menu

Dvärgen - Pär Lagerkvist (1944)

Alternatieve titel: De Dwerg

mijn stem
3,75 (2)
2 stemmen

Zweeds
Psychologisch / Ideeënliteratuur

157 pagina's
Eerste druk: Bonniers, Stockholm (Zweden)

Naar de vorm is het boek een historische roman die zich afspeelt in de tijd van de Italiaanse renaissance. De nar, de hoofdpersoon van het verhaal, is de personificatie van het eeuwige kwaad in de mens. Schijnbaar wordt hij verafschuwd en is hij machteloos, maar in feite is zijn kwade genius de spil waar het leven aan het hof om draait. Ofschoon hij niet altijd de initiator is van de misdaden, wordt hij dikwijls gepromoveerd tot uitvoerder ervan - en zijn mensenhaat en cynisme maken hem tot een perfect werktuig.

zoeken in:
avatar van JJ_D
3,0
De mensen spiegelen zich graag in een wazige spiegel. (p. 150)

Is Piccoline, dwerg en dienaar aan een Italiaanse hofhouding op de overgang van de Middeleeuwen naar de Renaissance, een spiegel voor de menselijke natuur? Niet helemaal – wel gedeeltelijk. Het personage is de duistere ziel van zijn vorst, de slechte inborst van diens volk, de macabere kant van de mensheid...en dus een deel van ons – van u zowel als van mij?

Waar de dwerg komt, ziet hij terreur en zaait hij dood. Liefde, zoals die ontluikt tussen een adolescentenpaar dat van de wreedheid die ons geslacht kenmerkt nog geen weet heeft, komt hem onwerkelijk voor. Schoonheid, waar maestro Bernardo ondanks de dwalingen en het bloedvergieten van zijn soort naar probeert te reiken, laat hem onverschillig. Een genuanceerd intellect dat heen en weer wordt geworpen tussen goed, kwaad, plicht, verlangen, integriteit en grootheidswaan, zoals dat van de vorst (een dolend moreel kompas?), kan hij niet vatten. Schuld, die de vorstin via religie in boetedoening en dus loutering probeert om te zetten, blijft voor hem vastgeklonken aan het vagevuur. Enzovoort.

Het is met andere woorden een ware verschrikking, deze narcistisch-megalomane verschijning die hunkert naar oorlog, naar bloedvergieten, naar macht. Echter, hij hunkert niet om de gruwel zelf, niet om in hoogsteigen persoon de teugels in handen te houden, maar veeleer principieel, vanuit de beleving dat enkelingen superieur zijn aan de massa, en vanuit het idee dat het aanwenden van geweld tot de natuurlijke orde der dingen behoort, in plaats van ons traditionele aanvoelen van het tegendeel. Die logica is waarlijk huiveringwekkend: het kwaad presenteert zich niet als gefrustreerd exces van een menselijkheid die we kennen, maar als een gitzwarte kracht, als een onkenbare en energieke oorspronkelijkheid waarvan we bij voorkeur willen geloven dat die ons totaal vreemd is.

Pär Lagerkvist heeft in zijn hersenspinsel van zes-en-twintig-duim een monster gevangen; een beest dat evenwel nog te veel mens is om monster te zijn. Een creatuur dat wegkijkt van wat wegkwijnt, kortom dat niet zweert bij fysieke aftakeling, maar dat vooral gruwt van wat voor geestelijke uitwassen worden aanzien: vrede, mededogen, esthetica, liefde, intimiteit. Schuilt er, zoals schrijfster en mensenrechtenactiviste Dorothy Canfield ooit liet optekenen, inderdaad een Piccoline in elk van ons? #WillemKloos2.0: "Ik ben een Griezel in 't diepst van mijn gedachten"?

Alles is niet meer dan een poging tot iets dat nooit verwezenlijkt kan worden. De ganse menselijke cultuur is niet meer dan een poging, iets volkomen onbereikbaars. En daarom is alles eigenlijk volkomen zinloos. (p. 38)

En wat verandert er, aan het einde van de rit? Niets. De dwerg wacht tot de boosaardigheid terug in zijn vorst ontwaakt. De horror is getemperd, het leven terug ingedommeld – kortom het is slechts een kwestie van tijd vooraleer de mens zich opnieuw tot wolf voor zijn medemens zal ontpoppen. Homo homini lupus – is dit hoe Pär Lagerkvist, kort na de Tweede Wereldoorlog, kijkt naar een wereld die uit de collectieve rouw ontwaakt en zich vanuit het credo ‘Nie wieder!’ aan een tomeloos optimisme overgeeft?

Alle mensen vinden het leven te ingewikkeld. Zoals zij het leven, is het dat ook. Op zichzelf is het leven helemaal niet ingewikkeld, het kenmerkt zich integendeel door een grote eenvoud. Maar dat zullen ze wel nooit begrijpen. Ze begrijpen niet dat het beter is om het te laten zoals het is. Ze kunnen het nooit met rust laten, nooit nalaten om het voor een menigte zonderlinge doeleinden te gebruiken. (p. 41)

‘De dwerg’ lezen is als jezelf opsluiten in een tunnel, een kerker waar slechts per grote uitzondering – heel even – een lichtend schijnsel passeert. Dat door en door negatieve perspectief is de kracht van de roman, maar ook de zwakte. De enge blik op de werkelijkheid leidt weliswaar tot interessante gedachten, maar laat ook veel facetten van het humane spectrum onaangeroerd. Als literatuur ‘compleet’ moet zijn, dan heeft Lagerkvist met ‘Dvärgen’ een incomplete worp gedaan naar de onsterfelijkheid. Zijn we de Zweed vandaag om die reden nagenoeg volledig vergeten?

Hoe zou het leven zijn, als het niet zinloos was? De zinloosheid is immers het fundament waarop het berust. Op welke andere grondslag zou het kunnen berusten, een grondslag, stevig genoeg om nooit te bezwijken. Een grote gedachte kan door een andere grote gedachte ondermijnd, langzamerhand doorbroken en tenslotte volkomen verdrongen worden. Maar de zinloosheid is ongrijpbaar, onverwoestbaar, onwrikbaar. Ze is werkelijk een fundament en daarom als zodanig gekozen. (p. 38)

3,25*

Gast
geplaatst: vandaag om 14:43 uur

geplaatst: vandaag om 14:43 uur

Let op: In verband met copyright is het op BoekMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.