Le petit prince van Antoine de Saint-Exupéry is een ode aan de jeugd. En nog een schitterende ode ook.
Het meest unieke aan dit werk is dat je als lezer voelt dat de schrijver alles recht uit zijn hart geschreven heeft. Je voelt de betrokkenheid en je voelt dat hij ieder woord meent. Atoine de Saint-Exupéry weet bovendien zijn gedachten en gevoelens prachtig in symboliek, beelden en poëtische taal te vatten, dus het kan haast niets anders dan een prachtboek opleveren.
Natuurlijk is dit boek naast een betoverend mooi verhaal een weinig verhulde aanklacht tegen de volwassen mens en natuurlijk is dit talloze malen vaker gedaan. Het boek wat in mijn optiek qua kritiek het meest overeenkomt met dit werk is misschien
Guus Kuijers Hoe Mieke Mom haar maffe moeder vindt uit 1978. Deze twee werken delen hun kritiek op de hypocrisie en de kortzichtigheid van veel volwassenen, maar het belangrijkste verschil is dat de Kleine Prins leeft en een echt karakter is en Mieke Mom in haar boek toch vooral fungeert als bortkartonnen personage.
Dat is het manco waar kinderboekenschrijvers die duidelijk het kant van het kind kiezen vaker aan leiden: het vergeten van het kind. Annie M.G. Schmidt en Guus Kuijer zijn denk ik wel de belangrijkste twee auteurs uit de Nederlandse literatuur die in hun werk heel duidelijk de kant van het kind kozen en kiezen. (Als je ook de buitenlandse literatuur in beschouwing neemt, is uiteraard Astrid Lindgren een belangrijke naam.) Annie M.G. Schmidt was natuurlijk zo'n beetje de eerste in Nederland die jeugdliteratuur serieus nam en geen versjes schreef met een sterk moraliserende ondertoon. En als ze dat wel deed, waren dat moralen als "
Dus doe nooit wat je moeder zegt /
dan komt het allemaal terecht", waarmee ze de weg bereidde voor vele andere schrijvers. Guus Kuijer bracht zijn anarchistische en ondeugende boodschap wat subtieler: in plaats van "
Ik ben lekker stout" schreef hij "
Met de poppen gooien". Waar Kuijers kritiek op de grotemensenwereld in zijn Madeliefboeken nog verstopt zit, kan het in pamfletten als
Het geminachte kind niet overduidelijker.
Hoe Mieke Mom haar maffe moeder vindt is het kinderboek waarin Kuijer zijn opvattingen het minst onder stoelen of banken schuift. Het levert wel een schrijnend, naargeestig en ook hilarisch boek, maar vooral omdat Mieke Mom een vrij vlak personage is, mist het werk toch een zekere ontroering. Dit komt, denk ik, doordat het boek te veel de volwassenen belachelijk wil maken, en hiermee wordt het kind vergeten.
En dat is het grote verschil met Saint-Exupéry: deze vergeet naast de nodige kritiek zeker niet het kind, in dit geval de Kleine Prinse. Hierdoor wordt
Le petit prince een prachtige, liefdevolle ode en geen bitter pamflet.
Het gevoel dat de schrijver een zeer persoonlijk verhaal vertelt, wordt versterkt door het feit dat hij schrijft dat hij het zelf heeft meegemaakt. Er zijn meer boeken waarin de schrijver een grote rol speelt. Zo komt
meneer Dick Laan vaak in zijn Pinkeltje-boeken langs en lees je in
Winnie-the-Pooh veel over
Milne. Slechts zeer zelden vond ik de rol van de auteur zo sterk als in dit werk. Dit heeft alles te maken met de eerdergeroemde oprechtheid van Antoine de Saint-Exupéry die van de pagina's spat.
Dit meesterwerk bevat prachtige, poëtische taal; schitterende gedachten; veel humoristische passages, zoals de zeer befaamde open en gesloten boa constrictors en ongekende psychologische en emotionele diepgang. De laatste bladzijden behoren zeker tot de mooiste en ontroerendste passages die ik ook heb gelezen.
Er zijn weinig werken waarvan ik zeggen kan dat ze mijn blik (hopelijk) voorgoed hebben veranderd, maar van
Le petit prince kan ik het zeker te zeggen - eigenlijk zoals De Saint-Exupéry al in het boek voorspeldt.
Dit is een boek dat ik nooit zal vergeten.