Dankzij Philippa Gregory ken ik de stamboom van de Engelse dynastieën in de vijftiende eeuw inmiddels beter dan die van de huidige Belgische dynastie. Opmerkelijk aan de Rozenoorlog is dat het niet om twee afgescheiden clans ging die elkaar bestreden om de troon, maar om twee takken van dezelfde familie. De Lancasters en de Yorks waren neven en nichten van elkaar. Door heerszucht gedreven wisselde er al eens iemand van kamp en was het niet altijd duidelijk bij wie iemands loyaliteit lag. Broers bestreden elkaar; vrouwen werden uitgehuwelijkt aan vijandige kampen.
Het hoofdpersonage is Elizabeth Woodville. Wijlen haar eerste echtgenoot sneuvelde op het slagveld voor de Lancasters, maar daarna trouwde ze met koning Edward IV van York. Dat huwelijk wordt als stormachtig voorgesteld, maar met momenten van liefde. Snoodaards van dienst zijn de rijke veldheer Warwick, Margaretha van Anjou en Edwards broers George en Richard. Laatsgenoemde werd door Shakespeare als schurk voorgesteld in Richard III, maar hier is z'n rol veel dubbelzinniger. Hij heeft effectief de moeder van Elizabeth Woodville van hekserij beschuldigd. Voor Philippa Gregory was dat de aanleiding om een momenten van helderziendheid en occultisme in te lassen. Hierdoor krijg je een mengeling van historische realiteit met magische en geromantiseerde elementen. Met haar vlotte, passionele schrijfstijl slaagt ze erin die historische personages tot leven te brengen, zodat ze meer worden dan namen uit een stoffig geschiedenisboek.