Ferdydurke - Witold Gombrowicz (1937)
Pools
Psychologisch
287 pagina's
Eerste druk: Rój,
Warschau (Polen)
Hoofdpersoon is de dertigjarige Jozio, alter ego van de schrijver, die op een dag als zeventienjarige ontwaakt. Het hele boek door blijft hij zeventien jaar. Een professor, de filoloog Pimko, neemt hem mee naar een school, waar tussen de lessen door een strijd ontbrandt tussen twee rivaliserende groepen schooljongens, die elkaar met grimassen te lijf gaan. Jozio krijgt onderdak bij de moderne familie Jongmens met de mooie dochter Zutra, die niets van Jozio moet hebben. Hij begluurt haar door het sleutelgat en verzint een list uit wraak, die echter niet goed uitpakt. Jozio vlucht met Mentjus, de leider – met homoseksuele gevoelens – van één van de twee schoolgroepen. Samen gaan ze op zoek naar een boerenjongen. Op het platteland blaffen de mensen als honden. De jongens worden gered door een bemiddelde tante, die hen meeneemt naar haar landhuis. Mentjus raakt in de ban van de jongste bediende en wil hem meenemen, hetgeen de nodige chaos teweegbrengt in het feodale milieu. Tenslotte ontsnapt Jozio met de dochter Zosia naar Warschau. Die laatste daad moet hem verlossen van de kinderlijkheid.