Kar - Orhan Pamuk (2002)
Alternatieve titel: Sneeuw
Turks
Streek/Familie
471 pagina's
Eerste druk: İletişim,
Istanbul (Turkije)
De dichter Ka, die twaalf jaar als banneling in Duitsland heeft gewoond, keert terug naar Turkije. Hij raakt verzeild in het noordoosten, waar de winters ijzig koud zijn. In de grensstad Kars doet hij een onderzoek naar de lokale verkiezingen, en ook over de golf van zelfmoorden die zich voordoet onder vrome jonge meisjes is hij van plan een reportage te schrijven. Ka raakt verstrikt in een web van leugens en roddels, maar tijdens zijn verblijf in Pension Sneeuwzicht, dat wordt gedreven door mijnheer Turgut en diens mooie dochters Ipek en Kadife, voelt hij dat ook voor hem het geluk weggelegd zou kunnen zijn.
- nummer 246 in de top 250
De oplossing was dus om eens een ander boek van hem te lezen, en kijk, het is zowaar een klein meesterwerk gebleken! De flaptekst (die ook hierboven staat denk ik) zegt eigenlijk helemaal niks over de inhoud, en dat is misschien zelfs goed, want het verlost het boek wat van de stempel van 'politieke roman' die het anders waarschijnlijk opgeplakt zou krijgen. Terwijl het boek veel meer is dan dat, absoluut.
Wat me het meest opgevallen is, is de enorme psychologische diepgang waarmee Pamuk de drijfveren van zijn personages uitlegt. Hij doet dat zelf, waar dit in de meeste boeken impliciet aanwezig is, en dat leidt ertoe dat je als lezer de tijd krijgt om er veel mee over na te denken. Het belangrijkste gevolg hiervan is dat je voortdurend zit te letten op de dubbelzinnigheid die alle relaties en dialogen in het boek kenmerkt: iedereen heeft zijn eigen beweegredenen en interpretaties van de gebeurtenissen en van elkaar, en door die zo gedetailleerd te beschrijven komt het conflict ertussen erg naar voren, terwijl dat in de relaties zelf veel minder opvallend zit omdat het in de mens ingebakken zit rond conflicten te praten en ze te verdoezelen.
Maar goed, dat is maar een van de vele thema's die me in het boek zijn opgevallen. Uiteraard gaat het ook (en vooral) over de hedendaagse politieke en religieuze situatie van Turkije en hoe de mensen daarmee omgaan. Opvallend hierbij is dat je als westerse lezer paradoxaal genoeg een mooier beeld gaat vormen van de islamistische partij, die zijn idealisme en vastberadenheid op een redelijk eerlijke manier in resultaten probeert om te zetten, terwijl bij de 'democratische', westerse partijen egoïsme en arrogantie de toon voeren. Dat komt ook naar voor in het contrast tussen het (egoïstisch) zoeken naar geluk (in de vorm van liefde) van Ka, de hoofdpersoon, en het veel zuiverdere religieuze verlangen van sommige van de eerder fundamentalistische personages. Zo zwart wit is het nu ook niet, maar het viel me toch op, en ik vraag me nog steeds af wat Pamuk hiermee wilt bereiken. Is het pure ironie, of eerder een verregaande poging tot nuancering? Gezien zijn eigen positie vermoed ik eerder het eerste, maar hij bereikt beide, en dat is eigenlijk ook erg knap.
Zonder het volledige boek te willen analyseren wil ik nog even de aandacht brengen op de prachtige rol die kunst en cultuur in al dit politiek-religieus geweld krijgen. Poëzie uiteraard in de gedichten die Ka schrijft (maar die de lezer nooit te lezen krijgt, nog zo'n schitterende vondst), maar ook de enorme kracht van theater zit mooi in het boek vervat.
Leuk is ook dat Pamuk zelf als personage het boek binnensluipt naar het einde toe, als ik-persoon en verteller, een handige kunstgreep omdat de eigenlijke hoofdpersonen wat verweesd zijn achtergebleven (als ze het al overleefd hebben), maar ook erg mooi gedaan, uiteindelijk is de schrijver altijd aanwezig in zijn boeken, maar door die relatie zo expliciet te maken krijgt het boek meteen een extra dimensie.
