menu

Het Leven en de Dood in den Ast - Stijn Streuvels (1926)

mijn stem
3,92 (13)
13 stemmen

Nederlands
Psychologisch

101 pagina's
Eerste druk: Excelsior, Brugge (België)

Terwijl het buiten regent en waait, zijn vijf mannen in een eestschuur (ast) bezig met het drogen van cichoreiwortels. Pas na een poosje doemen een vijftal individuen op uit de damp: de jongeren 'De Maf' en 'Lot', de bejaarde 'Blomme', de opperdroger 'Hutsebolle' en de gebrekkige 'Fliepo'. Ze moeten dag en nacht, ononderbroken, het eestvuur in stand houden. Het zijn seizoenarbeiders die het slopende werk gewoon zijn. Terwijl de nacht invalt, mijmeren ze bij de open vuurhaarden. De gesprekken gaan over in dromen; verleden en toekomst gaan in elkaar over. Een zwerver zoekt in de ast een plaats om te sterven. Met de komst van de dood schieten de dromers uit hun sluimerslaap: het banale, onafwendbare leven wacht. Het wordt weer dag en de noodzaak der dingen beveelt wat er gedaan moet worden.

zoeken in:
avatar van Pageturner
Verschijnt in een nieuwe uitgave. Volgens De Standaard een meesterwerk, Shakespeare waardig. Hop, de lijst met te lezen boeken wordt maar weer eens langer

avatar van JJ_D
3,0
Bruegel? Erfgoed via kunst. De cultuur van het landleven, de mores van een eenvoudig bestaan tussen vier muren. De vier muren van een ast – pekdonker toneel waarin personages met de spade niet alleen grondstoffen omwoelen, maar vooral zichzelf.

Permeke? De representatie van de eenvoudige ziel waarin zich behalve een simpele natuur ook een metafoor voor de menselijke conditie tout court aftekent. Het grote via het kleine. De homo universalis via het exemplaar van de werkmens. De kracht van Streuvels’ ‘Het leven en de dood in den ast’ gaat net hierin schuil: in de omarming van de particuliere context van zijn Ingooigem, waarin zich de contouren aftekenen van ons allemaal. De microkosmos van een dorp uit het dozijn als spiegel voor de metropool waarin wij ons stuk voor stuk mens weten. Of nog - ongeveer: “’t Geen in de tegenwoordigheid bestaat is een stippel tusschen die twee uiteinden, hier samengevat in de omsloten ruimte van den ast.”

Vooral de geestelijke beslommeringen van Blomme zijn aandoenlijk: “…en nu blijkt het dat die droom zelf – en niet de verwezenlijking er van – het geluk van zijn bestaan heeft uitgemaakt, - het nagejaagde bezitten is niet het geluk, maar wel het bedroomen, dáárin heeft hij al zijne voldoening gevonden, - het is zijne sterkte geweest om vol te houden…” Is dat zo, of is de essentie van dit personage toch dat hij werkt, en – zoals hij ergens zegt – dat zijn werk nu eenmaal zijn leven is? Dat stoïcijnse opgaan in een arbeid zo verschroeiend, zo monotoon, zo uitputtend als het leven zelf: is dat niet de opgave waar wij allemaal voor staan? Moeten we niet gewoon aanvaarden? Met de droom als soelaas, als noodzakelijk artefact van ons brein, om het ondraaglijke draaglijk te maken? Ook Hutsebolle en Fliepo tonen overigens hun ware gelaat in de fratsen die de slaap hen doet geloven. Een prijsduif, een land waar al het goede en het schone gewoon aan de bomen groeit (ondersteboven, steljevoor!), ...: het is via dit mateloze verlangen dat de personages menselijke proporties aannemen. Het onbegrensde als maateenheid voor het hoopje mens dat zij – en wij als lezer via hen – tenslotte maar zijn.

Met de profetische inval van Knorre is het de dood die op de drempel van den ast komt te staan. Buiten is het ondertussen beginnen stormen. Binnenin stormt het evenzeer, als in: binnen in hun psyche. Vervuld van wroeging en spijt over begane zonden, begaat het drietal nog maar eens een zonde. Nee, de mens verandert niet. De beweging van het denken versus de stilstand van het zijn. De routine die ons kooit, maar de geest die ons vrij maakt - herkenbaar, misschien? En ondertussen moet er gewerkt worden. Want in den ast heersen slechts de wetmatigheden van de landbouw. Leven of dood, maakt niet uit. Kleren af, en...zweten zult ge. Net zoals de lezer trouwens, de lezer die zich af en toe door Streuvels’ dialectisch Nederlands moet ploeteren. Qua verstaanbaarheid valt het allemaal nochtans goed mee, maar het is de Bruegeliaanse esthetiek die voor mij meer dan wat ook aftands aandoet. Dat zeer specifieke, wie weet zelfs geforceerde idioom. En ‘k zjin pertanks van de streeke. Raar? Raar.

3,25*

avatar van liv2
4,5
Pageturner schreef:
Verschijnt in een nieuwe uitgave. Volgens De Standaard een meesterwerk, Shakespeare waardig. Hop, de lijst met te lezen boeken wordt maar weer eens langer


Ooit gelezen op zeer jonge leeftijd. moet het eens herlezen misschien....

Een wervende boekbespreking van 'het Leven en de dood in den Ast'. Frits Spits interviewt Erik Vlamink over de heruitgave van dit boek in 'de Taalstaat', op zaterdag 24 augustus 2019.
Mooi, ik wil het lezen !

Gast
geplaatst: vandaag om 16:41 uur

geplaatst: vandaag om 16:41 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.