Een alleraardigst boekje van Godfried Bomans geheel gewijd aan zijn geliefde schrijver Charles Dickens (
this great human heart). Dat Bomans veel afwist van Dickens moge duidelijk zijn, hij was niet voor niets de eerste en enige buitenlandse vice-president van de Dickens Fellowship te Londen. In 1970 werd ter ere van Dickens' honderdste sterfdag een herdenkingsdienst gehouden in de Westminster Abbey, waarbij ook Bomans, alsmede de koningin-moeder van Engeland, aanwezig was, een bijzondere gebeurtenis die Bomans overigens zeer smeuïg beschrijft.
Dickens, waar zijn uw spoken verschaft op een vrij luchtige manier een dieper inzicht in het werk van Dickens. Wat ik erg komisch vond was de anekdote van die twee Engelse dorpen die met elkaar overhoop liggen over wie nu eigenlijk het oorspronkelijke Eatanswill (The Pickwick Papers) is, maar waarvan de bewoners door Dickens werden aangeduid als gedeeltelijk krankzinnig, voor de andere helft als stom.
Een uitermate interessant stuk over kuisheid in de Victoriaanse literatuur; volgens statistieken telde Londen in die tijd zo'n 6000 bordelen en 80000
publieke vrouwen. Deze cijfers geven wel een geheel ander beeld dan Dickens, en niet alleen Dickens, ons doet vermoeden. Verder een zeer scherpzinnige uiteenzetting over 'De op één na beroemdste kerstvertelling ter wereld'..
Wij zijn allen Ebenezer Scrooges, voortdurend bezocht door geesten en voortdurend twijfelend aan hun bestaan.