Dit wordt weer veel te lang, afsluiten dus: een knap en krachtig boek waarvan ik de eigenlijke ambitie niet zo goed kan omschrijven, maar dat me absoluut geraakt heeft (ik heb nog helemaal niks gezegd over de schitterende liefdesrelaties die in het boek zitten!) en heeft doen nadenken over de politieke situatie in Turkije, die bij ons misschien toch wat al te gemakkelijk wordt afgedaan als een zwart-wit conflict. 4.5 sterren!
Mooie motieven zijn er te over. Denk aan de relatie tussen fictie (soms kunst) en werkelijkheid, wat onder andere naar voren komt in toneelvoorstellingen met dodelijke afloop en nieuwsberichten over de gebeurtenissen van morgen, maar ook in de gedichten van Ka.
Inhoudelijk is Sneeuw bijzonder interessant. Pamuk geeft inzicht in allerlei cultureel-sociale stromingen in Turkije, die zeer divers gestemd zijn zolang het interne kwesties betreft maar betrekkelijk uniform als het om een visie op 'het Westen' gaat. Een van de mooiste hoofdstukken van de roman schets de geheime bijeenkomst van een aantal groeperingen die een verklaring willen opstellen voor een duitse krant. Nergens blijkt duidelijker dat alle personages hun eigen, individuele overtuiging hebben: er is geen enkele overeenstemming te bereiken. Leerzaam, denk je dan. Tot de schrijver een van zijn personages op de laatste bladzijden van het boek elk inzicht dat je dacht verworven te hebben weer laat relativeren.
Het is allemaal erg knap gedaan. Voortdurend dacht ik: "wat een goed boek zeg", zonder dat het nu heel erg raakt overigens. Dat kan ook haast niet anders bij zo'n onderkoeld geheel. Ik ben ervan onder de indruk. 4*
Ik heb mezelf de opdracht gegeven Sneeuw van Orhan Pamuk te lezen. Eerder strandde ik al in een ander boek van Pamuk en bij Sneeuw wilde ik niet dat me hetzelfde overkwam. Het is een rare ervaring, want Pamuk schrijft prachtig en zijn vertellingen zijn intrigerend. Toch is zijn werk niet eenvoudig doordringbaar. En juist omdat ik het zo mooi vind, zo anders en zo rijk, vreesde ik ook in dit boek te zullen blijven steken.
Het klinkt niet als een aanbeveling, maar zo was wel mijn leeservaring. Pamuk moet je met mate tot je nemen. Gelukkig zijn de hoofdstukken in Sneeuw kort, waardoor het boek zich er goed voor leent om die in behapbare brokken te consumeren. Anders raak je overvoerd, mis je de schoonheid van de taal of vermeng je de vele personages. En dat zou zonde zijn, want als je Pamuk goed op je laat inwerken, krijg je er een fantastische leeservaring voor terug.
In Sneeuw keert de dichter Ka na twaalf jaar ballingschap in Duitsland terug naar zijn moederland, Turkije. Hij is daar voor een journalistieke klus. In het stadje Kars, diep in het oosten van het land, woedt vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen een heftige strijd om de hoofddoek. Van overheidswege wordt de hoofddoek steeds meer teruggedrongen, onder meer uit het onderwijs. Maar veel diepgelovige moslims, en vooral moslima's, verzetten zich hiertegen.
Ka wil hiervan verslag doen voor de krant. Intrigerend aan deze stad is het zeer hoge aantal zelfmoorden onder de hoofddoekdragers. Wat drijft deze jonge vrouwen? Staan zij onder druk van de mannelijke religieuze leiders? Of is dit hun eigen initiatief? Waarom verkiezen ze de dood boven het afwerpen van dit religieuze symbool? En waarom slagen hun families er niet in de meiden van deze daad te weerhouden? Kopiëren de vrouwen elkaar alleen maar, of zit er werkelijk een diepgewortelde overtuiging achter?
