over zijn misdaad heen te stappen in deze zin, zodat hij slechts een schoft en een luis blijkt en de straf voor de transgressie, ongeacht of hij wordt opgepakt of niet, onontkoombaar is (die straf betreft de innerlijke straf; de formele straf betreft juist de voorwaarde van bevrijding). Net als bij de vergelijkbare Übermensch van Nietzsche zit in deze transgressie ook een religieus aspect: we moeten als het ware zelf een god dan wel een authentiek mens, die eerlijk is tegen zichzelf en volgens eigen wetten leeft, worden om de transgressie waard te zijn. Uiteindelijk beseft Raskolnikov dat hij niet eerlijk tegen zichzelf was: hij kan niet leven volgens dit principe maar vindt het authentieke leven en het echte menszijn in de transgressie van het rationele, het nuttige en het egoïsme in de liefde. Het is het offer dat we moeten brengen voor onze zonde en de overgave aan de ander en indirect aan God die ons groots en authentiek mens maakt.

avatar van eRCee
5,0
Je vond het dus wel aardig?

5,0
eRCee schreef:
Je vond het dus wel aardig?


Inderdaad! Had ik maar de gave me zo beknopt uit te drukken (maar een troost: Dostojevski had die gave ook niet)...

avatar van LuukRamaker
3,0
Eerlijk is eerlijk: je hoeft niet tussen de regels te lezen om in te zien dat dit een bijzonder boek is. Tegelijkertijd mag je er wel behoorlijk blij mee zijn dat je niet tussen de regels hoeft te lezen want die volgeschreven regels zelf zijn al in dusdanig groten getale aanwezig dat daaraan genoeg tijd valt te besteden. Ik blijf het lastig vinden als eenentwintigste-eeuwse gelegenheidslezer dit soort klassieke werken op waarde te schatten (zeker als de hoofdzaak van het boek me niet direct aanspreekt), maar des te aangenamer kan de verrassing zijn wanneer een (bijna) eeuwenoud boek daadwerkelijk tot de verbeelding weet te spreken. Maar dat was hier helaas niet helemaal het geval.

Het geschrift bevat nogal wat uitgebreide en droge stukken tekst die de voortschrijding van het verhaal niet bepaald bevorderen. Ik ben niet tegen wat psychologische beschouwingen op zijn tijd en zeker bij fictie vind ik dat best vaak van toegevoegde waarde maar in de uitvoerigheid van zulk gemijmer kan worden doorgeslagen en zodra dit uit de hand loopt is dit aan mij vaak niet echt meer besteed. Niet dat ik over Misdaad en Straf helemaal niet te spreken ben, want het is gewoon een goed boek, maar het is uitgesmeerd over te veel pagina’s en er waren net wat te veel punten waarop ik me voor het doen en laten (dan wel het prakkiseren) van de hoofdpersonages weinig kon interesseren om echt te kunnen zeggen dat ik me ermee vermaakt heb of ervan heb genoten.

Gast
geplaatst: vandaag om 11:43 uur

geplaatst: vandaag om 11:43 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.