Commedia - Dante Alighieri (1321)
Alternatieve titels: La Divina Commedia | De Goddelijke Komedie
Italiaans
Gedichtenbundel
Historisch / Ideeƫnliteratuur
958 pagina's
Eerste druk: Johann Numeister & Evangelista Angelini,
Foligno (Italië)
Dante neemt de lezer mee op een tocht door het hiernamaals. Het verhaal van zijn reis speelt in de Paasweek van het jubeljaar 1300 en de eerste etappe die hij aflegt voert de diepte van de aarde in, door de hel (Inferno), waar hij naast mythologische figuren ook bekende en machtige mensen uit Toscane tegenkomt. Vervolgens beklimt hij de louteringsberg (Purgatorio), waar hij eveneens met vroegere hoogwaardigheidsbekleders spreekt. Zij worden gelouterd alvorens toegang te verkrijgen tot de hemel (Paradiso).
- nummer 42 in de top 250
het bespreekt, in prachtige zinnen {hoewel ik de oorspronkelijke Italiaanse versie helaas nog nooit in zijn geheel gelezen heb}, een enorm scala aan zaken, als filosofie, politiek, religie, literatuur en geschiedenis, natuurlijk betreffende het Italië in de middeleeuwen, terwijl Dante een symbolisch pad bewandeld op zoek naar zijn grote liefde Beatrice.
niet alleen inhoudelijk staat het bol van symbolisme: het werk is opgebouwd met behulp van een zorgvuldige toepassing van 'heilige' getallen; er wordt ook wel aan gerefereerd als 'architectuur'.
een uitgave met de prachtige platen van Gustave Doré is een aanrader.
ja, dat het saai is kan ik me goed voorstellen, omdat het in onze tijd minder veelzeggend is, en in verband met zijn politieke, religieuze, contemporaine meningen voornamelijk interessant voor hen die zich in het Italië van rond 1300 willen verdiepen, op welk gebied dan ook.
Mee eens, ik heb jaren geleden een vakantie in de Jura aan La Divinia Commedia gewijd: zat ik in een caravan, met 14 dagen regen en onweer een ware studie te verrichten. Na afloop vroeg ik me oprecht af wat het me had gebracht. Want mij sprak het niet echt aan, het was te ver van mijn bed. Wèl een mooi beeld van het gedachtengoed van die tijd.
Pas later toen ik De Kellner en de Levenden van Simon Vestdijk las zag ik onmiskenbaar raakvlakken met Dante Alighieri. Het was voor het eerst dat me dit overkwam wat me wel weer een gevoel gaf. Zelf ontdekken en ervaren dus, hoe oude werken latere schrijvers hebben gïnspireerd.
uit de literatuur ... Z'n Louteringsberg en Paradijs spreken me
echter minder aan. Zal het een dezer nog eens herlezen...
Dante's Hel was een plezier om te lezen. De tekst is heel beschrijvend, de conversaties met de vele historische en mythische figuren zijn interessant en er zit veel snelheid in de tekst.
De Louteringsberg vond ik al wat minder vooral doordat de vertelsnelheid wat zakt en er meer wordt uitgewijd. Maar toch bleef het grootste deel me erg boeien en werd ik regelmatig verwonderd door de prachtige rijm die Dante gebruikt.
Eenmaal aangekomen in het paradijs, ging ik nog eens goed zitten voor het slot. Maar het paradijs is voor mij een hel gebleken. De beschrijvingen maken hier plaats voor canto's vol met theologische en filosofische beschouwingen. Hierdoor was het toch nog flink ploeteren om het einde te bereiken. Ik kreeg ook sterk het gevoel dat Dante zichzelf begint te herhalen in dit stuk, vooral in de wijze waarop Dante zich in het paradijs gedraagd. De laatste vier canto's zijn dan wel weer prachtig.
Na het lezen was ik toch wel enigszins teleurgesteld over enkele facetten van het boek. En dan doel ik voornamelijk op de positie van Beatrice en het constante geworstel van Dante om van de klassieke en de christelijke wereld één te maken. Zo geeft hij allerlei mythische figuren een plaats in de hel en behandelt hij vele verhalen waarin de klassieke goden een belangrijke rol spelen, maar die klassieke goden worden vervolgens nergens in het spectrum van hel, louteringsberg en paradijs geplaatst. Ook de rol van Vergilius als gids vind ik uiterst curieus.
Maar ondanks dat blijft het een machtig werk dat zeker indruk achterlaat.
