De zeven laatste verhalen van Carver waren weer een mooie leeservaring. Naarmate je meer weet over Carver, krijg je steeds meer de indruk dat zijn eigen leven de bron is voor veel van zijn verhalen, zoals die over relatieperikelen. Ook de drank is in de meeste verhalen wel aanwezig, en bijna alle personages roken als ketters.
Voor mij springt Elephant eruit, waarin een anonieme alleenstaande hoofdpersoon wordt opgevoerd die zich krom werkt en 5 parasieten van familieleden (waaronder een ex) financieel ondersteunt. Hoe hij hier mee omgaat en het uiteindelijk accepteert, na een droom over dat hij als kleine jongen op de schouders van zijn vader (de Elephant) zat, vind ik mooi beschreven. Een schijnbaar alledaags leven met herkenbare situaties (iedereen die het financieel goed heeft, heeft wel eens te maken met mensen die daarop parasiteren), die tussen de regels door van alles oproepen. Knap dat je dit kan als schrijver, diepte creëren met relatief weinig woorden. Het alledaagse en herkenbare dat literair wordt vind ik mooier dan veel pretentieuze mooischrijverij. Met name de 'navelstaarders' onder de hedendaagse auteurs vind ik weinig boeiend. Carver is dat niet. Observatievermogen en inzicht in de menselijke psyche leveren bij hem mooie verhalen op.
4 sterren