Ka wil het allemaal uitzoeken. Maar, hij heeft een dubbele agend. In Kars hoopt hij een vrouw voor zichzelf te vinden. En al snel weet hij dat Ipek, de dochter van de hoteleigenaar, die ware is.
De schrijver Pamuk is zelf aanwezig in dit boek. Hij voert zichzelf op als de verteller van Ka's verhaal, enkele jaren na dato. Pamuk is niet alleen de alwetende verteller, zoals alle auteurs dat zijn, hij speelt soms ook een actieve rol als personage in zijn eigen roman. Dat maakt dit verhaal op slag authentiek. Daar komt bij dat Ka als journalist te werk gaat en daarom reden alle partijen in dit politiek-religieuze conflict te ontmoeten. Dat leidt ertoe dat de hoofdpersonage een bonte verzameling mensen aan zich voorbij ziet trekken, van overheidsdienaars tot fanatieke moslimterroristen (of vermeende, dat is de vraag).
Maar Ka slaagt er niet in een afstandelijke beschouwer te blijven. Al snel wordt hij speler in het verhaal en sleuren de anderen hem mee. Maar partij kiezen doet hij nergens. Dat maakt dit boek overigens ook erg krachtig. Ka lijkt dan misschien een windvaan die het met iedereen goed kan vinden, maar als vehikel voor deze politieke roman is hij zeer geschikt. Voor de argumentatie van elke partij is wel iets te zeggen, zo lijkt Pamuk ons te willen vertellen. En gemakkelijk is de afweging ook niet. Want religie is te privé en te particulier om zomaar aan de staat over te laten.
Ipeks vader verbeeldt dat ook. Hij is absoluut niet religieus en is geen voorstander van de hoofddoekjes. Maar slaafs de overheid volgen, vindt hij zo mogelijk nog erger. Uiteindelijk is hij een rebel en kan hij desnoods aan de kant van de geloofsfanatici gaan staan, om samen tegen een overheersende overheid ten strijde te trekken. Tja, zo ingewikkeld maakt Pamuk deze kwestie.
In 468 pagina's heeft Pamuk heel wat te vertellen. Samen met Ka laat hij ons insneeuwen in dit afgelegen oord. De vallende sneeuw stemt melancholisch, maar bedekt ook veel dat we eigenlijk aan de oppervlakte willen krijgen. Al het rumoer in dit boek wordt gedempt door die immer vallende sneeuw en Ka blijft deze weersomstandigheid dan ook steeds benoemen. Zolang het boek duurt, bestaat de buitenwereld eventjes niet en daardoor ben je met Ka even helemaal ondergedompeld in deze stad met deze nijpende kwestie.
Pamuk is een prachtige verteller. Je moet je aandacht erbij houden, maar dan ontdek je een geweldige combi van een westerse en een oosterse schrijfstijl. Voor je idee lees je een gewone moderne roman, maar de vertelkunst doet toch weer onwesters aan. Personages zeggen niet zomaar iets, nee ze vertellen een verhaal, soms zelf letterlijk. De liefde van twee moslimsjongens voor de zus van Ipek komt in een prachtige alegorische duizend-en-een-nachtvertelling tot je. Daar neemt Pamuk dan ook goed de tijd en de ruimte voor.
De structuur van Sneeuw is onwaarschijnlijk knap. Het verhaal waaiert uit, aanvankelijk alsof het gaat ontsporen. Het aantal lijntjes en personages neemt in het begin rap toe. Maar gaandeweg voel je dat Pamuk to the point blijft. En aan het eind komt het als in een klassieke roman toch weer mooi samen. Bij het dichtslaan van het boek heb je zowel een politieke roman als een culturele ontdekkingsreis achter de rug, en daarbovenop een klassiek liefdesverhaal.
In sommige hoofdstukken kwam ik er wel moeilijk door heen, maar ondanks dat vond ik het een mooi boek om te lezen. Misschien was het boek krachtiger geweest wanneer het in de ik-vorm was geschreven, dus door Ka zelf. Ook vond ik het jammer dat ik als lezer geen kennis had gemaakt met de inhoud van Ka’s gedichten.
