
Absalom, Absalom! - William Faulkner (1936)
Engels
Sociaal
378 pagina's
Eerste druk: Random House,
New York (Verenigde Staten)
Het levensverhaal van Thomas Sutpen wordt verteld door vier verschillende vertellers. Thomas Sutpen arriveert in 1833 in Jefferson, Mississippi. Hij is een enigmatische figuur die nooit veel onthult over zijn verleden of zijn redenen om Jefferson als nieuwe woonplaats te kiezen. Hij komt met een groep "wilde" slaven (waarschijnlijk uit Haïti), een Franse architect en bouwgereedschappen. De geruchten bouwen zich op rond de mysterieuze Sutpen. Twee jaar later is zijn plantage voltooid, maar leeg. Maar op een gegeven moment wordt zijn relatie met de gemeenschap beter. Dan vraagt hij tot ieders verrassing Ellen Coldfield ten huwelijk...
"[...] they kilt us but they aint whupped us yit, air they?"
Het eerste dat opvalt aan dit boek is de eindeloze brei aan woorden die zich aaneenrijgen tot ongekend lange, ingewikkelde en de meest prachtige zinnen. De overheersende verteltechniek die hierbij wordt gehanteerd is een hoge mate van ‘Stream of Consciousness’, en daar moet je van houden. Structuur wordt hier grotendeels losgelaten. Gedachten en gevoelens worden onsamenhangend weergegeven, heden en verleden(s) verschuiven abrupt, alsof je letterlijk in iemands hoofd zit. In het begin van een leessessie las ik daardoor vaak hele zinnen en soms zelfs hele stukken opnieuw. Gaandeweg de rit raakte ik echter gehypnotiseerd door de woordenstroom en las bladzijden en bladzijden aan een stuk door terwijl de wereld om me heen langzaam verdween. Op dat moment BEN je echt even het verhaal.
Het tweede bijzondere aan dit boek is de structuur. Dat begint eigenlijk al bij het eerste hoofdstuk waarin het gehele verhaal uit de doeken wordt gedaan, hetzij in grote lijnen. En geloof me: dat verhaal neemt epische proporties aan (ik bedoel hier serieus Bijbelse proporties). De overige 8 hoofdstukken dienen om de gebeurtenissen verder uit te diepen, en de wijze waarop dat gebeurd vind ik briljant. Het verhaal wordt namelijk gereconstrueerd op basis van de herinneringen van meerdere personages die, door verschillen in afstand en emotionele betrokkenheid tot de gebeurtenissen, in grote lijnen hetzelfde vertellen en elkaar aanvullen, maar in de details toch in tegenstrijdigheden vervallen. Als deze reconstructies vervolgens beinvloed worden door gebeurtenissen in het heden, stijgt dit boek echt naar ongekende hoogtes.
Het resultaat van deze optelsom is een grote psychologische en avontuurlijke puzzel waarin het ware verhaal met veel geduld stukje voor stukje in elkaar wordt gezet. En ook daar moet je van houden. Het vergt een grote mate van acceptatie dat veel van het verhaal vooral in het begin gewoon niet te bevatten is, en dat veel van wat er nou werkelijk is gebeurd zelfs aan het einde nog niet volledig opgehelderd is. Het zelf construeren van dit verhaal zorgde bij mij in ieder geval voor grote vreugde. Alsof je een landschap van Jheronimus Bosch aanschouwt die, eerst bevangen door een dikke mist, gaandeweg opklaart, maar waarin je nog steeds niet goed kan ontwarren wat zich nou allemaal in de achtergrond afspeelt. En wat een kunstwerk zie je dan! Als je daar verder het diep psychologische en filosofische inzicht bij optelt waar dit doek mee doordrenkt is, hoef ik alleen nog maar te eindigen met de quote op de achterkant van het boek: ‘Een duizelingwekkend verhaal waarvan je bijna niet kan voorstellen dat het door één mens uitgedacht en opgeschreven is. Groots en meeslepend.’
En o ja: ga je Faulkner lezen, lees dit boek dan eerder dan Het Geluid en de Drift. Ondanks dat die laatste eerder is geschreven, kan dit verhaal toch op vele vlakken als de opvolger van Absalom Absalom! worden gezien. De gebeurtenissen uit dit boek maken de gebeurtenissen uit het Geluid en de Drift nog intenser!

Ik heb de oude vertaling van John Vandenbergh en van zijn hand heb ik ook The Sound and the Fury (Het geraas en gebral) gelezen en ook Licht in Augustus. Nu is The sound and the Fury dus opnieuw vertaald door Bartho Kriek en verschenen als Het geluid en de drift.
Ik heb de indruk dat het wat toegankelijker is in deze vertaling en daarom overweeg ik om Absalom, Absalom! ook in de vertaling van Kriek te lezen.

