Waarom vallen boeken waar je op zit te wachten nou altijd tegen? Ik heb hier drie jaar op gewacht, en nu is het er eindelijk en ben ik teleurgesteld. Niet dat het boek nou slecht was, maar ik had me er toch meer van voorgesteld; zeker gezien de voorgangers ervan.
Een deel van het tegenvallen zit 'm allereerst in het aantal pagina's. Voorheen schreef Herbert boeken die ieder tussen de 200 en 300 pagina's hadden, waardoor er geen tijd was voor lange inleidingen en uitweidingen, maar nu is dat meer dan twee keer zoveel, waardoor er veel vulwerk gebruikt kan worden. Het duurt dan ook erg lang voordat we ergens komen. Daarnaast worden er veel bijzaken bijgehaald die wat mij betreft achterwege hadden kunnen blijven.
Paranormaal onderzoeker David Ash, die we kennen uit 'Haunted' en 'The Ghosts of Sleath', wordt naar een geheimzinnig kasteel in Schotland gestuurd om daar een aantal paranormale incidenten te onderzoeken die de vrede in het kasteel, een toevluchtsoord voor de zeer rijken die de wereld moesten ontvluchten, verstoren. Naar mijn idee zijn die spoken alleen door de auteur gebruikt om Ash op het kasteel te krijgen, want het hele spookgebeuren is slechts een bijzaak die verder helemaal niet uit de verf komt. Er gebeuren wel een miniem aantal rare dingen, maar het wordt niet echt duidelijk wat of waarom, en is slechts bijzaak in het verhaal. Er worden een paar halfslachtige verklaringen gegeven, maar die snijden niet echt hout. De kern van het verhaal draait in feite om de schimmige organisatie die het kasteel in bezit heeft en leidt. Er worden een paar subplots aangeroerd die verder niet echt uitgewerkt worden en als een kaars uitgaan. Problemen lossen zich vanzelf op, en er wordt verder niks mee gedaan. Het is ook een van de weinige keren dat een van de slechteriken ten gunste van het verhaal werkt. Daarintegen worden andere incidenten veel te breed uitgemeten, zoals b.v. de aanval door de katten, en later het geval met de spinnen, de vleermuizen en de ratten. Dat laatste kwam mij heel ongeloofwaardig over. Ik kan me voorstellen dat een oud gebouw als een kasteel een paar ratten herbergt (hoewel, een duur verzorgingstehuis met een eerste klas medische verzorging?), maar gezien de aantallen die Herbert hier ten tonele voert, dan zou het hele huis vergeven moeten zijn geweest van die beesten, wat niet het geval was. Ook vond ik een paar fictieve vondsten erg over de top, zoals b.v. een mismaakte derde zoon van Charles en Diana, en die uiteindelijk op het eind door zijn moeder "gehaald" wordt, is voor mij misplaatste, smakeloze schoolmeidenromantiek.
Kortom, een aardig boek om te lezen, met de nodige kanttekeningen, maar een tegenvaller voor de James Herbert-fan.