Ik twijfel erg tussen 3,5 en 4 sterren, maar door de historische betekenis van dit werk, heb ik uiteindelijk toch maar de 4 ingedrukt.
Als ik De Goddelijke Komedie niet tot persoonlijk Boekmeter leesproject had gebombardeerd was ik waarschijnlijk ergens halverwege de louteringsberg blijven steken. Wellicht was dat ook wel een passende plek geweest.
Nu echter is het in ieder geval gelukt deze klassieker helemaal uit te lezen. Daarbij valt op dat hoe hoger de ik-figuur opstijgt, des te verder het leesplezier wegzinkt. De analyse van PeterW over de blijkbaar sterkere aantrekkingskracht van de hel is aardig maar het ligt ook zeker aan de meer literaire kant van de zaak.
Dante begint zijn onsterfelijke tocht met beeldende beschrijvingen, persoonlijke ontmoetingen en aardse taferelen. Het Inferno-deel viel me daarom echt mee. Ook de hoeveelheid uitleg die nodig zou zijn om het gelezene te begrijpen is eigenlijk redelijk beperkt. Over het Purgatorio valt vervolgens weinig te zeggen omdat hier zowel de slechte als de goede aspecten van beide andere delen worden gecombineerd. Het Paradiso is namelijk een ware marteling. D. begint in het eerste canto al met beschrijven van 'licht', in canto 2 is dit vervolgens een helderder licht en daarna probeert hij in nog eens 31 canti steeds de overtreffende trap te vinden van licht en van het uitdrukken van zijn onvermogen dit licht weer te geven. Daarbij worden er voortdurend allerlei dogma's gepropageerd in zeer abstracte, soms moeilijk te volgen beschrijvingen. Ook het gelamenteer over Florence en de Paus, een trekje dat uit het Inferno is overgebleven, begint nu echt te vervelen. De uitleg aan het einde van de hoofdstukken neemt in dit gedeelte van de Komedie sterk toe in lengte maar de drang om deze te lezen was bij mij volledig verdwenen.
In het aantal sterren dat ik hier geef heb ik het gebrek aan leesplezier zwaar laten meewegen. Aan de andere kant moet ik zeggen dat De Goddelijke Komedie natuurlijk kwalitatief verder best wat te bieden heeft. Eén sterke troef is het ik-perspectief, waardoor het zelfs lastig wordt je voor te stellen dat Dante al schrijvende gewoon ergens in een huisje heeft gezeten zonder bijvoorbeeld centrale verwarming (of airco) en wellicht modder aan zijn schoenen had. Zo beeldend is het. Die algehele sfeer zal ik me blijven herinneren en is misschien wel de voornaamste reden dat dit boek door de eeuwen heen blijft aanspreken.
Aanraden zal ik De Komedie uiteindelijk niemand, daarvoor is het gewoonweg te saai. Maar het Inferno valt altijd te proberen.
[Ik las de metrische vertaling van Rob Brouwer uit 2001-2002, die parallel ook de Italiaanse tekst bevat. Voorafgaand aan elk canto wordt een synopsis gegeven waardoor je de algehele lijn wat makkelijker volgt (met name in het laatste deel wel handig). Na een canto wordt achtergrond-uitleg gegeven betreffende de personages en verwijzingen uit de tekst. Meestal is dit redelijk relevant.
Voor zover ik dat kan beoordelen is het al met al een goede vertaling met dito uitleg, een knappe prestatie van Brouwer.]
Dat zelfde geldt voor de schilderijen van Jeroen Bosch. Diens helse schilderijen zijn ook veel interessanter dan de hemelse.
Bosch schilderde toch vooral hemel en hel binnen hetzelfde schilderij.
Bosch schilderde toch vooral hemel en hel binnen hetzelfde schilderij.
Nee hoor, die waren gescheiden, maar konden wel samen onderdeel van een triptiek zijn.
