Achter de normale buitenkant schuilt de rauwe, rare realiteit
De voorlaatste roman van Arnon Grunberg, Onze oom, staat nog ongelezen in mijn boekenkast. Te veel slechte verhalen over gehoord. Maar zijn nieuwste roman Huid en haar wilde ik niet te lang laten staan, want daar waren recensenten en liefhebbers zeer enthousiast over. Beide boeken vergelijken kan ik dus niet, maar Huid en haar behoort absoluut tot het beste wat Grunberg gemaakt heeft. Met Tirza heeft hij afscheid genomen van de onbegrensde absurditeit. Destijds vond ik dat jammer, maar met deze nieuwste roman laat Grunberg zien wat de kracht is van een meer realistische aanpak.
Roland Oberstein is econoom en tot zijn verdriet nog steeds geen hoogleraar. Hij werkt aan een boek over economische bubbels en heeft de economische achtergronden van genocide als hobby. Hij heeft de Eramus Universiteit achter zich gelaten, en ook vrouw en kind, om in de Verenigde Staten carrière te kunnen maken. Inmiddels heeft hij een nieuwe vriendin, maar ook die woont in Nederland, en dus onderhoudt hij daarmee een nogal afstandelijke relatie. Maar hier houden zijn relaties en affaires niet op, want gedurende de roman leert hij ook nog andere vrouwen kennen met wie hij het bed deelt.
Alles in Obersteins leven wordt economisch benadert. In zijn leven is er geen ruimte voor liefde, jaloezie, empathie en romantiek. In Obersteins beleving dienen al deze gevoelens voor. Hij wil liefst zo veel mogelijk werken aan zijn boek en verder met rust gelaten worden. Des te wondelijker dat hij op al die avances van vrouwen ingaat (en dat al die vrouwen voor deze koele kikker vallen!). Oberstein laat zich als het ware door deze vrouwen gebruiken op voorwaarde dat hij zo snel mogelijk weer aan het werk kan.
Hiermee ontkent hij dat menselijke relaties economische wetmatigheden overstijgen. Deze ontkenning drijft hem vanzelf in groteske, Grunbergiaanse problemen. Qua thematiek doet dit boek sterk denken aan De wereld als markt en strijd van Michel Houellebecq, waarin relationele problemen ook puur economisch worden benaderd.
Hoe weinig empathisch hoofdpersoon Oberstein ook is, hij is op een bepaalde manier ook de meest sympathieke figuur. Weliswaar niet de meest normale, maar op den duur worden al die vrouwen rondom Oberstein tijdverkwistende zeurkousen, precies zoals Oberstein zelf ze ziet. Tegelijk is Oberstein ongetwijfeld een alter ego van Grunberg zelf, al zou ik de schrijver en het personage niet een op een aan elkaar gelijk willen stellen.
Ik begon ermee te zeggen dat het overdreven absurdisme bij Grunberg verdwenen is. Het verhaal is niet meer vanaf bladzijde een louter waanzin. Hoewel ik helemaal gek ben van boeken als De asielzoeker en De joodse messias vind ik toch dat dit een heel krachtig boek is. Grunberg neemt tijd voor de opbouw van zijn verhaal. Aanvankelijk lijkt hij een redelijk normale wereld te beschrijven, al is de hoofdpersoon dan wat merkwaardig. Maar gaandeweg ontsporen de personages toch. Achter die gewone wereld schuilt wel degelijk die rauwe, rare realiteit. En door die prachtige opbouw komt dat des te beter aan.
Verder is Huid en haar weer een droogkomisch boek, zoals we van Grunberg mogen verwachten. Herlezing met een potlood in de hand is ook aan te raden. Want dan pas kun je stilstaan bij al die mooie zinnetjes en die krankzinnige dialogen, die binnen het verhaal een eigen logica hebben, maar los gezien toch een glimp van dat prachtige absurdisme van Grunberg tonen.