Wie was Vaslav Nijinski? Zullen we het ooit weten? Zelf komt de legendarische danser alleszins niet meer terug om het ons anno 2023 te vertellen. En ook uit zijn naar verluidt cryptische dagboekaantekeningen wordt een mens niet veel wijzer, klinkt het. Ideaal voer dus voor Arthur Japin, die na zich uitvoerig in leven en werk van het vermeende genie te hebben verdiept, zijn verbeelding de vrije loop liet. Zo voert Japin weliswaar historische personages op, maar hun gedachten en hun perspectief op de werkelijkheid vult hij vanuit zijn verbeelding in. Dat levert eerder een hypothese op dan een documentaire. Literatuur dus, en geen lectuur. Hoera!
Vaslavs bediende Peter, de woedende afgewezen minnaar Sergej Diaghilev en Vaslavs hondstrouwe echtgenote Romola: Japin probeert vanuit deze drie totaal uiteenlopende perspectieven een beeld te schetsen van het ongrijpbare enigma dat Vaslav voor altijd zal zijn. Door het personage als een externe projectie te creëren, houdt Japin het mythische in stand, en dat is een goede keuze. Bovendien laten de uiteenlopende blikken toe voorbij te gaan aan de klassieke interpretaties waarin sommigen verketterd worden en anderen opgehemeld. Precies de polymorfe historische bronnen laten een hybride beeld toe, een portret waarin Vaslav als fenomenaal kunstenaar én prachtig mens naar de voorgrond treedt, samen met Peter, Sergej en Romola. Stuk voor stuk hebben zij het beste met Vaslav voor, ook al hebben zij ook allen hun tekortkomingen.
Is het niet straf dat Japin vraagtekens plaatst bij de hiërarchische relatie tussen Nijinski en Diaghilev, en daaruit volgend bij de authenticiteit van hun homoseksuele verhouding? Daar staat tegenover dat Japin het opneemt voor de door historici al te vaak verguisde Romola, een gemakkelijk slachtoffer voor sceptici die in haar iemand willen zien die via haar echtgenoot haar eigen gebrek aan talent moest zien te compenseren ten aanzien van haar familie... Aangrijpend is ten slotte hoe Japin, door cyclisch te werken en in de finale Peter terug aan het woord te laten, een meer fundamenteel licht laat schijnen op Vaslav’s verwondering als mens. Hoe hij als inspirator dient voor een ander, en die ander laat inzien in wat voor provinciale bekrompenheid hij gevangen zit ten aanzien van de realiteit daarbuiten...Japin vindt er de mooiste woorden voor.
Hoewel ontzettend vlot gepend en stilistisch erg mooi zij het zonder weerstand, reflecteert Japin quasi voortdurend over wat het betekent om mens te zijn, om relaties aan te gaan, om kunst te scheppen, en om anders te zijn dan de anderen. Als luisterboek is deze roman ronduit bedwelmend. Na ‘Kolja’ een tweede mokerslag – het mag dan slecht zijn voor het klimaat, ondergetekende is er speciaal voor in de wagen gekropen. Dat wil toch al wat zeggen, niet?
4*