Als literair bouwwerk is het van een uitzonderlijke schoonheid. Veel symmetrie, tegenstellingen en symboliek; maar uiteindelijk ook gewoon een verhaal dat zich van A naar B ontwikkelt. Hel wordt vaak het meest amusant gevonden en Paradijs de grootste opgave. Ik kan niet anders dan het als een geheel zien. Hel is aards, naar het idee dat zondaars teveel bezig zijn met het aardse bestaan. Daardoor het meest beeldend en verhalend. Louteringsberg symboliseert de boetedoening voor de aardse zonden; de aandacht wordt verlegd naar het hemelse. In Paradijs wordt het aardse totaal losgelaten. Zowel fysisch (het ruimtelijk begrip is abstract en er komen enkel zielen voor) als inhoudelijk; geen verhalen meer, in het Paradijs gaat het om kennis. Je krijgt hier een goed idee van het theologische debat van de Middeleeuwen (en en passant via welke denkers sinds de Grieken zich dat ontwikkeld heeft). Paradijs waardeerde ik om 2 redenen: als afsluitend deel krijg je hier pas werkelijk zicht op de Komedie als geheel. Maw: de reden dat Paradijs is zoals het is, ligt voor een groot deel besloten in de voorgaande delen. En ik was onder de indruk van hoe Dante in dit deel zijn religieuze ervaring neerzet. Ook al is het middeleeuws en staat het ver van de moderne lezer, het komt zo krachtig op me over dat het moeilijk voor te stellen is dat iemand na het schrijven hiervan zijn alledaagse beslommeringen weer oppakt. Ergens wel passend dat hij kort na voltooiing overleed. Maar wat een genie, ik neem mijn hoed er diep voor af.
Is dit werk nu een aanrader? Je moet geen bezwaar hebben tegen afstandelijkheid (hoewel ik met name Paradijs op een bepaalde manier dramatisch en persoonlijk vond). Om het even naar filmtermen te trekken: De Goddelijke Komedie is de 2001: A Space Odyssey van de literatuur. Een poging alle grote thema’s in één alomvattend werk te passen, in een totaal revolutionaire vorm. Een compromisloos werk ook: behalve veel genieten is het af en toe ook gewoon afzien, bijvoorbeeld als er weer eens wordt begonnen over Welfen en Ghibellijnen. Van belang zijn een vlotte vertaling en een uitgebreid notenapparaat. De vertaling van Cialona en Verstegen voor Athenaeum is uitstekend. Lees de proloog (het 1e van in totaal 100 canto’s); bevalt dat, dan zul je je aan de rest ook geen buil vallen.
Men rolt van het ene boek in het andere. Dit boek heb ik gelezen naar aanleiding van Boccaccio's Decamerone. In het nawoord was te lezen dat Boccaccio veel inspiratie uit La Divina Commedia van Dante heeft gehaald. Geïnspireerd door dit nawoord ben ik dit boek maar eens gaan aanschaffen - en lezen natuurlijk. Misschien is dit tot nu toe wel de taaiste literatuur die ik voorgeschoteld heb gekregen, maar het was een prachtwerk.
Dante neemt je mee op een epische reis door hel, vagevuur en hemel. De opening belooft al veel goed. Met zichzelf en Vergilius in de hoofdrol beginnen ze in de 10 hellekringen, helemaal tot aan Satan toe. Het is schitterend beschreven en het eerste deel van dit boek is fenomenaal. Dante weet de hel inspirerend op je over te brengen. Het leukste van alles vind ik nog dat ons huidige denkbeeld van de hel vooral gebaseerd is op dit deel van La Divina Commedia.
Naarmate de weg vordert en Dante en Vergilius op de Louteringsberg aankomen zwak het verhaal ietsje af. Er komen meer conversaties en herhalingen in voor, die soms lastig te doorklieven zijn. Toch weet ook deel 2 te boeien, en is het allemaal schitterend beschreven.
Ik had mij het meest verheugd op de finale in de hemel. Vergilius is inmiddels de revue gepasseerd en Beatrice heeft zijn plek ingenomen. Naast de schitterende beschrijvingen over de hemel komen er veel taaie theologische uiteenzettingen voorbij. Boeiend voor de geïnteresseerde, onmogelijk door te komen voor de lezer die louter op zoek is naar vertier.
Dante's schrijfstijl is mooi, boeiend, maar lastig en zit vol met verwijzingen. Zowel theologische, als mythische als astrologische reverenties maken het verhaal soms lastig om te volgen. Gelukkig heeft de vertaler meerdere voetnoten toegevoegd, anders ben je de draad zo kwijt. Af en toe bestond een pagina zelfs uit meer voetnoten dan daadwerkelijke tekst. Deze schrijfstijl is indrukwekkend, maar lastig. Je moet er dan ook goed de tijd voor nemen om dit boek te voltooien.
