Confessions of an English Opium-Eater - Thomas de Quincey (1822)
Alternatieve titels: Bekentenissen van een Opiumeter | Bekentenissen van een Engelse Opiumeter
Engels
Autobiografisch / Psychologisch
368 pagina's
Eerste druk: Taylor & Hessey,
Londen (Verenigd Koninkrijk)
Als zoon van een Engelse koopman die stierf toen hij zeven jaar was, had De Quincey een harde jeugd. Weggelopen van zijn strenge kostschool, leefde hij een tijd in bittere armoede voordat zijn voogden weer vat op hem kregen. De maagpijn die hij later vaak met opium verdoofde, wijt hij aan de honger die hij in deze periode leed. ‘Bekentenissen van een Engelse opiumeter’ is het autobiografisch verhaal van De Quincey, verweven met de opiumervaringen die op zijn negentiende jaar begonnen. Het eerste gebruik daarvan kwam voort uit lichamelijk malheur, maar al gauw verlangt De Quincey naar opium omdat hij er schitterende dromen van krijgt. Na verloop van tijd maken deze dromen echter plaats voor nachtmerries en heeft het spul voor hem meer negatieve dan positieve gevolgen. Het gedeelte over de 'Pains of Opium' is dan ook aanmerkelijk langer dan het gedeelte over de 'Pleasures of Opium'.