Van Rien Verhoef heb ik de vertaling van As I Lay Dying gelezen en die vond ik erg mooi!
Licht in augustus is in de vertaling van John Vandenbergh best te doen. Deze roman is wat makkelijker qua vorm. En John Vandenbergh heeft ook wel een bijzonder taalgevoel. Dat leidt soms wat af, maar hier valt het wel op z'n plaats allemaal.
Absalom, Absalom! ga ik zeker lezen in de vertaling van Bartho Kriek. Al was het alleen maar vanwege het grotere lettertype. Bedankt voor de aanmoedigingen...ik zal het nodig hebben



De vertelkunst is als thema ook doorgevoerd in de structuur van de roman: er zijn personages aan het woord die deelnemer waren aan de vertelde gebeurtenissen, personages die aan de zijlijn meekeken, maar ook personages van latere generaties, die als het ware doorvertellen wat zij verteld hebben gekregen. Op deze manier toont Faulkner de ontwikkeling die een verhaal in de loop der tijd doormaakt. Waar bijv. de directe deelnemers zelf het totale plaatje missen en hun perspectief gekleurd is door de eigen ervaring, is de latere generatie veel reflexiever maar ook speculatiever over de gebeurtenissen.
Hoewel Faulkner met al dit soort ingrepen een perfect begrip van het fenomeen vertelkunst aan de dag legt, kun je toch niet zeggen dat AA daarmee dicht bij een bepaald soort realisme raakt. Het taalgebruik is bijvoorbeeld tegelijkertijd ongepolijst maar ook vol woorden waar zelfs mijn zakwoordenboek het antwoord op schuldig moest blijven. En dat gebezigd door (soms) ongeschoolde personages. Het lijkt wel één van de tactieken om een rookgordijn op te werpen die het de lezer moeilijk maakt grip te krijgen op het verhaal. Uiteindelijk is het punt natuurlijk dat een keten aan gebeurtenissen zich niet werkelijk kan laten kennen. Nou, een gevoel van tekortschieten in begrip is precies wat je als lezer bijblijft…
Om toch iets over het verhaal te melden; dat vond ik bepaald een minder geslaagd onderdeel van de roman. Veel toevalligheden (of beter gezegd: niet nader verklaarde zaken) die een tamelijk bizarre plot met een hoog soapgehalte maken. Een soap, of een tragedie rond Griekse goden en godinnen misschien, want mythologisering is ook onderdeel van Faulkners kijk op vertelkunst. Maar ja, die goden en godinnen waren met hun primitieve ideeën en verlangens al niet de meest boeiende figuren, en dat geldt voor deze personages wat mij betreft ook. Hierin legt AA het af tegen The Sound and the Fury, die ik alles bij elkaar nog net iets hoger waardeer.

Ik ben nog niet ver gevorderd, maar de moeilijkheidsgraad van het werk valt me tot nu toe erg mee. Het enige lastige zijn de vele namen en familieverbanden, maar in de vertaling van Bartho Kriek staat achterin het boek wat uitleg en een soort van een stamboom die een welkome hulp is om de boel uit elkaar te houden.
Omdat ik ook de vertaling van John Vandenbergh heb ben ik al een paar maal geswitcht op momenten dat ik iets niet goed begreep. De verleiding was groot om met de uitstekende vertaling van Vanderbergh verder te gaan, maar ik heb toch vanwege de leesbaarheid besloten het bij Kriek te houden.
Ik verwacht dat het moeilijkste nog gaat komen, maar na de veelbelovende eerste hoofdstukken heb ik een groot verlangen de diepte in te duiken...
Ja de zinnen zijn weer prachtig en soms kom je dan iets tegen waar je over na blijft denken:
En behalve architect, zoals generaal Compson had gezegd, ook kunstenaar omdat alleen een kunstenaar die twee jaar had kunnen uithouden ter wille van de bouw van een huis dat hij ongetwijfeld nooit meer verwachtte en beslist ook nooit meer van plan was terug te zien.
Misschien bedoelt Faulkner dat een kunstenaar na voltooiing van een gebouw, schilderij of een roman, het eindresultaat niet meer hoeft te zien omdat hij na het loslaten van het gemaakte werk het beeld ervan in zich mee draagt... en dat de voorafbeelding ervan al voordat hij er aan begint in hem aanwezig is.

Iets lezen in de orginele taal vanwege de sfeer en cadans van de zinnen zonder het te begrijpen vind ik onzinnig.
Ik heb ook een Engelse uitgave (en twee vertalingen...ha,ha) en daar lees ik af en toe een stukje in, maar wel nadat ik de vertaling heb gelezen. Mijn beheersing van het Engels is nu eenmaal onvoldoende, maar na de vertaling daarintegen gaat het me goed af. En het is fijn om er dan iets van te proeven...
Er is een Nederlandse vertaling door Bartho Kriek, maar ik las de Engelstalige versie. In mijn videorecensie zeg ik trouwens heel fout dat dit boek uit 1932 komt, maar dat moet natuurlijk 1936 zijn. Dat had ik even verkeerd in mijn hoofd en geen tijd en zin meer om dat te veranderen.
De roman verhaalt over de opkomst en teloorgang van Thomas Sutpen. Sutpen arriveert op een dag met slaven en een architecht in Jefferson, Mississippi en bouwt een groot landhuis en een grote plantage. Hij trouwt, wordt steeds meer geaccepteerd door het stadje, maar raakt uiteindelijk alles kwijt, inclusief zijn goede naam.
Vond het zowel wat betreft schrijfstijl, compositie en thematiek een erg indrukwekkend boek. Dit is echt een boek om te slowreaden en waarbij het waardevol is om na ieder hoofdstuk even opnieuw de balans op te maken. Het verhaal wordt namelijk door verschillende personen, in flarden verteld en ieder hoofdstuk krijg je stukje bij beetje een beter beeld van Sutpens levensverhaal.
In mijn videorecensie heb ik het verder nog over de interpretatie en thematiek van het boek. Tijdens het maken van die video merkte ik door over het boek te praten pas eigenlijk hoeveel indruk het boek op me had gemaakt. Ik vind een stemverhoging dan ook wel op zijn plek.
Videorecensie