Dante's werk is schitterend. De literaire waarde die het heeft gekregen tilt het boek naar een nog hoger niveau, en eigenlijk moet je hem een keer gelezen hebben. Dante is geïnspireerd door Vergilius, dus misschien is de Aeneïs een volgend boek dat ik kan gaan lezen:)
4*
Beeldspraak is iets waar schrijvers kundig mee om moeten gaan, of anders maar beter helemaal kunnen mijden. Dante gebruikt dit rijkelijk en met meesterlijke hand. Des te opmerkelijker, omdat je zou denken dat de wereld waaruit hij put voor zijn beelden en gelijkenissen een totaal andere is dan die van de hedendaagse lezer. En toch heb ik zelden zo vaak vergenoegd genoten van een treffend gevonden beeldspraak. Dante haalt de gelijkenissen voor een groot deel uit de natuur; wat moet hij een scherp observator geweest zijn. Vooral het gedrag van vogels wordt vaak ter vergelijking aangehaald:
Als vogels die, in zwermen opgestegen,
Nijlwaarts, op milder winterzon gericht,
Zich in een rij steeds sneller voortbewegen,
Zo wendden nu de schimmen het gezicht
Om eensgezind hun schreden te versnellen,
Boetvaardig, mager, en dus vederlicht.
Het beeld van een groep schimmen op de Louteringsberg als een zwerm vogels is mooi gevonden, maar is op zichzelf redelijk betekenisloos. Bij de meeste schrijvers zou het daar dan bij blijven. Bij Dante zit er vaak een extra gelaagdheid in de vergelijking. In dit geval de referentie aan de zon, die weer een symbool is voor Gods genade; nu is een vergelijking van de schimmen met de vogeltrek naar het zuiden preciezer te begrijpen.
De gelijkenissen zijn in meerdere opzichten functioneel, want ik had me eerder niet zo gerealiseerd dat het hele verhaal zich anders geheel in een denkbeeldig vacuüm zou afspelen. De talloze vergelijkingen maken dat de middeleeuwse realiteit alsnog in gedetailleerde vorm de huiskamer (of waar men het boek dan ook mag lezen) binnenrolt. En frappant genoeg blijkt die vaak maar al te herkenbaar…
Af en toe neemt Dante zichzelf schertsend de maat in zo’n vergelijking:
Terwijl ik naar de groene kruin bleef kijken,
Gelijk een vogelaar die op zijn wacht
De tijd in loos verlangen laat verstrijken,
Sprak hij die ik meer dan een vader acht:
‘Kom zoon! De tijd die ons is toegemeten,
Dient nuttiger te worden doorgebracht.’
En ergens in de hel komen we Dante een keer tegen die het wel een beetje zat is en nukkig tegen een uit de grond stekend hoofd aantrapt. Het is een al te menselijk personage, die verteller. Dat maakt zijn tocht en de groei die hij doormaakt mede zo fascinerend, hoewel zijn belevingswereld zo totaal anders is dan die van de hedendaagse lezer. Je zou kunnen zeggen dat het personage Dante een pop is in het poppenspel van de schrijver Dante, niet meer dan middel om theologische ideeën uiteen te zetten. Maar het voelt toch heel oprecht, het zelfonderzoek dat we hier neergepend zien. Geen enkele schrijver zou het zonder ironie nog aandurven te schrijven over de vervolmaking van zichzelf als mens, zoals Dante dat hier poogt. Maar juist dat is ook het oprechte. Het vanuit een wezenlijke overtuiging compromisloos dóórdenken van de consequenties voor het eigen zijn. Dat Dante daarbij tot hele andere antwoorden komt dan de gemiddelde lezer is zeker waar. Dat hij lezers toch mee kan slepen in zijn visie is een teken van zijn grote schrijverschap.
Verder maakt dit driedelig werk de verwachtingen waar. Ik las het werk niet in de oorspronkelijke dichtvorm, maar in prozavertaling dus kan niet met zekerheid zeggen hoeveel van de oorspronkelijke schrijfstijl is overgebleven. Wel is de tekst erg vloeiend geschreven, zeer leesbaar, wat geen evidentie is voor laatmiddeleeuwse literatuur. Dante neemt de lezer mee op een tocht naar het hiernamaals, inclusief een spannende afdaling langs alle krochten van de hel. In een erg sfeervolle verteltrant bevat het boek snijdende kritieken op de eigen tijd, op de machthebbers en de moraal en bovenal geeft het een inkijk in de laatmiddeleeuwse ideeën rond het leven na de dood. Meer nog over zijn tijd, geeft dit werk een inkijk in het hoofd van de auteur, een man verstoken van gemoedsrust, zwevend tussen angsten en hoop. Dante's Goddelijke Komedie bevindt zich op het kruispunt van middeleeuwen en renaissance. De lezer raakt bevangen door de fantasie, de intellectuele rijkdom en de vroomheid van de auteur.