De eenzaamheid van Ka en zijn liefde voor Ipek daarentegen maakten het boek wel heel aantrekkelijk.
Hoofdpersoon Ka, de verwijzing naar Kafka had natuurlijk niet directer kunnen zijn, komt terecht in een wereld waar ieder zijn eigen agenda heeft en hierdoor is het voor Ka (en voor de lezer) moeilijk te bepalen wie hij kan vertrouwen. Ka stapt hier echter met open vizier in, zolang hij niets weet, spreekt hij namelijk met iedereen. Dit blijkt een redelijk veilige tactiek om te overleven in het woelige Kars dat geteisterd wordt doot politieke, religieuze en culturele meningsverschillen.
Om de heftigheid van de situatie zo indrukwekkend mogelijk te schetsen, heeft Pamuk wel een paar kunstgrepen nodig. Zo komt Kars afgesloten te zitten van de buitenwereld vanwege een sneeuwstorm en lijken de gedichten (die we nooit mogen lezen) wel door een god te worden ingefluisterd. Maar goed, dit alles is prima te accepteren omdat deze gegevens het verhaal meer waarde geven en niet minder geloofwaardig maken.
Ondanks al deze inspanning heeft het verhaal me nergens weten te raken. En dat het verhaal in een slakkengang wordt verteld, maakt het er dan ook niet makkelijker op. Maar mijn grootste ergernis zat hem toch wel in het grote aantal spoilers in de vorm van flash forwards die het laatste beetje spanningsboog volledig uit het verhaal haalden.
Pamuk mag in het boek dan vele thema's behandelen, het blijft al met al toch een moeizaam boek waardoor mijn beoordeling relatief laag blijft. 3.5*
Een boeiende leerservaring alleszins.
Ik stel in dit verband vast dat de stijl in ander werk van Pamuk soms ook wel wat "vreemd" aandoet, maar tegelijk dat bv. "Het huis der stilte" gemiddeld genomen toch een stuk vlotter leest....
De personages uit dit boek ontlenen hun identiteit veelal aan hun politiek/religieuze stellingnames, de een standvastiger dan de andere. Een machtsomwenteling als in Sneeuw brengt een kettingreactie aan heroriëntaties en stevig debat op gang. Het geeft een goede inkijk in de prangende thema’s die spelen in de Turkse maatschappij. Literair zijn die vele discussies niet altijd even interessant. Sneeuw vond ik boeiender op de momenten van handeling, zoals de verwikkelingen in het theater, die lijken te zijn losgezongen van de realiteit. Dan vergeet je even dat de meeste personages tamelijk plat zijn en men met de (anti)religieuze scherpslijperij op een gegeven moment wel erg in herhaling valt.
De protagonist heet Ka, het boek Kar en de locatie Kars. Dat is een stad van 70.000 inwoners in het Pontische gebergte. Op 1700 m hoogte met een continentaal klimaat kan het hard vriezen in de winter. Door hevige sneeuwval komt Kars in een tijdelijk isolement terecht. Sneeuw kan voor zuiverheid staan of voor een dromerige sfeer. De dichter Ka schrijft een gedichtencyclus in de vorm van een sneeuwkristal. Dat deze gedichten verloren gaan, laat wat aan de fantasie over.
Pamuk speelt met de grens tussen realiteit en verbeelding. Krantenartikels worden geschreven voordat bepaalde incidenten plaatsvinden, zodat de realiteit geënsceneerd lijkt. Tijdens de “theatercoup” ontstaat verwarring over wat echt is en wat onderdeel van het toneelstuk. Aangezien deze door de machthebbers gepleegd wordt, is het meer een vorm van staatsterreur. De meeste gebeurtenissen worden uit het standpunt van Ka weergegeven, maar daarboven staat nog een ik-verteller die vier jaar later de aantekeningen van Ka bestudeert, in zijn voetsporen reist, kranten leest, tv-opnames bekijkt en met betrokkenen spreekt. Het zware sociopolitieke thema vormt geen belemmering voor de leesbaarheid, want het is vooral een spannend relaas met een hoog poëtisch gehalte.