Zuipen, vrouwen, sarcasme, gokken en nog eens zuipen, is er meer in het leven? Ja, want in Post Office wordt tussendoor ook nog gewerkt. Werken is stom, maar het schijnt nu eenmaal te moeten. Is er meer nodig voor een roman dan zuipen, vrouwen, sarcasme, gokken, nog eens zuipen en werken? Ja, schrijftalent.
Bukowski's boeken lijken heel makkelijk om na te doen. Vooral z'n gedichten lijk je snel onder de knie te hebben: anekdote over een hoer, ophakken in heel korte regels en stop er ergens een klein tragisch grapje in. En daar komt het: dat tragische grapje. Bukowski is een tragisch schrijver, evenzeer als hij een humorist is. Deze zware, maar door humor dragelijke lading is altijd aanwezig en verschaft inhoud aan het platvoerse bestaan van de personages. Dít is niet gemakkelijk na te doen, want we hebben allemaal wel eens kotsend boven de wc gehangen, maar probeer dat eens goed te beschrijven, of er over te schrijven.
Dan blijkt het dat Bukowski een heel grote stilist was en nog altijd is. Probeer het na te doen, kijk eens naar een imitatie, die al dan niet verhuld is, alleen Bukowski kan het trucje eigenlijk. Raymond Carver soms, maar verder, neen. Je ziet toch ook het verschil tussen een echte Yves Klein en een blauwgeschilderd doek van iemand die graag of een doek blauw wil schilderen of een doek blauw schildert omdat Yves Klein dat ook deed? Bukowski snijdt alles op precies de juiste manieren, momenten en wijzes af. Niets teveel, het is afgelopen als de spanningsboog afgelopen is, het is gewoon afgelopen wanneer het afgelopen dient te zijn. En dát, dat kunnen velen niet. Bukowski houdt kort en schrijnend, zoals het eigenlijk altijd zo moeten gebeuren.
Mooie afsluitende zin van een boek ooit komt trouwens uit Factotum: 'Ik kreeg hem niet omhoog.' Daarna heb je toch niets meer nodig?