Hoe zouden we eraan kunnen twijfelen dat elkeen die poogt om dit werk te censureren een plaatsje reserveert in de achtste cirkel van Dante's inferno?
Degene die ik las was de prozavertaling van Frans van Dooren. Daar vond ik geen leesfragment van, dus bij dezen:
Degene die ik las was de prozavertaling van Frans van Dooren.
Deze prozavertaling heb ik ook gelezen. En is me goed bevallen!
De vertaling van Cialona en Verstegen lijkt me ook fantastisch, dus die zal ik vast ook nog een keer aanschaffen. En dan wil ik deze erbij hebben liggen!
Volgens mij ga je daar alleen maar meer van genieten. De kadans en rijm van zo’n vertaling die het poëtische stramien volgt, geeft nog meer dimensie aan de leeservaring. Wat zou ik het werk graag in de originele taal willen kunnen lezen…
Het prentenboek van Doré kocht ik ooit in een kringloopcentrum, maar heb het nog nooit in durven kijken. Bang dat het mijn eigen fantasieën over de zo beeldend beschreven werelden zou beïnvloeden…
Het prentenboek van Doré kocht ik ooit in een kringloopcentrum, maar heb het nog nooit in durven kijken. Bang dat het mijn eigen fantasieën over de zo beeldend beschreven werelden zou beïnvloeden…
De prenten van Doré zouden mij ook hinderen bij het lezen... Het is al zo beeldend van zichzelf.
Het 'leukste' vond ik de slappelingen die in het leven nooit een keuze gemaakt hebben en daarom niet eens de hel in mogen; de hel is immers een plaats van loutering, waar je een lange weg van het duister naar het licht moet / mag afleggen, iets wat in míjn opvoeding niet zozeer naar voren kwam - in de hel brand je voor eeuwig, that's it. Heel saai, eigenlijk.
Ik heb het boek nog een tijdje laten liggen lonken in een hoekje, maar vandaag heb ik 'm opgeborgen en zit ik te denken of ik het binnenkort misschien weer wat minder groots (qua pagina's dan toch zeker) ga aanpakken (als vanzelf kwam 'Kaas' in me op, we zullen zien).
Geen cijfer natuurlijk. Misschien ooit nog eens...
Maar, en er is dus echt één grote maar, het leesplezier was hier niet echt aanwezig. Soms krijg ik leesplezier vanwege de inhoud (denk aan Ovidius' Metamorphoses waar die inhoud wel bleef boeien, ook al was dat geen meeslepend boek bijvoorbeeld) maar in dit werk had ik dat niet. Het Inferno is nog wel leuk om te lezen, maar de hele Komedie wordt steeds minder en minder. Dante gaat uiteindelijk hele canto's aan één gevoel wijden. Knap en mooi, maar veel te veel van het goede. En hoezeer ik ook alles goed in elkaar vind zitten blijft dit wel binnen de grenzen van poëzie waardoor dit nergens meeslepend wordt of echt boeiend, ondanks dat de inhoud dat an sich wel is. Ik kan me goed vinden in de conclusie van eRCee dat het leesplezier hier een hoge waardering in de weg zit.
Al met al heb ik hier enkele maanden over gedaan. Soms één Canto per dag, soms meerdere, soms dagen helemaal niets maar steeds als ik tijd en zin had. Sowieso na een paar Canto's was ik het ook wel zat, dus voor mij werkte dit goed. Het is ook geen meeslepend werk, dit kan je makkelijk even laten rusten. En dat vaak per Canto een bepaald onderwerp wordt behandeld helpt daar ook aan mee dat je dit echt per Canto lezen kan.
Ik heb dit boek gelezen in een vertaling die in ieder geval de rijmvorm vasthoudt en vrij goed leest, hoewel het af en toe wel hort en stoot en het Italiaans, als je dat hoort, sowieso nergens benadert qua soepelheid. Achterin stond steeds een samenvatting die ik eerst las, om zo toch wat duidelijker allerlei referenties te snappen al tijdens het lezen. Dan was er bij elke zin ook zo ongeveer nog een voetnoot geschreven, maar dan zou het meer een studie worden en dat werd me iets te veel van het goede ook al stonden er boeiende dingen in (gebaseerd op enkele die ik weleens las). 3,0*.